De geschiedenis van de snelste auto (of eigenlijk: van de behaler van het landsnelheidsrecord, aangezien dat doorgaans meer raketachtige voertuigen dan auto’s zijn) lijkt mistig, maar is dat niet. Sterker: er zit een elektrisch tintje aan. De La Jamais Contente was de eerste ‘snelste auto ter wereld’.

In 1898 schreef het Franse tijdschrift La France Automobile een wedstrijd uit, gebaseerd op de vraag: waarmee leg je het snelst een kilometer af over land? Tot dan toe stond het record op naam van, hou je vast, een wielrenner die deze afstand in 66 seconden voorbij wist te trappen.

En dus 54,5 km/u haalde. Afijn, twee bedrijven uit Parijs schreven zich in: Jeantaud, eigendom van een Franse graaf die elektrische koetsjes maakte waarvoor geen paarden meer nodig waren, en de Belgische coureur en ingenieur Camille Jenatzy, die net een fabriek had geopend die elektrische taxi’s zou gaan maken en wel wat publiciteit kon gebruiken. Ze haalden eerst 63,15 km/u en over­troffen zichzelf later door aanpassingen en nieuwe wedstrijdjes: 92,68 km/u.

De toen magische grens van 100 moest en zou doorbroken worden. Jenatzy bouwde een torpedo-vormig geval op wielen, met twee loodzware accu’s die tezamen 68 pk produceerden, en noemde het La Jamais Contente (‘de nooittevredene’). Wat denk je? Op 29 april 1899 behaalde Jenatzy een snelheid van 105,88 km/u, waarmee ie het eerste voertuig ter wereld had dat sneller dan 100 km/u kon rijden. Een elektrisch voertuig, dus. Het record bleef drie jaar staan, waarna het verbroken werd… met een auto op stoom.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)