Een streberige grote broer hebben die overal goed presteert en de verwachtingen verhoogt, kan al knap vervelend zijn. Nog vervelender: in de voetsporen moeten treden van je kleine broertje. Niets is desastreuzer voor het zelfvertrouwen dan onderdoen voor een klein broertje. De ambitieuze Ford Fiesta ST won harten links en rechts en schopte het tot onze Hete hatchback van het Jaar 2018; en uiteindelijk zelfs tot TopGear Auto van het Jaar 2018. Je kunt dus wel stellen dat de lat hoog ligt voor diens grotere broer, de Focus ST. De missie van Ford voor de Focus luidt ook: hetzelfde lollige karakter als de Fiesta ST, maar dan in een grotere, snellere en volwassener auto.

Een zegen in vermomming

Die torenhoge verwachtingen blijken echter een ‘zegen in vermomming’. Het ontwikkelen van een sportieve auto voor een relatief kleine markt is gegarandeerd een potje duwen en trekken tussen de mensen die de auto ontwikkelen en zij die het budget beheren. De Nederlander Leo Roeks, hoofd van Ford Performance Europe, vertelt dat hij en zijn team bij de Focus ST redelijk hun gang mochten gaan vanwege het succes van de kleine Fiesta ST. De budgetwaakhonden waren overtuigd van de potentie en het was aan Leo en zijn team om dat eruit te halen.

Het resultaat is een Ford Focus ST die keihard z’n best om zowel de Fiesta als de normale Focus af te troeven. En misschien moesten ze ook wel, want door het introduceren van de ST-Line op de verstandiger gemotoriseerde Focussen moet de ST het niet van zijn onderscheidende uiterlijk hebben ten opzichte van de normale Focus. Tuurlijk, verschillen zijn er heus wel – neem bijvoorbeeld de grotere velgen, de uitlaten en de net iets andere grille – maar in het voorbijgaan moet je toch echt even goed kijken.

Binnenin de Ford Focus ST

Binnenin doet de hete hatchback met bijna 300 pk ook niet zijn best om uit te stralen dat je in iets bijzonders zit. Over de lengte van het dashboard plaatst Ford een koolstofvezel strip en hier en daar een logootje, en daar moet je het ongeveer mee doen. Geen ruitjesbekleding, rode stiksels, blauwe gordels of andere smakelijke -buitensporigheden. Wel krijg je een setje mooie en heel fijn zittende Recaro-stoelen, maar dat is het dan ook.

Vergis je echter niet over de intenties van de Focus ST. Voor deze generatie van de hete hatchback pakte Ford de 2,3-liter viercilinder EcoBoost die we kennen uit de Mustang en de vorige generatie Focus RS. In een configuratie met 280 pk en 420 Nm legden ze hem in de c-segmenter. De 0-naar-100-tijd is 5,7 seconden en de topsnelheid is begrensd op 250 km/u. De stopkracht van de flinke remklauwen en 330-millimeter remschijven is zelfs groter dan die van de RS. De Focus ST staat lager en de stuurinrichting werd herzien voor scherpere stuuracties.

Een leger aan systemen

Ford schudde een woordenboek aan afkortingen uit over de ST. De belangrijkste zijn CCD, EBB, EPAS en eLSD. Het Continuously Controlled Damping-systeem past de instellingen van de dempers elke twee seconden aan, de Electronic Brake Booster houdt de remdruk constant onder alle omstandigheden en temperaturen. De elektische stuurbekrachtiging stuurt zwaarder, de slag van het stuur is kleiner dan die van de normale Focus en het elektronische sperdifferentieel met hydraulische actuatoren zorgt voor razendsnelle vermogensverdeling over de voorwielen. Vorige performance-modellen van Ford gebruikten een zogenoemd Quaife-sperdifferentieel, dat pas in actie komt nadat een wiel begint te spinnen. Het elektronische diff gebruikt de gegevens van het ESP en zaken als de stuurhoek om direct de benodigde sperwerking te berekenen en zo actief wielspin te voorkomen.

Zo’n leger aan systemen heeft de potentie om dwars over het rijplezier heen te marcheren. Gelukkig is dat hier niet het geval: de systemen zitten rustig in een hoekje op hun rekenmachines te tikken en passen ongemerkt alles aan. Geen moment heb je het idee dat er een onzichtbare derde hand aan het stuur zit. Die hand is namelijk te druk bezig je mondhoeken omhoog te duwen. Je kunt het niet helpen: zelfs een paleiswacht uit Londen kan in de Focus ST z’n lachen niet inhouden.

Testroute in de buurt van Nice

Ford schotelt ons een asfaltbuffet voor in de buurt van Nice in Frankrijk waarvan diverse stukken gebruikt worden in rallyproeven. Al vanaf de eerste bocht bieden de speciaal ontwikkelde Michelin Pilot Sport-banden enorme hoeveelheden grip en het voelt haast alsof je de auto al jaren kent. De Focus ST stuurt direct en zelfs op delen van de weg waar het asfalt zijn beste tijd heeft gehad, laat de auto zich niet van zijn stuk brengen. Na een paar bochten merk je dat je veel eerder weer op het gas kunt gaan dan je gewend bent bij een voorwielaandrijver. Het sperdifferentieel doet feilloos z’n werk en zelf de meest lompe optrekactie beloont het eLSD met voorwaartse beweging. Het differentieel kan tot 100 procent van het vermogen naar één wiel sturen en dat mist zijn uitwerking niet.

Je merkt dat de natuurwetten willen dat de Focus, omdat hij zo veel kracht naar de voorwielen dirigeert, graag naar links of rechts schiet bij hard optrekken, maar van echt torque steer is geen sprake. De hatchback blaft wel, maar bijt niet. Dat geldt ook voor de balans. De bilpartij van de Ford Focus ST zit niet vastgelijmd aan het asfalt en als jij wat lomp op de rem stampt, of halverwege een scherpe bocht van het gas gaat, voel je de achterkant licht worden en soms zelfs een klein uitstapje maken.

De wiebelige bilpartij laat zich uitstekend controleren – echt listig is de auto geen moment. Het draagt bij aan de wendbaarheid en de speelsheid van de Focus ST. De genen van de Fiesta ST zijn hier duidelijk merkbaar, en dat is een groot compliment.

Laat de viercilinder maar werken

De viercilinder houdt ervan om toeren te maken, waardoor je soms vergeet dat je met een turbomotor aan het rijden bent. Bij het uitkomen van een haarspeldbocht rij je in sommige gevallen net te snel voor de eerste versnelling maar maak je net te weinig toeren voor de tweede versnelling, waardoor je wat lafjes de bocht uit komt (of rijden wij te langzaam?). Een situatie die je niet snel zult tegenkomen, want verder biedt de 2,3-liter turbomotor een enorme bak koppel en vermogen waar je zeker in Nederland voor elke situatie genoeg aan hebt.

De viercilinder klinkt prima vanbuiten en ploft zo nu en dan bij het opschakelen, maar vuurt niet op commando. De nieuwe emissiewetten dwingen autofabrikanten partikelfilters te -plaatsen in de uitlaat, waardoor het geluid automatisch afneemt. Om dat op te lossen, zorgt Ford dat je binnenin een diepe brom hoort via de speakers. Dit laatste klinkt wel erg kunstmatig en is niet zomaar uit te schakelen. Had van ons allemaal niet gehoeven. Een mooie klep in de uitlaat was een betere oplossing geweest, maar dat vinden de regelmakers tegenwoordig ook al niet zo leuk meer.

Genoeg gevoel ondanks elektrische besturing

Qua stuurgevoel merk je heel duidelijk dat de Ford Focus ST elektrische stuurbekrachtiging heeft. Zo fijn als hydraulische stuurbekrachtiging zal het wellicht nooit meer worden, maar Ford weet genoeg gevoel over te brengen in het stuur en zeker in de sportievere rij-modi stuurt de Focus ST lekker zwaar. De stuurinrichting is ook zeer direct: van uiterst links naar uiterst rechts zijn slechts twee omwentelingen nodig. De besturingshoepel is ook uitstekend verstelbaar en zelfs langere mensen kunnen heel goed en laag zitten in de Focus ST.

Belangrijke kritiek die Ford ontving bij de Fiesta ST, is dat de rij-modi te dicht op elkaar zaten. De normale modus was niet onderscheidend genoeg van de Sport-stand. De autobouwer haalt graag de Jekyll & Hyde-metafoor aan. En zeker: het verschil tussen de rij-modi is merkbaar, maar we zouden de Focus ST niet casten voor een Snickers–reclame als zowel het voor- als het na-karakter, daar is het verschil niet groot genoeg voor. In de normale modus zijn de dempers merkbaar zachter, maar het blijft een stugge auto en zweven doet ie allerminst. Vooral bij lage snelheden en drempels merk je goed hoe stug de auto is. Dat betekent overigens niet dat de Focus ST oncomfortabel is; op tempo vangt de auto oneffenheden goed op, dan lijkt het CCD-systeem pas echt zijn werk te doen. Je zou ’m met het grootste gemak dagelijks kunnen rijden; de Focus komt altijd met vijf deuren en passagiers hebben op de achterbank  prima de ruimte.

De prijs van de Ford Focus ST

Dan is er nog de kwestie van de prijs. Ford concludeerde een tijd terug dat de kopers voornamelijk leuk aangeklede exemplaren bestellen. Daarom hebben ze de Nederlandse prijslijst van de ST beperkt tot de dikste versie, de ST-3. In België moet je zelf wat opties aanvinken. De enige grote keuze die je hebt, is of je niet liever de Wagon wilt voor 1.000 euro meer. De prijs van de vijfdeurs is 49.160 euro. Hier wil je (sterker nog: we verklaren je voor gek als je het niet doet) in elk geval het Performance Pack bij bestellen voor 1.200 euro, want dan krijg je de vier rij-modi, de adaptieve dempers, automatisch tussengas, launch control, een schakelindicator en sfeerverlichting in de cabine. Qua prijs scheelt het haast niets met de Renault Mégane RS – wat je voor een groot -dilemma parkeert.

Ford Focus ST



Motor
2.261 cc
viercilinder turbo
280 pk @ 5.500 tpm
420 Nm @ 3.000 tpm
Aandrijving
voorwielen
6v handbak
Prestaties
0-100 km/u in 5,7 s
top 250 km/u
Verbruik (gemiddeld)
7,9 l/100 km
179 g/km CO2
G Label
Afmetingen
4.388 x 1.825 x 1.458 mm (l x b x h)
2.700 mm (wielbasis)
1.543 kg
52 l (benzine)
375 / 1.354 l (bagage)
Prijzen
€ 49.160 (NL)
€ 36.226 (B)

Reacties

  • Wim heeft op 6 januari 2020 geschreven:

    Ik kan deze Focus, gezien de diverse testvergelijkingen met soortgelijke broeders wel een mooie aanwinst vinden. Als ST3 2.0 rijder van net het model hiervoor heb ik ook even overwogen toch een Fiësta ST te kiezen, maar dit nog niet gedaan. Mijn huidige ST bevalt mij, ook met 92.000km op de teller nog steeds bijzonder goed. De auto is prima voor alledaags gezinsgebruik, maar ook heerlijk op een binnenweggetje of een stukje autobahn.
    Wat ik mis en deze nieuwe ST zijn toch de 3 metertjes op je dashboard, voor oliedruk, olietemperatuur en (minder interessant) turbodruk.
    Belangrijk bij een auto met veel pit, ook als ie nog koud is voor mij is de olietemperatuur, Bovendien staat het setje van de 3 metertjes leuk.
    De Recaro stoelen erg zeker goed, maar zouden op de wangen breedte verstelbaar moeten zijn, Voor sommigen zitten ze net te strak.
    De nieuwe ST met performance pack en verbeterde gelimiteerde diff is een verbetering en voorkomt doorslaan van wielen bij het gas geven na een bochtje, vooral bij nat weer wil de vorige ST in 2 of 3 nog weleens zoeken naar grip. dat zou met de nieuwe weer een stukje beter moeten zijn. Blijft zo dat vermogens van 250 tot 300 pk op alleen de voorwielen, zonder technische ingrepen eigenlijk onverstandig zouden zijn..mooi dat de techniek dit allemaal kan regelen…
    Tot slot, Ford heeft veel ervaring met deze onderstellen, levert een praktische hot hatch die zowel/vooral dagelijks maar ook voor de fun steeds voldoende in huis heeft om met plezier nog even een extra ommetje te maken, interieur spreekt goed aan….Dat is waar je bij ons dagelijks, overdag eigenlijk het meest aan hebt. Dat is bijvoorbeeld ook mijn bevinding van de Golf GTi…Goede praktische bruikbaarheid.
    Er zijn andere auto’s met nog wat meer track-hardcore ambitie, zoals bij Honda of Renault, ook Hyundai doet daar al aan mee met de I30N, maar de verschillen zijn eigenlijk op de openbare weg minimaal..of dat hardcore is dan te veel van het goede..
    Smaken mogen verschillen, maar ik kan met zo’n nieuwe ST zeker leren te leven..zelfs als stationwagen leverbaar; heerlijk.
    In ons landje heb je door alle regelgeving (helaas in mijn ogen) te maken met auto’s die (veel) meer potentie hebben als we ooit nodig hebben, maar leuk rijden is het zeker..

    Reageer

Geef een reactie

(verplicht)