Mini groeit, en dat mag je letterlijk nemen. Niet alleen is het merk wereldwijd populair, als gevolg van het volwassen(er) worden van hun initiële jeugdige klanten is er ook behoefte ontstaan aan meer ruimte. En dus heeft de Countryman inmiddels het formaat en de looks van een kleine Range Rover. Wat doe je dan om ‘nieuw bloed’ met een minder kinderchaufferende levensstijl tegemoet te komen? Precies: je frot een fris model tussen de basis-Cooper en die Countryman in. Wat je dan krijgt: deze Mini Aceman SE.
Dat wil zeggen: de Aceman SE is de middelvlotte versie die wij voor deze test rijden. Er zijn ook een gewone Aceman E en een JCW Aceman te krijgen. Eén dingetje: ze zijn altijd elektrisch, in tegenstelling tot de Cooper en Countryman. Mag je wat van vinden, maar dat verandert er niks aan (nou ja, misschien als je met duizenden gelijkgestemden boze brieven naar Oxford/München gaat sturen).
Inhoud Mini Aceman SE (2024) review
Wat is er nieuw aan deze Mini Aceman SE?
Nou, het is een nieuw model, dus best wel veel. Hij is even groot als de allereerste Countryman – wat dat betreft bevestigt ie dat dat voor veel mensen nog altijd een prima formaatje is. Hij is er zoals gezegd in drie motorversies, waarnaast je uit vier uitvoeringen kunt kiezen: Essential, Classic, Favoured en JCW. Die laatste gaat niet per se samen met de heetste aandrijflijn – er is ook een optisch JCW-pakket.
Om te zien vinden we de Aceman niet meteen heel spannend. Hij kijkt een beetje droevig uit z’n hoekige koplampjes, alsof iemand hem z’n lolly heeft afgepakt. Gelukkig kun je ‘m – je kent Mini – uitgebreid opfleuren met allerlei kleurtjes en accentjes. Je kunt zelfs kiezen voor een dak met kleurverloop van voor naar achter. Gaat ons net wat ver, maar een vrolijke laktint is altijd aan te raden.
Hoe rijdt ie?
Het is misschien wat makkelijk gezegd, maar het klopt wel: het is een Mini, dus dit gedeelte is voor elkaar. De zit in de Aceman SE is niet erg hoog, het onderstel geeft het wegdek aardig door en de besturing is direct en levendig. Afhankelijk van de rijmodus (er zijn er ongeveer 114, compleet met licht- en geluidseffecten) voel je ook nog best wat gewicht in je handen, wat welkom is.
Want: de SE is met zijn 218 pk (van 0 naar 100 in 7,1 seconden) precies vlot genoeg om je op een toffe weg te verleiden tot een potje ravotten. Hij krabbelt dan een beetje met z’n voorwielen, pompt z’n Go-Kart-soundtrack door de speakers en bezorgt je een forse grijns terwijl hij je van bocht naar bocht sleurt. Ondanks dat hij ruim 20 centimeter langer en 5 centimeter hoger is, met een 8 centimeter grotere wielbasis, weegt hij slechts 105 kilo meer dan een Cooper SE. Dat dat verschil zo gering is, uit zich in zijn überlollige rijkarakter. Hij komt trouwens ook best een eind op een acculading: tot 405 kilometer volgens WLTP.
Hoe is het interieur van de Mini Aceman?
In lijn met dat van de recente Cooper en Countryman. Je krijgt dus een cool rond infotainmentscherm dat zich intuïtief laat bedienen, en fraaie gerecyclede stofjes op stoelen, deuren en dashboard. De deurgrepen zijn rare knotsen die je kunt vastgrijpen en rond het telefoonplateau steken een soort schuine staanders omhoog. De ventilatie is fraai weggewerkt, gekleurde spotjes zorgen voor de sfeer en de leeslampjes kun je in- en uitschakelen door eroverheen te aaien. Het barst hier van de aandacht voor detail.
En ja, er zijn nog echte knoppen. In het midden, onder dat scherm, vind je een clustertje met de nuttigste functies. Een tellerdisplay achter het stuur is er niet, maar wel een HUD-flapje waarop je je snelheid en andere handige info kunt aflezen. Het is een mooi, functioneel en origineel geheel.
Verder nog bijzonderheden?
Nou, laten we het nog even hebben om de reden waarom je een Aceman boven een Cooper zou verkiezen: de ruimte aan boord. Voorin zit dat sowieso goed, en hoewel hij achterin niet zo balzaalachtig is als de nieuwe Countryman, scheelt het enorm met de Cooper. Voor een volgroeide (fysiek dan) TG-redacteur is het er aardig toeven, en dat zonder het typische EV-trucje met de gekantelde zitting en je knieën in de lucht.
Wat is de prijs van de Mini Aceman?
Die is even slikken, maar ook dat ben je wel van Mini gewend. Waar een elektrische Cooper in Nederland rond de 36 mille begint, mag je voor een Aceman minimaal 39.657 euro aftikken (exclusief subsidies). In België is ie om een of andere reden een stuk toegankelijker: daar betaal je 33.350 euro. De Aceman SE die wij hier testen, komt op 41.657 euro, al kost onze lekker opgetuigde Favoured-uitvoering, schrik niet, 49.157 euro. In België zijn die prijzen respectievelijk 37.350 en 43.730 euro. Wil je de snelste JCW met 258 pk, dan mag je zelfs minimaal 52.490 euro (45.550 euro in België) bij de dealer achterlaten.
Dus, moet je de Mini Aceman kopen?
Daar is zeker iets voor te zeggen. De Cooper SE had ons al snel overtuigd toen we ‘m testten, maar de beperkte ruimte aan boord kan voor sommigen een struikelblok zijn. Dat een Countryman dan weer net te veel van het goede is, snappen we ook. Dus de Aceman heeft in het huidige Mini-gamma absoluut bestaansrecht. Of er nog concurrenten te benoemen zijn? Ja, zat. Maar ook nee – want we weten allemaal dat wie eenmaal heeft besloten dat het een Mini moet worden, met weinig anders meer genoegen neemt. En de Aceman zou dan weleens precies aan het ideale plaatje kunnen voldoen.
Mini Aceman SE Favoured specificaties (2024)
Aantal motoren | 1 |
Power | 218 pk/160 kW, 330 Nm |
Accu | 54,2 kWh |
Aandrijving | voorwielen, traploos |
Acceleratie | 0-100 km/u in 7,1 s |
Topsnelheid | 170 km/u |
Verbruik | 14,0 kWh/100 km |
Actieradius | 405 km |
Laadtijd | 31 min. bij 95 kW (10-80%) |
Afmetingen | 4.079 x 1.754 x 1.514 (l x b x h) |
Wielbasis | 2.606 mm |
Gewicht | 1.785 kg |
Bagage | 300/1.005 l |
Prijzen | € 49.157 (NL) / € 43.730 (B) |
Reacties