


Van de beruchte Batmobile tot de M4 GTS: we kijken naar snelle Beiers die op een strikt dieet zijn gezet
In 1972 kreeg ex-Porsche-fabriekscoureur en voormalig Ford-racemanager Jochen Neerpasch – samen met nog een paar andere slimmeriken – een idee: snelle BMW’s maken. Dit idee is prima uitgepakt. Een van de nieuwere ‘snelle BMW’s’ is de BMW M4 GTS.
Ze dronken een paar laarzen bier en sloegen hun grote voorhoofden tegen elkaar tot er technische magie op tafel lag. De formule bestond maar uit een enkele letter: M. Deze mannen waren de grondleggers van BMW Motorsport GmbH, de snelheidsdivisie die al decennialang volle prijzenkasten bijeen rijdt en een aantal van de coolste en meest iconische auto’s naar de openbare weg heeft gebracht.
Maar voordat M kon gaan racen, moest het nog een aantal wettelijke horden nemen. Het bedrijf moest een homologatiespecial van de E9 maken die de CS, ofwel Coupé Sport, verving. De 3.0 CSL was het resultaat. Als je de taal van BMW niet vloeiend spreekt, zou je kunnen denken dat de L voor het woord ‘lang’ staat, zoals bij veel andere automakers, maar zo is het niet: het staat voor ‘leicht’, ofwel licht. En het dieet waarop de CSL werd gezet was een serieus dieet.
Het staal dat voor de carrosserie werd gebruikt, was dunner, en de deuren, motorkap en achterklep waren allemaal gemaakt van aluminium. Het glas van de ramen maakte ruimte voor perspex en het meeste isolatie- en afwerkingsmateriaal ging regelrecht de vuilnisbak in.
Je herinnert je ‘m om hoe ie eruitziet. De laatste 3.0 CSL’s die werden gehomologeerd, hadden een – inmiddels berucht – illegaal aero-pakket dat bij aflevering nonchalant leek te zijn achtergelaten in de kofferbak, zodat je het zelf op je auto kon schroeven.
Door toedoen van een forse voorbumper, vinnen op de voorspatborden en niet één maar twee achterspoilers kwam ie (officieus) bekend te staan als BMW’s ‘Batmobile’.
Hij is even interessant om te rijden als om naar te kijken. Maar niet vanwege de redenen die je misschien vermoedt. Woeste aerodynamica en stickers die wijzen op een laag gewicht geven je bij voorbaat de indruk dat je met een hardcore racemonster te maken hebt. Maar dat is de Batmobile niet.
De motor vindt het heus niet erg om wat toeren te maken – en klinkt er goed bij – maar met z’n eigenzinnige weggedrag, niet-communicatieve besturing en verouderde banden is het maar het best om de 3.0 CSL kabbelend over landweggetjes te sturen en te genieten van het uitzicht door de ruiten zonder sponningen. Dat kan bepaald niet worden gezegd van z’n hedendaagse, moderne incarnatie: de BMW M4 GTS.
Hoewel de afkorting anders is, hangt de GTS dezelfde lichtgewicht principes aan als de CSL. Al leeft deze BMW wel degelijk in het land van de schreeuwende toeren en het smeulende rubber.
Met zijn achterwielaandrijving en een zescilinder turbo (met waterinjectie om lucht te condenseren voor meer kracht), goed voor 500 pk en 600 Nm, is de GTS niet echt een cruiser. De rolkooi, brandblusser, instelbare ophanging en instelbare aerodynamische attributen, de koolstofvezel carrosseriedelen, de lussen aan de deuren, deurpanelen van McFlurry-plastic en de oranje accenten: het zijn allemaal waarschuwingen dat je moet nadenken voor je op het gaspedaal trapt.
Bij droog weer heeft de BMW M4 GTS een kraakheldere en heerlijk gevoelige voortrein en achterbanden die op afroep een vreugdevuur ontsteken. In natte omstandigheden wordt ie een totale maniak. Springerig en luid, met wilde knallen uit de Akrapovič-uitlaat: je zorgt maar beter dat je goed bent uitgeslapen voordat je ‘m van jetje geeft.
We kunnen niet anders dan bedenken dat het heerlijk zou zijn om een auto te hebben die eruitziet als de Batmobile maar die zou rijden als de BMW M4 GTS. Herinner je de BMW 3.0 CSL Hommage R-conceptcar van een paar jaar geleden nog? Dat is de moderne Batmobile die we echt willen. Dus vort, BMW, maak ‘m. Toe nou.
Reacties