Het Dubai Autodrome was ooit bedoeld als het kloppende hart van Motor City, een nogal ambitieus project dat het olierijke emiraat moest voorzien van een internationaal aansprekende autosportbestemming, dat een circuit van wereldklasse moest combineren met huizen, hotels en een themapark – en nog veel meer. Maar de schok van de wereldwijde economische recessie van al bijna een decennium geleden werd ook in de emiraten gevoeld, en hoewel er nog steeds wordt gebouwd, zijn de grote werken er toch stilgelegd. De rijkdom van de nabije metropolis dringt hier niet door; de vergane relieken die het circuit overschaduwen hebben meer gemeen met de woestijn van Dubai. Het bewijs hiervan klettert regelmatig over het asfalt.

Het complex mag een onvervulde droom zijn, het is wel de plek waar Caitlin Wood, Naomi Schiff, Marylin Niederhauser en Anna Rathe hun eigen dromen najagen. Ze zijn bijeengebracht door Reiter Engineering om een geheel vrouwelijk team te vormen in het kader van de 24 uur van Dubai van dit jaar, en ze hopen dat ze hun race-waardige KTM X-Bow naar het podium kunnen rijden. Rivaliserende GT4’s: pas op.

Te midden van de handtekeningen- en fotojagers in de minuten voorafgaand aan de race, zijn er supporters en fans genoeg die hun wenkbrauwen fronsen en dingen zeggen als ‘zozo, dat vrouwenteam is best wel snel’. Naomi, al op haar 22e een veteraan met races op Spa en op Zolder achter haar kiezen, heeft al ergere opmerkingen gehoord: ‘Ik heb het meegemaakt dat mensen naar me toekwamen en zeiden: “De autosport is niets voor vrouwen – stop er toch gewoon mee.” Dat is natuurlijk het aanwakkeren van een vuurtje.’

Het algemene beeld wil nou eenmaal dat vrouwen fysiek minder goed in staat zouden zijn om te racen dan mannen, maar in het geval van endurance-races denkt Hans Reiter – oprichter van het team dat zijn naam draagt – dat het tegenovergestelde waar is. ‘Vrouwen zijn meestal lichter’, zegt hij. ‘De mannen wegen 80, 90, 100 kilo. Dat is een halve seconde nadeel per ronde, en dat compenseer je niet met iets beter racen. Vrouwen zouden op de lange afstanden in het voordeel moeten zijn, en dat wil ik bewijzen.’

Laat het experiment beginnen. Op haar laatste dag als tiener is de negentienjarige Caitlin Wood bedeeld met de taak om de auto door het gekkenhuis van de vliegende start te navigeren – nadat ze de KTM X-Bow hebben gekwalificeerd op de 55e plaats van maar liefst 92 starters, als achtste in de SP3-GT4-categorie. De eerste ronden vereisen een koel stel hersens en veel ruimtelijk inzicht, en dat blijft in feite de hele race lang zo. 24 uur lang. Supercharged toerwagens en monsterlijke GT3’s komen aan de lopende band voorbij, of blokkeren bochten met z’n drieën naast elkaar: je moet een Zen-achtige concentratie hebben om dit te kunnen volhouden.

In de garage houdt Caitlins moeder, Marianne, een oogje in het zeil – ze bekijkt met argusogen de tijden die verschijnen op de schermen. Haar andere kinderen raceten ook, vertelt ze met een nadrukkelijke zucht, en haar moederlijke bezorgdheid kan ze nooit helemaal opzijzetten. Zulke zorgen om het welzijn van haar dochter zijn begrijpelijk en terecht, maar om de prestaties van Caitlin hoeft ze zich niet druk te maken: die vindt haar ritme, zet een persoonlijk record neer van 2.10,637, wordt daarmee tweede in de klasse. De enige tegenvaller is een stuk beplating dat losraakt, en dat een onvoorziene pitstop vergt. Goed, tape erop, probleem opgelost.

Een uur en 46 minuten na de start van de race neemt Anna het stuur over. Ze is eigenlijk boerin en dierenarts, maar een ‘vroege midlifecrisis’ zorgde ervoor dat ze zich realiseerde dat ze ook ‘iets nodig had naast het werk’ – ze was net 30 geworden. Aanvankelijk was dat iets een Nissan GT-R, een auto waarin ze nog steeds elke dag rijdt, maar nu, op haar 35e, weet ze dat racen is wat haar ‘het beste gevoel ter wereld geeft’.

Het mag dan een hobby zijn, het gewicht op haar schouders is immens. ‘Het risico om te falen is groot’, zegt ze, en aangezien ze tijdens de vrije trainingen moeite had haar teammaten bij te houden, weet ze dat een goede klassering vooral afhangt van haar eigen snelheid vandaag. ‘Racen doe je met je hoofd. Als ik lach en zelfvertrouwen heb, ben ik op mijn best. Dat zie je terug in de rondetijden.’

Met dat in het achterhoofd pijnigen de techneuten zich over de telemetrie als Anna het circuit opdraait. Op koude banden begint ze voorzichtig, huiverig voor het gebrek aan grip en door het beperkte zicht vanuit de cockpit. Maar als het rubber opwarmt, worden haar tijden langzaamaan beter – eerst een tiende van een seconde, dan al snel drie, vier tiende, en daarna een halve seconde per ronde. Ze rijdt op een zeker moment als zesde in haar klasse – de boerin heeft het veld vrijwel geheel doorploegd.

Als ze plaatsmaakt voor Marylin, kan zelfs Anna’s helm haar brede lach niet verhullen. ‘Dat was het beste uur van mijn leven’, zegt ze. ‘Je weet niet half hoe leuk het is om hier te racen.’ Het effect van haar enthousiasme is voelbaar bij de rest van het team. Het wordt inmiddels donker, maar nu alle coureurs goed op stoom zijn, zit de stemming er goed in. Het podium is in zicht…

De 24 uur van Dubai staat erom bekend dat crashes ogenblikkelijk over het hele circuit kunnen worden gehoord. Als er een ongeluk gebeurt, kunnen stewards de race neutraliseren door Code 60 af te geven. Dan wordt er een paarse vlag getoond en moeten alle wagens op de baan een maximum van 60 km/u aanhouden. Daardoor sterft vrijwel alle geluid direct weg, en hoor je alleen nog de ongeruste stemmen in de pits – het zal toch niet hun auto zijn die is gesneuveld?

Om 17:36 uur komt de race weer op gang na 40 minuten te zijn stilgelegd onder deze Code 60, maar enkele seconden later wordt de beperking weer van kracht – er is iets misgegaan tijdens de restart. In de KTM-garage kijken ze naar de tv’s: een verkreukelde Porsche 991, een verfomfaaide BMW M3… en een bekende, oranje X-Bow. De stilte wordt verbroken door gekreun. Wat een ramp.

De schade is aanzienlijk. Naomi schat dat 80 procent van de achterkant van de auto moet worden vervangen, en de reparatie gaat bijna drie uur duren. Marylin wordt getroost door haar teamgenoten, en vertelt hoe de auto vóór haar vermogen verloor op het moment dat de groene vlag verscheen. Om een aanrijding te vermijden, week ze uit, maar werd ze betrokken bij een andere aanrijding – en zo kwam er een abrupt einde aan de podiumdromen.

De hoogte- en dieptepunten die volgen, maken duidelijk waarom deze tak van sport endurance-racen heet. Nu er eigenlijk niets meer is om voor te strijden, zet Naomi haar tanden op elkaar en rijdt in hoog tempo dwars door de nacht. Het lijkt erop dat de auto weer helemaal in orde is. Maar als Marylin opnieuw achter het stuur plaatsneemt, krijgt het team nog een klap te verwerken. De Formule 4-alumna maakt een stuurfout die de getergde X-Bow in een muur doet belanden. ‘Dat is autosport’, zucht Caitlin. Naomi knikt. ‘Het is hard.’

De meeste mensen zouden hun portie nu wel aan Fikkie geven, maar Hans staat erop dat de auto opnieuw wordt gerepareerd zodat de dames zoveel mogelijk tijd op het circuit kunnen doorbrengen. De monteurs – die voor de race al nachtenlang nauwelijks hebben geslapen – verzamelen hun krachten om de auto opnieuw op te bouwen. Hun toewijding is enorm, en vijf uur later kan de auto de baan weer op – een prestatie die alleen kan zijn gevoed door een rotsvast geloof in het kunnen van hun coureurs. De geblokte vlag valt, en de resultaten – ze worden 72e in een veld van 73 finishende auto’s – verhullen het potentieel van het team.

‘De snelheid hebben we wel, het is gewoon domme pech’, zegt Anna, en ze zegt het Naomi na: ‘Het lijkt erger dan het is, vooral omdat we vrouwen zijn.’ Anna: ‘We hebben niet laten zien waar vrouwen toe in staat zijn op een circuit. Ik hoop dat anderen dat wel zullen doen.’

Wat de waterscheiding voor vrouwen in de autosport zal worden, weet niemand, maar als er meer vrouwelijke teams zouden worden geholpen door bedrijven als KTM en Reiter, zou het vast een stuk sneller gaan. Hoe eerder, hoe beter.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)