Sommige auto’s worden domweg niet begrepen. Wat doe je dan, als fabrikant?
Nou gewoon: stug doorgaan.
 
Het is alweer een tijdje terug dat we door Mercedes-Benz werden uitgenodigd om eens mee te doen aan een terreinwagencursus. Niet zo’n speciaal persevenement, nee, een cursus die werd aangeboden aan klanten die ooit een vierwielaangedreven Mercedes hadden gekocht, en die zo eens konden meemaken waartoe hun auto zoal in staat was. Klonk leuk. Dus daar kwamen we aan, met onze door de importeur ter beschikking gestelde, ‘van het gehele optieboekje voorziene’ G 500 ter waarde van een paar miljard euro, met de intentie hem eens onbehoorlijk smerig te gaan maken.
 
Er was nog een enkeling met een G-klasse, maar het overgrote deel van de aanwezige klanten, gegoede vijftigers voorzien van gezellig embonpoint en dito echtgenote met kortgeknipt haar in diverse kleurstellingen en lekker malle bril, bleek eigenaar van een M-klasse. Tijdens de cursus (‘Kijk, zo schuin kan hij, zo diep, en die rots, daar kun je gewoon overheen’) waren de oh’s, ah’s en gilletjes van angst en opwinding niet van de lucht. Het was zonneklaar dat de cursisten geen flauw benul hadden van de werkelijke capaciteiten van hun auto’s. Na afloop dus maar eens een rondje gemaakt met de vraag waarom ze nu juist een M-klasse hadden aangeschaft. Wat bleek: heel, héél soms bleek de eigenaar in bezit van boot- of paardentrailer en was het trekvermogen van de M de voornaamste (en zeer legitieme) reden van aanschaf. Maar het overgrote merendeel van de aanwezigen was unaniem in de verklaring: ‘Je zit er zo lekker hoog in’. Het heeft enige uren geduurd voor onze opengevallen mond weer dicht wilde.
 
Waarom? Waarom doe je als fabrikant je best om een auto te voorzien van de meest geavanceerde 4WD-techniek als je klanten hem toch alleen maar kopen vanwege z’n zitpositie? Nu zou Mercedes wat ondiplomatiek maar uiterst realistisch kunnen zeggen: wat kan ons het schelen waarom ze een M-klasse kopen – áls ze er maar een kopen. Maar de werkelijkheid is anders. Die terreincursus was niet representatief. Mensen die weten wat een ML echt kan, komen daar niet. En Nederland speelt qua representativiteit natuurlijk al helemaal geen enkele rol. Nee, dan Amerika. Daar wel eens gereden? Op die wegen? Gezien hoe veel niet-wegen er daar zijn? Nou, daar verkopen we er verreweg het meest. Daarbij: maakt het iets uit? Rijdt een SLK-eigenaar altijd open? Gaat een SLS-rijder elke bocht dwars? Heeft elke Estate-bezitter een hond? En een goedemiddag verder.
 
De geheel nieuwe M-klasse zal hetzelfde lot beschoren zijn. Ofwel: barstensvol prachtige techniek die (oké: bij ons) hooguit gebruikt zal worden om comfortabel de stoep op en af te kunnen rijden. De mensen die voor eerdere ML’s vielen, zullen dat voor de nieuwe vast ook doen, want hij zit weer lekker hoog en ziet er prima uit. Wat hoekiger en stoerder dan zijn voorganger, maar rond genoeg om er niet een soort extra large-versie van de GLK, of een extra small-versie van de GL van te maken. Zeker door het handhaven van die kenmerkende C-stijl blijft ie voor iedereen herkenbaar, terwijl niemand zal denken dat het om een mild faceliftje gaat.
 
Het interieur is uiteraard ook meegenomen en ziet er uitstekend uit. Je kunt het natuurlijk geheel naar eigen smaak (of wansmaak) optuigen, de combinaties houten of aluminium strips en leerkleuren zijn ontelbaarder dan ooit tevoren. Alle bekende elektronische veiligheids­systemen zijn uiteraard leverbaar (een groot aantal is standaard), nieuw is bijvoorbeeld de mogelijkheid tot een breedband-internetverbinding met een aantal speciaal ontwikkelde apps. De zitpositie is uitstekend instelbaar, de stoelen zijn (zoals bijna altijd bij Mercedes) van grote klasse. Ruimte en variabiliteit van het interieur waren al nooit een probleem en dat is zo gebleven.
 
Wel veranderd is het motorengamma. Gemiddeld zijn de motoren zo’n 25 procent zuiniger dan hun voorgangers. Meest opvallende in het spectrum is ongetwijfeld de 250 BlueTec; dat is namelijk ‘maar’ een viercilindertje, nota bene van ‘maar’ 2,1 liter inhoud, en dat voor zo’n rijdende bouwkeet van 2.150 kilo.
 
Nou flikte Mercedes datzelfde kunstje al eerder (en kwam er wonderwel mee weg) met dezelfde motor in de S-klasse, maar zo’n ML stelt toch wat andere eisen aan een motor. Wel, niemand hoeft zich zorgen te maken, want de 204 pk vermogen en vooral de 500 Nm koppel die de motor produceert, zijn ruim voldoende om de gang erin te houden. Die kolenschoppen vol trekkracht zijn al bij 1.600 toeren volledig paraat, wat uitstekend van pas komt bij de heel lage snelheden die je in lastig terrein nog wel eens moet gebruiken.
 
Mercedes was zo aardig om tijdens de testroute een oude steengroeve aan te doen waar we konden ervaren waartoe de ML zoal in staat is. Dat is behoorlijk indrukwekkend, zeker door het (optionele) On&Offroad-pakket, waarmee je à la Land Rover uit een aantal voorgeprogrammeerde standen kunt kiezen die je auto instellen op de te trotseren ondergrond. Naast vervelende keien, modder en water zat er in het parcours een lange helling met een percentage van 80 (ofwel: na 100 meter zit je 80 meter hoger of lager). Dat ziet er behoorlijk eng uit (om niet te zeggen onmogelijk), maar de ML leek er geen enkele moeite mee te hebben. Er zijn niet heel veel SUV’s die ‘m dit nadoen.
 
Minstens zo imposant en eigenlijk veel belangrijker is z’n weggedrag op asfalt. Daar valt zo goed als niets op af te dingen. De ML is bijzonder comfortabel maar gaat tegelijkertijd enorm strak door bochten. Als je dan ook nog het nieuwe Active Curve System bestelt, zorgt dat systeem ervoor dat je zo goed als niet overhelt in bochten, wat gezien het torenhoge zwaartepunt van de auto een hele prestatie is. Er is eigenlijk maar één mekkerpuntje, en dat is dat de viercilinder diesel behoorlijk wat lawaai maakt, zeker in vergelijking met zijn grotere broers die werkelijk fluisterstil zijn. Als dat het ergste is. Als we dan toch zo nodig een SUV willen, dan kunnen we geen reden bedenken waarom het geen ML zou moeten zijn.
 
 

Specificaties: ML 250 BlueTec 4Matic


 

Leuk

Geweldenaar op én naast de weg

 

Niet leuk

Optieprijzen zijn, eh, stevig

 

TopGear-vonnis

Topper in z’n klasse die zowel op asfalt als in de Himalaya indruk maakt. Zelfs met een viercilindertje

 

Prestaties

0-100 km/u 9,0 sec., top 210 km/u, 6,0 l/100 km

 

Techniek

2.143 cc viercilinder, turbo, vierwielaandrijving, 204 pk, 500 Nm, 2.150 kg, 158 g/km CO2

 

Doen!

Bij veel terrein: On&Offroad-pakket

 

Niet doen

Bij alleen asfalt: On&Offroad-pakket

 

Prijs NL  € 69.900

Prijs BE  € 55.660

Reacties