Is het de afkomst? De focus op snelheid? De vaardigheid en verbetenheid van de coureurs? Wat het ook is, raceauto’s zijn gewoonweg cool.

‘Racen is een fantastische liefhebberij, waar je alles zonder enig voorbehoud voor opzij moet zetten, zonder enig spoor van twijfel.’ Deze uitspraak van Enzo Ferrari op de vraag waarom autosport cool is, raakt de kern van de zaak. Het gaat om passie. Toewijding. De rauwe hitte van de strijd. Het gaat om mannen (soms zelfs vrouwen) en het gaat om hun machines. Die machines vinden we geweldig, die zijn het vergrootglas waardoor we naar de sport kijken, het brandpunt van onze passie en opwinding. Ze stralen doelmatigheid uit, de essentie van het ontwerp en, ja natuurlijk, ook hun afkomst.

Liever gezegd: op basaal niveau draait het volledig om snelheid en geluid. Snelheid en geluid zijn bepalend. Of het nu de Porsche 956 is die voluit in z’n vijf over de Mulsanne gaat, een Peugeot 205 T16 die zich knetterend en ploffend een weg door een bos baant, een driftende Maserati 250F zes-in-lijn in perfecte harmonie met het gaspedaal of een BMW E30 M3 die over de curbstones dendert op de Nürburgring, het zijn zaken die ons aanspreken. We willen jubelen over de zuivere perfectie van dat ene moment, de kunst van de coureur, de beweging van de auto. Dat is wat raceauto’s doen, ze maken ons blij met het leven.

McLaren MP4/4

Ayrton Senna. McLaren MP4/4. Aantoonbaar het meest tot de verbeelding sprekende duo in de geschiedenis van de F1. Op het hoogtepunt van de strijd tussen Prost en Senna in 1988, won de auto vijftien van de zestien races.

Peugeot 205 T16

Groep B. Woorden die het klepje van de pet van elke rallyfan laten trillen. Er is geen coolere auto dan de 205 T16 en geen coureur meer gedreven dan viervoudig WRC-kampioen Juha Kankunen.

Porsche 917/30 Can-Am

Er waren heus wel regels in de Canadian American Challenge Cup, maar die stonden een 5,4-liter twaalfcilinder met twin-turbo en 1.100 pk toe. De 917/30 versloeg in 1973 alles en iedereen en won zes van de acht races.

Maserati 250F

Een van de leukste Formule 1-auto’s ooit. De door een zes-in-lijn aangedreven 250F behaalde twee wereldtitels in de handen van Juan Manuel Fangio. Volgens Stirling Moss was het de beste auto met voorin geplaatste motor waarin hij ooit reed.

Ferrari 330 P4

De P4 was in 1967 het getergde antwoord van Enzo Ferrari op de vernedering door de GT40’s die in Le Mans het jaar daarvoor het volledige podium bezetten. Hij won op Monza en Daytona, maar op Le Mans zegevierde wederom de GT40.

Lancia Stratos

Het is moeilijk voor te stellen dat de Stratos oorspronkelijk ontworpen was als rallyauto. Het was zelfs de eerste speciaal voor de rallysport ontwikkelde auto. Vormgegeven door niemand minder dan Bertone’s legendarische Marcello Gandini.

Tyrrell P34 Six Wheeler

Dit is een voorbeeld van wat waarachtig origineel denken kan opleveren. De Six Wheeler deed mee in 1976. Hij werd nooit verboden, maar z’n snelheid was uitgespeeld nadat Goodyear stopte met de levering van 10 inch voorbanden.

Porsche 935/78 Moby Dick

Alleen de coolste auto’s krijgen een koosnaam. Toegegeven, Moby Dick was misschien niet aardig bedoeld, maar op Le Mans was ie in 1978 met een maximumsnelheid van 367 km/u sneller dan alle andere prototypes.

BMW E30 M3 Touring Car

1987: zeven touringcar-kampioenstitels, tweemaal kampioen bergbeklimming, twee rallykampioenschappen en een onbetwiste overwinning in de Rally van Corsica. Klein, sterk en vermoedelijk de meest multi-toepasbare raceauto.

Mazda 787B

Een kapotte koplamp. Dat is naar verluidt het enige dat er fout ging bij de overwinning op Le Mans in 1991. Het aantal pk’s van de wankelmotor met vier rotors was voor de 24-uursuitdaging weliswaar teruggebracht van 900 pk naar 700 pk, maar dat geluid…

Lola T70

Lola was de witte raaf die het opnam tegen rivalen Porsche en Ferrari in de endurance-races van de late jaren zestig. Met z’n grote V8 in een oogstrelende carrosserie kon ie niet alleen goed meekomen met de grote jongens, hij maakte een geluid waar je een moord voor zou doen.

Audi 90 IMSA GTO

Nu worden we lyrisch over de vorm, maar heb je ooit iets gezien dat beter op z’n wielen stond dan deze auto? Na de rally’s in Groep B is dit wat Audi heeft gedaan met de techniek: 720 pk op de vier 14-inch wielen.

Gurney Eagle-Weslake MkI

Een mooie, sierlijke GP-auto van trans-Atlantische geboorte. Ontworpen door een Brit, uitgerust met een Britse motor, maar gebouwd in de VS en bestuurd door de Amerikaan Dan Gurney. Hij won de GP van Spa in 1967.

Auto Union Type C Hillclimb

Alles draaide om de dubbele achterwielen, in ieder geval was dat zo in de late jaren dertig toen het GP-pronkstuk van Auto Union zich ging richten op beklimmingen. Hans Stuck was vrijwel onverslaanbaar in z’n Type C met middenmotor.

Lotus 72

Het is de auto waarin Jochen Rindt in 1970 de eerste postume wereldkampioen werd. De 72 was z’n tijd zo ver vooruit dat Lotus de auto gedurende vijf jaar ongewijzigd inzette. Inderdaad: de JPS-huisstijl is nu 45 jaar oud.

Porsche 959 Dakar

De 959 was ontworpen met het oog op de race- en rallyregels van Groep B, dus toen die serie ophield te bestaan, was het voor Porsche zinnig om een andere bestemming voor de hightech-testauto te zoeken. Het antwoord was Dakar. In 1986 eindigde ie op de eerste en tweede plek. Taak volbracht.

Chaparral 2J

Hij zag eruit als een stofzuiger en het was ook een stofzuiger. Skirts en dubbele ventilatoren zorgden ervoor dat ie de snelste was in de openingsrace van het Can-Am kampioenschap in 1970. Niet lang daarna werd ie verboden.

Audi Sport quattro SWB

Audi bracht ons de quattro en zorgde voor een ommekeer in de rallywereld. Vier jaar later onderging ie een metamorfose naar een apert wanstaltige verschijning met carrosserie van kevlar, met meer dan 500 pk werd de snelheid van 0 naar 100 km/u binnen 3,1 seconden bereikt.

Ferrari 250 GT SWB Breadvan

Wat is er nou cooler dan een Ferrari GTO? Uiteraard, een GTO estate. Nou, niet echt. De Breadvan was het product van een vrijbuiter die de strijd met Ferrari zelf aan wilde gaan. Op Le Mans in 1962 leek dat ook te gaan lukken totdat ie uitviel vanwege een haperende aandrijfas.

Peugeot 208 T16

8 minuten en 13,878 seconden. Zo lang had Sébastien Loeb nodig om de T16 Pikes Peak op te sturen en per direct deze 875 kilo zware auto met 875 pk voor eeuwig een plek te garanderen in de annalen van de autowereld. De auto zal nooit meer racen. Hij hoeft niets meer te bewijzen.

Porsche 956

Het record op de Nürburgring is op zich niet cool. Het feit dat het is behaald door deze auto met Stefan Bellof achter het stuur tijdens de kwalificatie van de 1.000-kilometer-wedstrijd in 1983 is wel cool. Waarom? Om de 956.

Mercedes-Benz 300SLR

Algemeen wordt aangenomen dat wanneer deze auto ooit geveild zou worden, het de duurste auto allertijden zou zijn. Dat is echter niet de reden dat wij ‘m noemen. Hij staat hier vanwege z’n overwinning in de Mille Miglia van 1955 bestuurd door Stirling Moss en Denis Jenkinson, die de Duitse techniek opwaardeerden met Brits esprit – de inventieve pacenotes van Jenkinson waren van vitaal belang. De auto zelf is van een onbeschrijflijke schoonheid.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)