Dit is al de tweede Koenigsegg die we slopen. Eerst vloog The Stig met de CCX van de baan – bleek een kwestie van een achterspoiler voor net iets meer neerwaartse druk –, nu mocht Top Gear met de enige bestaande CCXR testen en ook dat ging wat minder…
 
Dit is de CCXR van Koenigsegg en het speciale er aan is, behalve dat er nog maar eentje van is – nu dus nog maar een halve –, dat hij op biobrandstof loopt. Dat wordt verbrand in een 1.018-pk sterke 4,7-liter V8 en het apparaat kost je slechts 757.000 euro. Exclusief belastingen.
Oké, dit was de bedoeling: een van onze redacteuren zou met The Stig gaan testen, dat is allemaal prima gelukt. Vervolgens zouden we naar verschillende fotolocaties rijden en een beetje spelen links en rechts – een technicus van Koenigsegg zou wel even rijden. Dat leek ons gezien het vermogen en het extreem brute karakter van het ding wel zo verstandig. De redacteur nam plaats naast, laten we hem Öle noemen.
 
Wat gebeurde er: Öle reed sneller dan onze redacteur prettig vond, maar hé, je laat je natuurlijk niet kennen. Laten we zeggen tegen de 200 km/u, conservatief ingeschat. Öle was waarschijnlijk ook vergeten dat de venturi aan de achterzijde – zeg maar een soort spoiler voor… jawel, downforce – niet functioneerde omdat we op die plek aan de CCXR hadden gerommeld om er een fotocamera aan te bevestigen. Met de snelheid die gereden werd scheelt dat 100 kg downforce.

Nadat Öle even vol accelereerde op een recht stuk dook hij een behoorlijk onoverzichtelijk bocht in naar rechts. En daar stond zo’n beetje de grootste oranje pion die je je kunt voorstellen, midden tussen beide weghelften. En die werd geramd. Hoop kabaal, de auto spint plots om z’n as, raakt de kant van de weg, glijdt een greppel in, lijkt te gaan omrollen – prettige gedachte dat vlak daarvoor ook net de dakpanelen waren verwijderd voor de fotografie –, maar vliegt de weg weer op, al spinnend, en glijdt uiteindelijk dezelfde greppel weer in. Flink wat meters verder. In de greppel schuift de CCXR nog flink verder op z’n buik om uiteindelijk met ingegraven wielen tot stilstand te komen.

 
Er zijn geen tegenliggers geraakt, we zijn niet over de kop geslagen, we staan met de neus weer in de goede richting, het chassis van carbonfiber is geheel in tact en er staat een bandenspoor op de weg van 265 meter. Loop die maar eens uit op een weg bij je in de buurt om een idee te krijgen. Dat is best lang namelijk.
 
De onderkant van de auto is zwaar beschadigd, alle vier de hoeken zijn gebutst en het wiel dat als eerste de pion raakt is flink in puin. Maar de rest van de auto ziet er nog keurig uit. En omdat er net gegierd was op het landje waar de CCXR in vloog, stinkt alles en iedereen naar stront. De mannen van Koenigsegg deden er snel een dekentje overheen. Zodat niemand kon zien dat er een auto in de greppel lag… Yeah, right.
 
Er lijkt geen eind aan te komen: twee jaar geleden een Enzo tegen een bus, vlak daarna een Range Rover Sport over de kop (voorwaarts, heel spectaculair), daarna een CCX door een bandenstapel en het gras op ons circuit, vervolgens de crash van Richard Hammond in een raketauto - we zijn er nog niet -, een Wiesmann GT door een hekwerk van Heras en nu weer een Koenigsegg, alleen dit nu een CCXR. Godzijdank reden we deze keer zelf niet. We reden slechts mee. En dat is eigenlijk nog minder prettig…

Het hele verhaal met The Stig in de nog hele Koenigsegg CCXR staat in het juli-nummer.

Reacties