Gunst. En toen moest Land Rover opeens hip worden. Als dat maar goed gaat…
 
Je kunt van Land Rover een hoop beweren, maar dat het een hip merk is – nee. Goed, er zijn altijd van die veelal communicatief licht verwarde figuren die vinden dat rijden in een oude Defender, liefst met zo’n snorkel en een batterij stadionverlichting op het dak, het Summum van Hip is. En misschien is dat zelfs wel zo; wij hadden nooit durven vermoeden dat spijkerbroeken met strategisch aangebrachte gaten en scheuren nog eens de duurste die je kon kopen zouden worden, en die droegen die Defender-rijders twintig jaar geleden ook al. Dwalen we af? We dwalen af. Hoe dan ook, afgezien van een kortstondige opleving met de Range Rover Sport, die handig genoeg precies uitkwam toen moeders er achter kwamen dat SUV’s het aangewezen vervoer zijn om de stoepranden voor de school van het kroost mee te trotseren, zijn Land- en Range Rovers nooit op de weg gezet om modieus te zijn. Street credibility is leuk, maar terreincredibility is beter en dus heilig, leek altijd het motto te zijn. En dat siert ze.
 
Het vervelende is wel dat je je doelgroep redelijk klein maakt, zo. Er is niets op tegen dat modderhappers je core business zijn, het is prachtig als je ze inmiddels op vijf formaten kunt maken, maar uiteindelijk moet de schoorsteen gewoon roken, en het is maar zeer de vraag of je dat, met zo’n beperkte visie, op den duur ook gaat lukken. Uit zojuist geheel uit onze duim gezogen onderzoek blijkt immers dat 99,8 procent van de Land- en Range Roverrijders nog nooit ook maar één minuut níet op asfalt heeft gereden, en dat het merendeel van de automobilisten inmiddels een stevige hekel heeft aan grote SUV’s.
 
Gelukkig zijn ze bij Land Rover niet op hun achterhoofd gevallen en ongelukkig terechtgekomen, en dus waren ze al een tijdje aan het broeden op een nieuw model dat dus geen pure terreinwagen en geen pure SUV moest worden. Nu is hij er dan: de Evoque. De naam verwijst, denken we, naar het Engelse evoke, wat ‘oproepen’ betekent, in de zin van ‘herinneringen oproepen’. Wat weer een beetje doet vermoeden dat dit model het afscheid betekent van het oude Land Rover, waarin vierkant en vierwielaandrijving de ongeschreven normen waren, en daaraan hooguit nog flauwtjes zal herinneren. Als al onze vermoedens waar zijn, kan Land Rover zich alvast een ferme schouderklop geven, want je hoeft maar één keer naar de Evoque te kijken om te weten dat je met hetzelfde, en toch iets totaal anders te maken hebt.
 
Natuurlijk zijn veel klassieke Land Rover-elementen aanwezig: de Evoque staat hoog op z’n grote wielen, heeft die typische, stoere grille en rechte lijnen domineren het ontwerp – dat op een kilometer afstand als Land Rover te herkennen is. Toch zal de gemiddelde Land Rover-klant zich een ongeluk schrikken als hij de Evoque voor het eerst ziet, en dat zit hem vooral in de daklijn. Die loopt zó schuin af dat je haast denkt dat de ontwerpers na de voorkant te hebben getekend, opeens het idee kregen dat de auto een coupé moest worden. En het gekke is: ze komen er nog eens wonderwel mee weg ook, want de Evoque is een van de meest geslaagde automobiele mengvormen die we kennen geworden. Er zit van alles in: SUV, coupé, station, zelfs (heel erg uit de kluiten gewassen) hatchback – als je het maar hard genoeg wilt, kun je het erin terugvinden. En toch zal iedereen meteen zeggen: Range Rover. Knap!
 
Voor extra hipheid zorgen modieuze elementen als de led-dagrijverlichting en de mogelijkheid je dak in een andere kleur te laten spuiten dan de carrosserie, en andere details die (geheel in tegenstelling tot de traditie van het merk) geen enkel andere doel dan het visuele dienen: die wat overdreven grijze vlakken onderaan de achterkant en dat leuke luchtroostertje op de flank. Grappig is dat de driedeurs natuurlijk net iets strakker oogt dan de vijfdeurs, maar dat die laatste bepaald niet het sullige, bebrilde en net wat slimmere broertje is. Verre van zelfs, ook hij ziet er uiterst appetijtelijk uit; vandaar dat we deze keer maar eens voor hem hebben gekozen.
 
‘Elke halve zool kan zich met het grootste gemak door normaliter onbegaanbaar terrein worstelen. Gewoon de goede instelling kiezen en gaan’
 
Eenmaal op de bestuurdersplek is het al even herkenbaar waar je in terecht bent gekomen. Typische Range Rover-kenmerken (zoals die middentunnel die door slim materiaalgebruik lijkt door te lopen in het dashboard) gemengd met cool modern spul als een fraai touchscreen en een knop om de versnellingsbak mee te bedienen in plaats van een pook. Veel hangt trouwens af van je eigen keus, want er zijn voor de Evoque zo veel aankledingsmogelijkheden dat je voor een dealerbezoek rustig een weekje kunt uittrekken. Alleen al de stukken dashboard die niet standaard van kunststof zijn; je kunt gaan voor stemmig zwart ‘pianolak’, uiteraard hout, of aluminium, desgewenst met ingegraveerde bloemetjesmotieven. Dat laatste schijnt dan weer de hand van gediplomeerd voetbalvrouw en fulltime gratenpakhuis Victoria Beckham te zijn, die door Land Rover werd ingehuurd voor ‘styling adviezen’. Het geeft, naast een heleboel andere dingen, wel aan hoe veel moeite Land Rover heeft gedaan om de Evoque modefähig te maken.
 
Wie zich, optisch niet helemaal ten ontechte, zorgen maakt over de hoeveelheid (hoofd)ruimte op de achterbank – dat valt opmerkelijk genoeg reuze mee. Je moet ook weer niet al te zeer uit de groeicurve lopen, maar mensen van doorsnee lengte zitten vorstelijk. Ook de bagageruimte is afdoende. De Evoque heeft heerlijke stoelen die, net als het stuur, in zo’n beetje elke denkbare richting te verstellen zijn; een goede zit is een fluitje van een cent. Er zijn voor de sportieve fashionista’s ook érg fraaie kuipstoelen te krijgen, maar die kosten (met nog wat andere dingetjes in een pakket) dik vijf mille en met het reguliere meubilair kun je uitstekend uit de voeten.
 
Wij reden voor de gelegenheid met de SD4, een 2,2-liter turbodiesel met 190 pk en een vorstelijke 420 Nm koppel (hij is er ook in een 160 pk-uitvoering, en je kunt ook gaan voor een 240 pk sterke benzinemotor). Het is de perfecte motor voor de Evoque; stil, betrekkelijk zuinig en vooral beresterk. Een sprintje naar 100 km/u hoeft niet langer dan 8,5 seconden te duren, waarbij de Evoque een gezellige, ondieselige grom laat horen. Niet onbelangrijk is dat je hem echter ook heel gemoedelijk kunt doseren, wat wel zo handig is als je een keer het terrein in zou willen. Want dat hebben we natuurlijk gedaan (moest van Land Rover) en dan blijkt de Evoque allesbehalve een bluf-SUV te zijn.
 
Mede dankzij het voortreffelijke TerrainResponse-systeem (een soort presets voor allerlei soorten ondergrond, van sneeuw tot zand en alles wat daar tussen zit) kan elke halve zool zich met het grootste gemak door normaliter onbegaanbaar terrein worstelen. Gewoon de goede instelling kiezen en gaan – het is bijna te makkelijk en dat bedoelen we als compliment. Eventueel (want optie) kun je je daarbij nog laten assisteren door een hele batterij camera’s die alles om je heen in het display laat zien.
 
Des te opmerkelijker is het dat de Evoque ook op asfalt uitstekend uit de voeten kan. Veel echte terreinwagens laten het daar juist liggen en blijken logge lobbessen die morrend in de bocht hangen alsof ze een zijspanbakkenist zijn. Niets van dat alles in de Evoque. Hij lijkt bochtjes juist weer eens wat anders te vinden en stort zich er op als een puber die zojuist een stapel blaadjes in het bureau van zijn vader heeft ontdekt. De besturing is daarbij precies, en zeker voor een auto met terreinambities, nog redelijk direct ook. We zijn de laatste tijd heel wat ‘normale’ auto’s tegengekomen die, mede door de onstuitbare opmars van elektronische stuurbekrachtiging, aanmerkelijk minder communicatief waren dan deze.
 
Als er al iets is dat niet in het voordeel van de Evoque werkt, zeker in stadse condities, is ‘t het uitzicht rondom. In de enorme a-stijl en de Dombo-oren die ze zijspiegels noemen kun je eenvoudig een overstekende veestapel kwijt, de dode hoeken zijn aanzienlijk en als je even tussen je net niet gesloten vingers doorkijkt, heb je een aardig idee van wat je door de brievenbusvormige achterruit ziet. Bunkervisie, noemen we dat. Het optionele panoramadak geeft een fors ruimtelijker gevoel, al is het jammer dat je nou net nooit die kant opgaat.
 
Wij vinden hem leuk, de Evoque. Zo leuk dat we ‘m uitriepen tot TopGear Auto van het Jaar 2011. Hij heeft iets geheel eigens over zich, iets wat je bij de X3’s en Q5’s van deze wereld niet direct terugvindt. Er is heus wel iets aan te merken; bepaalde afwerkingsdetails en materialen zijn bij anderen heus iets beter voor elkaar, maar echt enorm veel scheelt het niet en het karakter dat die twee concurrenten enigszins moeten ontberen krijg je in de Evoque met karrenvrachten tegelijk over je uitgestort. Hij zou het, zeker in de vriendelijker geprijsde tweewielaangedreven versie, nog wel eens erg goed kunnen gaan doen. Het zij Range Rover van harte gegund.
 
 

Specificaties: SD4 Dynamic automaat


 

Leuk

Oogt geweldig, rijdt prima

 

Niet leuk

Uitzicht rondom, tikje prijzig

 

TopGear-vonnis

Range Rover heeft het voor elkaar: de Evoque is funky en kan nog echt wat ook

 

Prestaties

0-100 km/u in 8,5 sec., top 195 km/u, 6,5 l/100 km

 

Techniek

2.179 cc viercilinder turbodiesel, vierwielaandrijving, 190 pk, 420 Nm, 1.650 kg, 194 g/km CO2

 

Doen!

Meridian-stereo. En een leuk kleurtje

 

Niet doen

Die Beckham-ellende

 

Prijs NL € 65.900

Prijs BE € 46.400

Reacties