Niki Lauda won de wereldkampioenschappen van 1975 en 1977 met Ferrari. In 1979 stopte hij met racen waarna hij een succesvolle vliegtuigmaatschappij opzette. Toch keerde hij in 1982 terug in de Formule 1, deze keer bij McLaren. En in 1984 werd hij voor de derde keer wereldkampioen, in een McLaren. Waarmee hij de enige is die met de twee succesvolste F1-teams ooit wereldkampioen werd.

Niki Lauda’s ongeluk op de Nürburgring

Praat over Lauda en je ontkomt niet aan zijn ongeluk. In 1975 lukte het Lauda als eerste om de Nürburgring binnen 7 minuten te ronden: in een ongelooflijke 6 minuten en 58 seconden. ‘Door de tegenstelling tussen een moderne raceauto en dit antieke circuit wist ik dat iedere coureur zijn leven op een ongehoorde manier in eigen handen nam’, schreef hij over zijn spectaculaire rondetijd.

Vervolgens stelde hij een coureursboycot van het circuit voor. Die werd genegeerd. Het jaar daarop crashte hij tijdens de Duitse GP van 1976, in een seizoen dat hij tot die tijd domineerde. Het gebeurde in de snelle linkerbocht voor Bergwerk, door een gebroken achterwielophanging. Zijn auto gleed terug het circuit op, in de racelijn van de auto van Brett Lunger, en explodeerde.

Een andere coureur, Arturio Merzario, dook in het inferno om de gordels van Lauda los te maken. Hoewel hij amper zes weken later weer achter het racestuur zat, kostte de crash hem wel het kampioenschap dat jaar.

Niki Lauda begon zonder steun van zijn familie

Niki Lauda begon met racen in 1968. Hij komt uit een gefortuneerde familie, maar die zagen een racecarrière niet echt zitten, waardoor hij dus nauwelijks support kreeg. Hij racete eerst in Mini’s, stapte over naar de Formule Vee – een relatief goedkope klasse waarin met single-seater Volkswagens werd geracet – en kwam vervolgens in zogenaamde private-klasses terecht waarin hij met Porsches en Chevrons de circuits onveilig maakte.

Z’n carrière liep echter vast en hij besloot een lening bij een bank af te sluiten om deze voort te zetten. Hij kocht zich in bij het raceteam van March in de Formule 2 en verbrak het contact met zijn familie omdat die nog steeds fel gekant waren tegen zijn race-aspiraties. In 1972 werd hij op basis van zijn prestaties gepromoveerd naar het Formule 1-team van March, al bleef hij ook voor hen in de Formule 2 uitkomen.

Niet direct F1-succes

Heel succesvol was die stap naar de F1 niet, de auto’s van March waren behoorlijk slecht. Waarop Niki Lauda in 1973 opnieuw een lening afsloot en een stoeltje kocht bij het Formule 1-team van BRM. Hoewel hij opviel door zijn kwaliteiten, bleek ook deze zet niet heel succesvol. Zijn teammaatje Clay Regazzoni bij BRM verhuisde in 1974 naar Ferrari, waar Enzo Ferrari himself de leiding had, en hij vroeg Regazzoni hoe die over Lauda dacht.

Regazzoni verhaalde zo enthousiast over Niki Lauda dat Enzo Ferrari besloot Lauda een contract te geven. Waardoor Lauda al zijn schulden direct kon afbetalen. Ferrari had een aantal turbulente, weinig succesvolle jaren achter de rug, en Luca di Montezemolo werd aangesteld als baas van het F1-team. Lauda bewees zijn kwaliteiten in zijn allereerste race voor Ferrari, de seizoensopening van 1974 bij de GP van Argentinië, door direct tweede te worden.

De GP van Nederland

Drie races later schreef hij zijn eerste Grand Prix-overwinning op z’n naam bij de GP van Spanje – het was de eerste GP-zege voor Ferrari sinds 1972. Een mix van Lauda’s onervarenheid en onbetrouwbaarheid van de auto zorgden ervoor dat hij dat jaar alleen nog de GP van Nederland op z’n naam schreef en hij eindigde uiteindelijk als vierde in de eindstand van zijn debuutseizoen.

In 1975 bracht Niki Lauda Ferrari eigenhandig terug aan de top door wereldkampioen te worden en de Italianen de constructeurstitel te bezorgen. In 1977 won hij opnieuw de titel na het catastrofale seizoen van ’76, maar strubbelingen, onder andere door de komst van nieuwe teamgenoot Carlos Reutermann, zorgden ervoor dat hij Ferrari verliet. Hij ging voor het team van Brabham-Alfa Romeo rijden, dat met Parmalat een rijke sponsor had.

Brabham-Alfa Romeo betaalde Lauda dan ook een salaris van een miljoen dollar. Het werd echter geen succes bij het team van Bernie Ecclestone – die toen al bezig was de commerciële rechten van de Formule 1 te verwerven. Niki Lauda besloot nog voor het einde van het seizoen ’79 te stoppen; hij ‘was het zat om almaar rondjes te rijden’. Hij stortte zich op Lauda Air. Maar de benzine in zijn aderen bleef stromen waardoor hij uiteindelijk in 1982 op de stoep stond bij McLaren.

Marlboro twijfelde aan Niki Lauda

Sponsor Marlboro, die zijn salaris moest ophoesten, twijfelde eraan of hij nog goed genoeg was, maar de tests die hij voor McLaren aflegde, wezen uit dat Lauda nog volop kon meedoen om een titel. Waarna hij de derde race van het seizoen winnend afsloot. Het eerste jaar bij McLaren in 1982 was verder niet echt succesvol, hij werd vijfde en boekte in totaal twee GP-overwinningen.

Het tweede seizoen werd een overgangsjaar omdat McLaren switchte van motor: de FordCosworth-motor ging eruit, een Porsche-motor met turbo gelabeld als TAGmotor kwam erin. Lauda eindigde als tiende, zonder overwinningen. 1984 zou echter zijn succesjaar worden. Inmiddels had McLaren Alain Prost opnieuw aangetrokken, van Renault, iets waarover Lauda in het begin niet echt te spreken was. Prost was namelijk snel. Heel snel.

Toch wist Lauda het seizoen met Prost op zijn naam te schrijven, door een miniem verschil van een halve punt op de eindstand. (Halve punten werden in die tijd toegekend in speciale situaties. In dit geval was de GP van Monaco voortijdig door de wedstrijdleiding beëindigd als gevolg van noodweer en werd besloten de stand op dat moment niet met ‘volle’ punten te waarderen.)

Het was sowieso een succesvol seizoen voor McLaren, want hun beide rijders wonnen samen twaalf van de zestien races. Lauda boekte vijf zeges, Prost zeven, maar Lauda eindigde dus met meer punten. En McLaren won de constructeurstitel met twee vingers in de neus. In 1985 stopte hij voorgoed als coureur. Hij deed mee aan 171 races en won er 25.

Het leven van Niki Lauda na F1

In 1993 werd hij opgenomen in de International Motorsports Hall of Fame. Helemaal vertrekken uit de F1 deed Niki Lauda nooit. Hij voorzag races in de jaren negentig van commentaar en kreeg adviesrollen bij de teams Ferrari en Mercedes. Hij was medeverantwoordelijk voor het aannemen van Lewis Hamilton bij Mercedes.

De gevolgen van het ongeluk achtervolgden hem de rest van zijn leven. Hij kreeg twee keer een nieuwe nier en onderging een longtransplantatie. Aan het begin van 2019 liep Niki Lauda een griep op waardoor hij opgenomen moest worden in het ziekenhuis. Daarvan herstelde hij, maar op 20 mei 2019 overleed hij in zijn slaap.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)