Gouden wet in de autowereld: hoe meer motorinhoud, hoe duurder. Een merk dat toch al nooit lekker binnen de lijntjes wil kleuren, maakt gehakt van die wet.
 
Economische wetmatigheid: hoe meer spul je nodig hebt om iets te maken, hoe duurder het wordt. Het spul moet immers wel ergens vandaan komen en de kans dat men daarvoor betaald wil worden, is vrij groot.
 
Lancia denkt daar kennelijk anders over. De nieuwe, maar in principe zeer begeerlijk Ypsilon was er tot nu toe alleen maar met de aparte TwinAir-motor. Een gek maar ontzettend leuk apparaat; de enige tweecilinder in het hele speelveld, die zijn ding ook nog eens ontzettend goed doet. Hij koppelt een (potentieel) enorm laag verbruik aan een enorme gewilligheid tot het draaien van toeren, en produceert daarbij een geluid dat voor de ouderen onder ons ronduit nostalgisch is (want sterk geënt op dat van de oer-Fiat 500) en voor de jongeren onder ons heerlijk sportief en anders klinkt. Daarbij levert dat ukkepukje doodleuk 85 pk, dus iedereen blij, toch?
 
Probleem: het ding is nieuw (de ontwikkelingskosten moeten er ook nog uit), en tot op heden redelijk beperkt toepasbaar (alleen in de Fiat 500 en nu dus deze Ypsilon) en is daardoor betrekkelijk prijzig. Dat is nou weer zonde van zo’n fijn autootje als de Lancia Ypsilon, die per slot van rekening opereert in een veld waar elke euro drie keer wordt omgedraaid.
 
Dat heeft Mamma Fiat doen besluiten de inmiddels oeroude maar al net zo vertrouwde 1.2 Fire-motor ook in de Ypsilon te monteren. Die motor wordt inmiddels gemaakt sinds 1648 (het precieze jaartal is ons enigszins ontgaan, maar het moet rond die tijd geweest zijn) en heeft zich ruimschoots bewezen als een betrouwbare, redelijk onfeilbare metgezel op korte en lange ritjes. Hij levert 69 pk vermogen en 102 Nm koppel, weet de nieuwe Ypsilon in een niet imponerende 14,5 seconden naar de 100 km/u te sleuren en geeft ‘m een top van 163 km/u.
 
Mocht je daarin een soort haha-factor ontdekt hebben – een Land Rover Defender is maar nét langzamer – dan moeten we je toch terechtwijzen: dat ding doet er een eeuw over om bij een stoplicht weg te komen en stoomt dan lekker door, terwijl het bij deze jongen juist andersom is: knallen bij het stoplicht en gaandeweg het niet meer bij kunnen benen. En de Ypsilon is nu eenmaal vooral een stadsautootje, dus daar waar het telt, doet ie het juist uitstekend.
 
Daarbij is de Ypsilon niet zomaar een stadsautootje. We durven rustig de stelling aan dat geen enkel ander droppie zó veel luxe kan bieden op zó weinig vierkante meters. Dus waar iedereen de mond vol heeft over downsizing, maar niemand zin heeft daar ook maar een spatje comfort voor in te leveren: kijk eens naar zo’n Ypsilon.
 
We kennen een hoop merken die een kleintje leuk kunnen aankleden, maar Lancia is toch echt de enige die zo ver gaat dat je zelfs ventieldopjes met een gezellig Ypsilon-logo kunt krijgen. Natuurlijk, dat gaat nergens over, maar het tekent de sfeer. De TwinAir-motor blijft het leukst, maar als je de duizend euro verschil, want zoveel minder kost ie met Fire-motor, dan weer kunt besteden aan leuke luxe-dingetjes – waarom niet?

Lancia Ypsilon 1.2 Fire Evo II 69 pk Silver

 

12/20

 

Cijfers

0-100 km/u: 14,5 s

Top: 163 km/u

Verbruik: 4,9 l/100 km

Motor: 1.242 cc, viercilinder benzine

Aandrijving: voor

Vermogen: 69 pk

Koppel: 102 Nm

Gewicht: 940 kg

CO2: 115 g/km

 

Prijs

NL € 12.900

BE n.n.b.

 

Vonnis

Niet de modernste motor, maar hij doet het nog best en het scheelt wel 1.000 euro die je, zeker bij Lancia, ook aan leukere dingen kunt besteden. Leef je uit

Reacties