We hebben zojuist de eerste kilometers achter de rug met de nieuwe Opel Insignia 1.5 Turbo. In de komende editie van TopGear Magazine het complete verhaal, hier alvast de highlights,

Testobject: Opel Insignia
Uitvoering: 1.5 Turbo
Locatie: Frankfurt, Duitsland
Weersomstandigheden: fris maar droog

Zozo, een nieuwe Opel Insignia?

Zeker! Werd tijd ook, want de eerste stamde alweer uit 2008. En die was, inclusief zijn facelift-model, best succesvol: er rijden er bijna een miljoen van rond.

Ziet er niet verkeerd uit!

Nee hè? Sterker: het is gewoon een bijzonder fraaie auto geworden. Opel zegt zich enorm te hebben laten inspireren door de Monza Concept, een nogal futuristisch vleugeldeurending uit 2013. Dat lijkt dus bij voorbaat wat overdreven, maar als je goed kijkt (doe maar googlen), zie je de invloeden wel degelijk. Lange, lage neus, de ‘coupé-achtige daklijn’ (die hét grote cliché van de auto-industrie van de laatste jaren is, maar in het geval van de Insignia aardig klopt): er staat iets heel anders dan je gewend bent.

En, hoe rijdt ie?

Uitstekend. Hij is een stuk groter geworden, maar dankzij veel aluminium- en andere lichte materialengebruik toch een forse klap lichter: tot maar liefst 200 kilo. Dat betekent dat elke pk nu één kilo minder hoeft mee te slepen en dat merk je. Om wat meer ‘beleving’ in de rij-ervaring te leggen, heeft Opel bijvoorbeeld de stoelen een stuk lager gemonteerd. Die stoelen zijn trouwens reuze-ergonomisch verantwoord, en kunnen voorzien worden van ventilatie, verwarming en zelfs massage. Ook de benzinemotoren zijn nieuw. Alles begint bij een Opel Insignia 1.5 Turbo, die er in twee vermogensvarianten is: 140 en 165 pk. De benzinetopper is een tweeliter viercilinder met 260 pk en vierwielaandrijving. Dieselaars kunnen zich melden voor de bekende 1.6 met 110 of 136 pk, of voor een 2.0 met 170 pk.

Is ie een beetje comfortabel, die Opel Insignia?

Zeker. Dat is eigenlijk dé kracht van het nieuwe Epsilon 2-onderstel: het is bijzonder comfortabel, en tegelijkertijd veel dynamischer dan we van de Insignia gewend zijn. Hij lijkt nu zowaar lol te hebben in bochten, terwijl er aan zijn ‘hoge-snelheids-Autobahnkwaliteiten’ niets is afgedaan. Je kunt een en ander in wat duurdere uitvoeringen nog beïnvloeden door de Tour- of Sportmodussen te kiezen (of je eigen favoriete instellingen qua sturen, demping et cetera), maar de basisinstelling is prima. Daarbij is hij mooi stil (de diesel bij optrekken iets minder, maar vooruit), schakelt en remt hij prima, en biedt meer stuurgevoel dan voorheen. Het interieur is ruim, het dashboard netjes opgeruimd met stukken minder knopjes (maar ook niet té weinig) dan voorheen.

Verder nog bijzonderheden?

Opel zet voor het nieuwe vlaggenschip natuurlijk in op enorme hoeveelheden elektronica. Alle denkbare assistentiesystemen zijn beschikbaar. Vermeldenswaard is de ‘pas op, vóór je!’-assistent die dermate hysterisch is afgesteld dat hij binnen 200 meter al drie keer gewaarschuwd heeft voor dingen die je al lang had gezien en daarmee het predicaat Monsterlijk Irritant verdient. Nuttiger is bijvoorbeeld de (optionele) LED-matrixverlichting die zo veel licht geeft dat het wel dag lijkt. Of de inbel-assistent OnStar die je nu ook kan helpen met het boeken van een hotel of het vinden van een parkeerplaats. Of de Exclusive-afdeling waarmee je je Insignia verregaand kunt personaliseren, en die zo ver gaat dat je je auto in elke kleur kunt krijgen die je wilt hebben – ook een die je zelf aandraagt, bijvoorbeeld.

Dus?

Hij is er in alle opzichten enorm op vooruitgegaan, die Insignia. Zaken die andere merken wel hebben, zijn met een lampje te zoeken. En dat terwijl hij wel degelijk het een en ander biedt dat anderen in deze klasse niet hebben. Als hij al een probleem heeft, is het dat SUV’s tegenwoordig zo populair zijn. Verder kunnen wij nauwelijks iets bedenken dat een succes in de weg zou staan.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear