Bescheidenheid is geen trekje waar Ferrari bekend om staat. Insiders vertellen ons tussen neus en lippen door dat de California binnen het bedrijf niet echt werd beschouwd als een hoogte­puntje. Er werden er meer dan 11.000 van verkocht in een decennium. 70 procent was aan ‘nieuwe’ Ferrari-eigenaars, dus die opvatting van ‘hoogtepuntje’ is eerder filosofisch dan economisch. Maar toch: de listige precisie die zo karakteristiek is voor de huidige Ferrari’s ontbrak er bij de California wel een beetje aan, gelukkig is hier de Ferrari Portofino.

Een verbeterde versie van de California

De Portofino moet de balans herstellen, letterlijk en figuurlijk. Een extra shot adrenaline en dynamiek toevoegen aan de bruikbaarheid en veelzijdigheid waar de California-klanten zo dol op zijn. Grin­toso noemt Ferrari dat, ofwel korreligheid. En daarom is er flink gegumd om het, eh, wat dikkige profiel van de oude auto iets minder, eh, geproportioneerd te maken. Want wie rijdt er graag in een niet zo heel erg mooie Ferrari? Met de Ferrari Portofino heeft Maranello’s Centro Stile een spannender uitziende auto afgeleverd. Hij is even mooi met het dak omhoog als naar beneden. Het mag bij Aston Martins sublieme nieuwe DB11 Volante en de volgende generatie van de Mercedes SL dan anders zijn; Ferrari houdt vol dat de klanten liever een opklapbaar hard dak willen, en voert bovendien aan dat zo’n klapgeval minder weegt dan een dakconstructie met een laagje canvas eroverheen. Gewicht besparen op een auto die zo rijk is uitgerust als de Portofino is geen simpel klusje. Maar het is een taak waarop Ferrari’s technische directeur Philippe Krief – ook de man achter Alfa Romeo’s glorieuze Giulia – en zijn team zich met veel vuur hebben gestort.

Waar is de Portofino vooral afgeslankt?

Zo is er een geheel nieuwe aluminium basis waarbij gebruik wordt gemaakt van twaalf verschillende legeringen. Het zit uiterst mooi en slim in elkaar. Neem bijvoorbeeld de a-stijl: op de California bestond die uit 21 separate componenten; nu nog slechts uit twee delen. Hol gegoten buizen zorgen voor meer stevigheid – de nieuwe auto is 35 procent ­stijver dan de oude. Tevens is er gewicht bespaard op de aandrijving en de elektronica, en ook de stoelen, de verwarming, de ventilatie en de dashboardstructuur zijn allemaal lichter dan voorheen. Met z’n 1.664 kilo (inclusief vloeistoffen) is de Ferrari Portofino 80 kilo minder zwaar dan de California T.

Welke motor ligt er in de Ferrari Portofino?

De motor is een herziene versie van Ferrari’s prijswinnende 3,9-liter twin-­turbo V8. Goed voor 600 pk in deze Portofino. Belangrijker: met 760 Nm tussen 3.000 en 5.250 tpm. Verande­ringen in de hardware bestaan onder meer uit herziene drijfstangen en zuigers. Maar ook een gegoten uitlaatspruitstuk en een met 10 procent toegenomen maximale druk in de verbrandingskamer. Dat helpt ’m aan 40 extra pk’s ten opzichte van de California T. Ze komen vooral beschikbaar in de hoogste toeren. Ferrari is er, begrijpelijk, op gebeten om de nieuwerwetse turbomotoren de gasrespons en het sonische karakter mee te geven van de atmosferische V8-motoren waar iedereen stiekem nog naar smacht. Chef aandrijving Vittorio Dini zegt: ‘Om meer vermogen te halen uit een turbomotor ga je niet alleen met de afstelling aan de slag, je moet de motor ook harmonieus, robuust, en rijdbaar maken.’ We zullen het beleven.
De Portofino is technisch gezien de instap-drug om verslaafd te raken aan het Steigerende Paard, de auto die Ferrari-nieuwelingen begeleidt op hun weg naar het Beloofde Land. Maar de eerste keer dat je besluit om ‘m volgas te gaan rijden, moet je jezelf wel even vermannen. Want wat ie verder ook wel of niet is, de Ferrari Portofino is in elk geval niet sloom. Hij gaat van 0 naar 100 km/u in 3,5 seconden, naar 200 km/u in 10,8 seconden, en heeft een top van 320 km/u. Je kunt op basis van die getallen niet met droge ogen beweren dat ie geen heuse Ferrari is. De 3,9-liter V8 klinkt en voelt in elk van z’n kubieke centimeters aan als een waar meesterwerk. De in- en uitlaten zijn gekieteld, en er is een elektrisch bediende vlinderklep, maar elementair is vooral de totale afwezigheide van een turbogat – en dus een razendsnelle gasrespons.

Hij loopt mooi in lijn met de rest van het gamma

Die ouderwetse Ferrari-trekjes zijn gekoppeld aan een vat koppel dat groot genoeg is om de Portofino zelfs bij lage snelheden in zijn zevende versnelling soepeltjes op te kunnen laten komen. En wie anders dan Ferrari had kunnen bedenken om de pulserende soundtrack van de motor te illustreren door middel van grafieken die de bas, de tenor en de sopraan laten zien (van een onderaardse Barry White tot een voluit krijsende Bruce Dickinson)? De V8 maakt een zeldzaam schitterend geluid. Zoals bij alle recente Ferrari’s is ook het veergedrag van de bovenste plank; Ferrari heeft de algoritmes van de magnetische dempers aangepast. Al heeft de Ferrari Portofino zowel voor als achter hardere veren dan z’n voorganger gekregen. De transaxle-bak met dubbele koppeling is onverwacht gemeen in de handmatige modus. Maar over het algemeen doorstaat de Portofino z’n tweezijdige missie met glans. Hij sluipt door dorpen en steden, in plaats van constant als een dolle hond aan de riem te trekken omdat het ’m niet hard genoeg zou gaan. Maar hij is niet perfect, en als dat ergens blijkt, is het wel wanneer je het tempo wilt opschroeven. Dan begint hij ineens op een vreemde manier hyperactief te doen, en hoewel zowel de voor- als de achterkant communicatief blijven, voelt het soms alsof je gevangen zit tussen twee gepassioneerde maar ruziënde echtgenoten.

Is het een kleine 812 Superfast?

Net als de 812 Superfast heeft de Portofino elektrische stuurbekrachtiging. Zoals met alle recente Ferrari’s is het verraderlijk eenvoudig om de grenzen te overschrijden. Je moet er rustig naar op zoek gaan. De nieuwste versie van Ferrari’s e-differentieel heeft er zijn handen vol aan om te zorgen dat de neus de juiste kant op blijft wijzen, en als je ervoor kiest om de manettino in de ‘volledig uit’-modus te zetten, dan kun je maar beter goed hebben geslapen – 600 pk is immers nog altijd veel vermogen. De slimme Side Slip-rijhulpjes die we elders in het Ferrari-gamma treffen, zijn hier niet voorhanden.

De Portofino houdt z’n carrosserie aanzienlijk beter onder controle dan de California T. Al heeft ie nog steeds een bepaalde zachtheid, zelfs in de Sport-modus. Dat kan ervoor zorgen dat je bij hoge snelheden de bibbers krijgt. De hyperalerte besturing helpt daar niet bij. Paradoxaal genoeg is het zo dat hoewel hij veel meer aanvoelt als een echte Ferrari, hij ook veel leuker is om te rijden als je op 60 in plaats van 100 procent van z’n kunnen opereert – en we vermoeden dat de meeste kopers ‘m zo zullen rijden. In die zin heeft het er dus alle schijn van dat Ferrari heel goed naar zijn klanten heeft geluisterd. De Brembo-remmen zouden ook wel wat gevoeliger mogen zijn, maar we hebben geen klachten over hun werking.

Hoe is Ferrari te werk gegaan?

Tijdens het ontwikkelingsproces van de Portofino raadpleegde Ferrari een aanzienlijk aantal klanten. Waarschijnlijk is dit zodoende de meest marktgerichte Ferrari die ooit is gebouwd. Of dat even goede resultaten oplevert als de pure inspiratie waaruit de werkelijk grootse auto’s zijn voortgekomen, valt te betwijfelen, maar op z’n minst heeft de Ferrari Portofino daardoor wel een aantal excellente opbergvakjes voor je smartphone en je Smintjes. Het is allemaal van hoge kwaliteit en ziet er schitterend uit. Ferrari noemt ‘m een +2, en hoewel de stoelen achterin 5 centimeter meer ruimte hebben gekregen, zijn ze nog altijd geschikter om je Prada-tas neer te zetten dan om er mensen onder te brengen. Zelfs als die mensen klein zijn.
De verbluffende annex idiote ergonomie van de 488 heeft plaatsgemaakt voor eenvoudiger klokken, maar het op de Formule 1 geïnspireerde, multifunctio­nele stuur is nog altijd te druk. Misschien dat je er als eigenaar aan gewend raakt; het blijft sowieso een typisch eerste-­wereldprobleem. Het infotainment bereik je via een 10,2-inch HD-touchscreen, waarbij Apple CarPlay een optie is (voor het belachelijke bedrag van 2.700 euro). De airco schijnt 25 procent sneller te werken dan voorheen, en bovendien 50 procent stiller.

Conclusie?

Dit is een Ferrari die hoogstwaarschijnlijk veel meer dagelijkse actie zal zien dan veel van z’n stalgenoten. Een actieradius van ruim 700 kilometer en een realistisch, relatief laag brandstofverbruik (rond de 12 l/100 km) benadrukken dat hij een heuse GT is. Hij heeft ook een behoorlijke laadruimte. Fanatieke golfers in Florida kunnen ’m gerust kunnen bestellen. Dat Ferrari de naam California heeft gedumpt en met een geheel nieuwe naam op de proppen is gekomen, spreekt boekdelen. De Portofino is lichter, sneller, mooier en zit beter in elkaar dan z’n voorganger. Dit stratosferische markt­segment kent vele parels. Denk aan de AMG S 63 Cabrio en de Aston Martin DB11 Volante. Maar ook de Bentley Continental GT, de Porsche 911 Turbo Cabrio. En wellicht zelfs de Rolls-Royce Dawn. Elk van die auto’s vertegenwoordigt een unieke, indrukwekkende manier om je van je eurotonnen af te helpen. Maar slechts één van die auto’s is een Ferrari. En de Portofino is die naam meer waardig dan ooit.

Specificaties Ferrari Portofino


Motor
3.855 cc
V8 biturbo
600 pk @ 7.500 tpm
760 Nm @ 3.000 tpm

Aandrijving
achterwielen
7v automaat

Prestaties
0-100 km/u in 3,5 s
top >320 km/u

Verbruik (gemiddeld)
10,7 l/100 km
245 g/km CO2 G-label

Afmetingen
4.586 x 1.938 x 1.318 mm
(l x b x h)
2.670 mm (wielbasis)
1.664 kg
80 l (benzine)
292 l (bagage)

Prijzen
€ 242.932 (NL)
€ 195.022 (B)

VONNIS
Hij moet de California doen vergeten, en dat zal hem niet erg veel moeite ­kosten. Hij is scherper, lichter en ook mooier. De Portofino is zonder enige ­twijfel een echte Ferrari, maar (of liever: en dus) niet perfect.

Reacties

  • trixie heeft op 28 mei 2018 geschreven:

    deze kan ik met de beste wil van de wereld niet lelijk noemen

    Reageer

Geef een reactie

(verplicht)