Ah, de OG van de luxe offroaders! Nou ja, soort van. De originele Range Rover was voor zijn tijd ongelooflijk geraffineerd, dankzij die fluwelen bokshandschoen van een V8 en de boterzachte vering. Maar luxe? Daar was de Jeep Wagoneer, eerlijk is eerlijk, al zeven jaar eerder mee begonnen.

De eerste Range Rovers hadden raampjes die je omhoog en omlaag moest slingeren, PVC-stoelen, rubber matten op de vloer, een handmatige versnellingsbak en besturing waar geen sportschool tegenop kon. De offroad-kwaliteiten waren er echter al wel degelijk, met permanente vierwielaandrijving, lage gearing en de mogelijkheid het centrale differentieel te sperren.

Die nieuwe is anders superdeluxe, toch?

Nou en of. In de jaren ’70 en ’80 ontdekte Land Rover dat elke keer als er een versie met meer luxe werd uitgebracht, dát de bestverkochte werd. En dus weten ze dat ze wel een uitgeklede versie kunnen uitbrengen, maar dat dat in commerciële zin gewoon heel dom zou zijn. Dus die fout maakten ze niet.

Elke nieuwe Range Rover kost iets met zes cijfers en de toppers kunnen zelfs drie ton kosten. Ons exemplaar zit aan de onderkant, met de standaard wielbasis en de D350 diesel-V6. Maar het interieur zit nog altijd vol prachtig leer en hout, alles is elektrisch bedienbaar, je hebt alle digitale tovenarij die je je maar kunt wensen en welkomer kun je je in een auto nauwelijks voelen. En dan is er nog vierwielbesturing, adaptieve luchtvering en een actief anti-overhelsysteem.

Kun je 53 jaar verschil voelen bij het rijden?

Het ‘losse’ chassis en de vage besturing van het origineel leiden ertoe dat hij nogal over de weg zwabbert als het wegdek slecht is. Hij heeft geen stabilisatorstangen, dus hij leunt in bochten als een galjoen. Als je over een hobbel rijdt, schudden de zware assen nog een tijdje na.

Wind- en transmissiegeluiden overstemmen het geroffel van de V8, al zijn dit allemaal dingen die bij de latere Classics werden opgelost. En toch, ondanks alles is hij charmant en aansprekend. Er zit gevoel in de besturing en het geeft voldoening om te anticiperen op dat overhellen en het onder controle te houden.

De nieuwe is eindeloos veel sneller, voortgestuwd door een zalige zoete waterval aan koppel van de diesel-V6 en de automaat. Hij is veel groter en zwaarder, maar makkelijker in de hand te houden omdat je wordt bijgestaan door zoveel ondersteltechnologie.

Op de meeste wegen voelt ie niet zo breed aan als hij is, omdat de besturing verrassend precies en voldoende zwaar is. De onafhankelijke wielophanging en stijve mono-coque hebben het weggedrag ook getransformeerd. De verbondenheid met de auto ben je wel een beetje kwijt.

Hebben ze nog overeenkomsten?

Dit zijn grote zachte auto’s die je uitnodigen om te relaxen in het comfort dat ze bieden en lekker te genieten van de reis. Wat de omstandigheden ook mogen zijn, ze zorgen dat je er komt. Spanning en stress smelten eenvoudig weg.

En dan is er het design. De nieuwe oogt een stuk gespierder en zit veel beter in elkaar, maar de keizerlijke hoogte en eerbiedwaardige proporties zijn zaken die de Range Rover al vijf decennia lang definiëren. De hoge zitpositie en lage taillelijn zijn ook deel van de handtekening – je kijkt vanboven naar de wereld, en de wereld tegen jou op. In de meest letterlijke zin blijft de Range Rover een verheven vorm van transport.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)