Wat als een Aventador je niet krachtig, agressief of luidruchtig genoeg is? Wat kies je dan? Een G-klasse? Of een VelociRaptor?

Twee volle, angstaanjagende seconden lang zijn we los van de aarde. Kortstondig overwint de bijna drie ton zware truck de zwaartekracht en opeens is het geluid van de brullende, supercharged V8 verdwenen. Even is er niets dan een beklemmende stilte, terwijl de gele kolos zich in een huiveringwekkende duikvlucht richting aarde begeeft. Door het gewicht van de V8 duikt de neus van de Raptor als eerste omlaag. Het is alsof de tijd stilstaat. Je hart slaat slagen over en op vrijwel hetzelfde moment wordt de ijzingwekkende schoonheid van het moment wreed verstoord door de gewelddadige landing.

De VelociRaptor mag dan kunnen vliegen; landen doet ie als elke drie ton zware truck. Door de kracht van de knal trachten je longen zich een weg naar buiten te werken. De lange veerweg van de boterzachte vering wordt ineengedrukt totdat de 35 inch terreinbanden zich in de wielkasten vreten. De speciale gewapende plaat onder de voorbumper absorbeert de rest van de klap. Je scheenbenen komen met een dreun tegen de onderkant van het dashboard en je tanden klappen tegen elkaar. Het lawaai is oorverdovend en even zijn we ervan overtuigd dat alle airbags af zijn gegaan. In een flits zien we de fotograaf, die zich ijlings uit de voeten maakt in een poging niet te worden verpletterd door het losgeslagen monster.

Wanneer de Raptor eindelijk tot stilstand komt, zijn we er heilig van overtuigd dat we de voorwielophanging volledig naar de gallemiezen hebben geholpen. Het geweld waarmee de Hennessey VelociRaptor 600 zich ter aarde heeft gestort, staat in schril contrast tot de Mercedes G-klasse, de G 500 4×42, die even later dezelfde sprong maakt en neer schijnt te komen als een ballerina na een zweefpirouette. De dubbel gedempte vering van de Mercedes lijkt nauwelijks onder de indruk te zijn van de landing.

De gedachte achter dit soort trucks is dezelfde als bij grote SUV’s en valt door iedere amateurpsycholoog te doorgronden: vanwege hun afmetingen geven deze monstertrucks de indruk bruikbaar en functioneel te zijn. In een door testosteron gedreven belevingswereld is dit het toppunt van doelmatigheid. Hiermee kan je alles. Voor veel mannen (maar ook vrouwen) zijn dit bovendien auto’s die niet alleen uitblinken in nuttige toepasbaarheid, maar vooral ook door het gevoel van veiligheid dat ze bieden. Ongeacht het feit dat die veiligheid onvermijdelijk ten koste gaat van de arme sloeber die je onverhoopt met zo’n auto verplettert. Het motto in deze gevallen is: hoe groter en hoe krachtiger, des te beter. Deze twee trucks zijn groot en krachtig. Supergroot en superkrachtig, dus als we het devies ‘hoe groter, des te beter’ serieus nemen, dan bestaat er gewoon niets beters dan dit.

Het gele exemplaar ziet er bekend uit. In de basis is het de Ford F-150. Sinds een jaar of veertig is dat Amerika’s best verkopende truck, maar in dit geval is de stoere Ford opgepimpt tot superheldenstatus. Eerst is Ford er zelf mee aan de slag gegaan en toverden ze de F-150 om tot de Raptor. Daarbij werd onder meer de spoorbreedte vergroot tot ruim 185 centimeter, werd speciale vering gemonteerd met een langere veerweg en werd de 6,2-liter V8 gemodificeerd, zodat het vermogen 416 pk bedraagt. De Raptor is daarmee een van de meest gewilde trucks in de VS geworden, met een krachtige combinatie van vermogen en uitstraling. Wil je met 150 km/u door de woestijn jakkeren? Geen probleem met de Raptor.

Ons exemplaar is na de aanpassingen door Ford ook nog eens onder handen genomen door Hennessey Performance uit Texas. In de VS is dit Fords huisleverancier van speciaal getunede auto’s en de producten van Hennessey zijn gewoon via de dealer verkrijgbaar. De Raptor heet nu opeens VelociRaptor en naast een Whipple-supercharger, extra fors bemeten brandstofinjectoren en een tikkie meer intercooling, krijg je 608 pk en een koppel van 843 Nm. In de VS levert zo’n auto je onmiddellijk het aanzien en de status op die je anders alleen verdient als je eerst jarenlang overal verschijnt met cowboyhoed en slangenleren laarzen en je in je vrije tijd te paard hordes koeien over de steppe drijft.

Het is natuurlijk volslagen idioterie: een truck die in nog geen 5,5 seconden van 0 naar 100 km/u accelereert, een breedte heeft van bijna 2,5 meter en een gemiddeld verbruik laat zien van net geen 1 op 4. In de VS kijkt men daar minder van op dan hier, maar niemand heeft zo’n auto natuurlijk echt nodig. Toch straalt de VelociRaptor een vrijmoedige ongegeneerdheid uit. Het is een openlijke, onbevangen en manmoedige karikatuur van zichzelf en dat maakt de VelociRaptor uniek.

‘Eigenlijk vinden we dat deze merkwaardige Mercedes beter rijdt dan de standaard G-klasse’

De zwarte Mercedes G 500 4×42 toont een zakelijker, meer Europees gezicht, maar is tegelijkertijd aanzienlijk duurder. In basis is deze G 500 een vierwielige versie van de G 63 AMG 6×6, Mercedes’ machtige zeswieler. Dat levert dubbel uitgevoerde wielophanging en portaalassen op en meer differentiëlen dan je kunt tellen. De G 500 is voorzien van een gemodificeerde wet-sump 4,0-liter biturbo V8 uit de AMG GT, die in deze G het niet onaanzienlijke vermogen van 422 pk levert. Een juweeltje van technologie, zeker in vergelijking met het haast archaïsche gietijzeren blok uit de Ford. De Mercedes is ruim 30 centimeter smaller dan de VelociRaptor, maar de spoorbreedte is slechts 10 centimeter kleiner. De G 500 is ook wat korter dan de ruim 5,5 meter van de Hennessey, maar met een breedte van ruim twee meter en een hoogte van 2,23 meter is ook de G 500 beslist geen kleine jongen.

Veel van de visuele impact van de Mercedes heeft te maken met de wielophanging. Een portaalas bevindt zich boven het middelpunt van de wielen en heeft eigenlijk een soort verzet aan de binnenkant van de wielnaaf, die de kracht van de aandrijfas omzet. Een mooi systeem met veel voordelen, niet in de laatste plaats een grotere bodemvrijheid, waardoor er meer ruimte ontstaat tussen het differentieel en de as en obstakels die in de weg kunnen staan, zoals rotsen, keien, kleine dorpjes en andere hinderlijke zaken waar je overheen wilt rijden. Ook wordt door dit systeem de aandrijfas ontzien, omdat ieder versnellingsbakje achter de wielnaaf fungeert als een reductie, zodat je uiteindelijk meer koppel kunt krijgen waar het telt: aan het wiel.

Afgezien van deze verborgen zaken zijn er meer in het oog springende details, zoals de monsterachtige 325/55-banden op 22 inch velgen en uitgebouwde wielkasten van koolstofvezel zo groot als fruitkisten. Om dat alles in bedwang te houden is er per wiel een dubbel uitgevoerd parallel systeem van schokdemping, zoals we dat ook zien op de werkelijk serieuze woestijn- en terreinwagens. Een van die twee dempers heeft vaste parameters, de andere is elektronisch instelbaar. Het biedt de G 4×42 een ongekende flexibiliteit, zowel in het terrein als op de openbare weg. Er zijn drie sperdifferentiëlen, een hele waslijst met systemen met ingewikkelde afkortingen en heuse zij-uitlaten. En laten we eerlijk zijn: iedereen wil zij-uitlaten, want niemand zit te wachten op een paar saaie pijpjes aan de achterkant. Deze G 500 heeft fatsoenlijke terreinbanden met beadlocks, zodat met lage spanning gereden kan worden, maar eerlijk gezegd heeft de Mercedes die niet nodig, want voordat je zo weinig grip hebt dat je de bandenspanning moet verlagen, moet er echt heel wat gebeuren.

Rijden met de G 500 is een merkwaardige ervaring. In het interieur is het – afgezien van een paar extra schakelaars – eigenlijk niet anders dan in iedere willekeurige luxe G-klasse. Heel veel leer, comfort en een boel glimmende dingen. Van binnenuit kun je de uitgebouwde wielkasten niet echt goed zien, maar wat wel opvalt, is dat je absurd hoog boven het wegdek zit. Toch rijdt de 4×42 niet alsof ie op stelten staat. Eigenlijk vinden we dat ie beter rijdt dan de standaard G-klasse. Zowel op de weg als in het terrein.

‘De supercharger van de Raptor jankt als een turbinemotor, de uitlaat krijst als een gewonde olifant’

De Mercedes voelt luxueus en exclusief aan. De achteras van de Raptor, met z’n enorme bladveren, bibbert en klappert, terwijl de G 500 alles gladstrijkt. Waar de lagere, bredere Ford in bochten sterk overhelt, blijft de hoge Mercedes onverstoorbaar en keurig recht op z’n pootjes. In de Ford moet je blijven denken: aanvalshoek, zwaartekracht, overhellen, de rechte lijn. De Mercedes rijdt – met uitzondering van hoge stenen muren – zonder misbaar overal overheen. Niet dat het de Raptor veel uitmaakt, want obstakels die hij niet kan nemen, daar rijdt ie waarschijnlijk gewoon dwars doorheen. De Raptor kan allerlei kunstjes die de Mercedes niet kan. Zo kan je er een achterwielaandrijver van maken en het achterste differentieel vergrendelen. Op die manier kan je met bijna drie ton aan terreinwagen gaan driften. Het is duidelijk. De VS en Duitsland: verschillende culturen, een verschillende benadering.

De Hennessey is beslist geen slechte terreinwagen. Ondanks de soepele vering voel je een onverwacht grote betrokkenheid bij het rijgedrag, en wanneer je een beetje oppast waar je je wielen neerzet, kun je vrijwel iedere hindernis trotseren. De enorme spoorbreedte is makkelijk om uit geulen en sporen te blijven en de terreinstand, schakelbare 4×4-modus en lage overbrenging stellen je in staat om onder vrijwel alle condities de gang erin te houden. Voor een auto die zich van nature het beste thuisvoelt onder droge, zanderige omstandigheden, kan de Raptor opvallend goed overweg met modder en blubber. De grommende V8 blijft trekken, zelfs bij toerentallen waarop de supercharger geen extra vermogen levert.

Toch kan de Mercedes de Ford een waardevolle les leren. De gedoseerde afgifte van het koppel en het atletisch vermogen van de wielophanging en vering zijn een genot. Het stelt de G 500 in staat om zelfs de meest idiote hobbels te nemen en onmogelijke hellingen te beklimmen. Het geluid van de V8 uit de sidepipes werkt aanstekelijk. Je zou bijna gaan gorgelen met Euro 95. De Mercedes oogt en klinkt als een straat-legale versie van een Dakar-monster.

Op de openbare weg is het niet anders. De Ford voelt kolossaal, zacht geveerd en zwaarlijvig aan. De Mercedes juist vaardig, vlug, behendig en zelfs een beetje sportief. Maar de Raptor heeft één belangrijke troef achter de hand, en dat is snelheid. Genereuze, compromisloze, onvervalste snelheid. Druk het gaspedaal van de VelociRaptor helemaal in en laat de V8 doortrekken naar z’n maximum toerental en de gele truck gaat er vandoor met de snelheid van het licht. De supercharger jankt als een turbinemotor, de uitlaat krijst als een gewonde olifant en van die prachtige, immense gele woonboot is al snel niet méér zichtbaar dan een klein vlekje aan de horizon.

De versnellingsbak van de Ford kan zich in niets meten met die van de Mercedes. Het trage overschakelen van de Raptor duurt eindeloos en is bijna komisch vergeleken bij de scherpte van de zeventraps automaat van de G 500. Toch blijft de snelheid die de Raptor kan ontwikkelen ontzag inboezemen. De Mercedes verslaat de Ford met gemak in bochten, maar in een rechte lijn gaat er niets boven onvervalste paardenkrachten.

In alle eerlijkheid is dit natuurlijk geen echte wedstrijd. De Hennessey VelociRaptor kan voor een bedrag worden aangeschaft dat zich (exclusief belastingen, let op) nog aan de sympathieke kant van een ton bevindt. Dan krijg je alle opties, speeltjes en grapjes erbij. De Mercedes G 500 4×42 mag dan officieel het productiestadium dicht zijn genaderd, maar je kunt nog steeds niet even bij de dealer binnenlopen om er een uit voorraad te bestellen. Volgens Mercedes bouwen ze er graag een voor je, maar reken dan (ook weer exclusief belastingen) op een bedrag dat het kwart miljoen ruimschoots overstijgt.

Deze twee auto’s staan hier ook niet om een onderlinge strijd te slechten. Ze zijn indicatief voor een subcultuur. Een groeiende groep mensen die het zat is dat ze een supercar alleen kunnen gebruiken wanneer ze een circuit afhuren of wanneer ze bereid zijn hun rijbewijs in te leveren en de wereld een tijdje vanachter een paar ijzeren staven te bekijken. Dit zijn daarom de nieuwe supercars. Auto’s waarmee je ook een hoop lol kunt beleven met 15 km/u in ruig terrein. Een supercar waar je je hele familie in kwijt kunt en die je praktisch in kunt zetten, maar waarmee je ook gegarandeerd nog meer bekijks hebt dan in een Ferrari of Lamborghini.

Enorme bruikbaarheid in plaats van enorme prestaties. Deze auto’s zijn opwindend, opzichtig, lawaaiig, pompeus en een beetje raar. Laat dat nou toevallig alles zijn wat een goede supercar moet zijn. Bovendien zijn ze opmerkelijk praktisch en kunnen ze veel. Nou ja, op vliegen na dan.

Mercedes-Benz G 500 4x42

Motor
3.982 cc
V8 biturbo
422 pk / 610 Nm

Aandrijving
vier wielen
7v automaat

Prestaties
0-100 km/u in 6,5 s
top 220 km/u

Verbruik (gemiddeld)
n.b.

Afmetingen
4.762 x 2.101 x 2.250 mm (l x b x h)
2.850 mm (wielbasis)
2.996 kg

Prijs
ca. € 300.000 (excl. belastingen)
Hennessey VelociRaptor 600 Supercharged

Motor
6.210 cc
V8 supercharged
608 pk / 843 Nm

Aandrijving
vier wielen
6v automaat

Prestaties
0-96 km/u in 5,2 s
top 177 km/u

Verbruik (gemiddeld)
n.b.

Afmetingen
5.603 x 2.192 x 1.994 mm (l x b x h)
3.386 mm (wielbasis)
ca. 2.850 kg

Prijs
ca. € 88.000 (excl. belastingen)

Reacties

Meer van TopGear