De GT2 is de nieuwste en vermoedelijk beste 911 aller tijden. Maar dat valt maar op één manier vast te stellen en dat is door middel van een gezellige broedertwist.
 
‘Moet je horen, ik rijd een snel rondje in een Ferrari 599’, vertelt Walter Rohrl. ‘We hadden er eentje om mee proef te draaien. Ik zag een auto voor me en dacht dat ik die wel kon inhalen. Toen ik dichterbij kwam, zag ik dat het ook een 599 was. Hij had last van overstuur, dook wijd de Galgenkopf in en toen passeerde ik hem. Afijn, toen ik bijkwam, dook die andere 599 naast me op. Het raampje schoof omlaag en de chauffeur zei: ‘Eikel! Je hebt me ingehaald, hier, in een Ferrari! Het was Michael Schumacher.’
 
Rohrl steekt zijn bijna komisch lange armen op en begint te lachen. Hij is zonder twijfel de heersende Ringmeester. Voor alle duidelijkheid: hij reed de Nürburgring in zeven minuut 59 in die 599 – wat schandalig snel is. Maar de testpiloot van Porsche is hier vandaag niet om over Ferrari te praten. Vandaag gaat het om de nieuwe GT2, de krachtigste 911 die ooit in het openbaar heeft rondgereden. Hij heeft 523 pk, een koppel van 679 Nm, gaat in 3,7 seconden van nul naar honderd, in 7,4 naar 160 en heeft een topsnelheid van 330 km/u, waarmee hij de eerste 911 is die boven de 320 km/u komt. Hij kost bijna drie ton en Porsche ziet hem zelf als de meest uitontwikkelde GT2 tot nu toe.
 
Walter deed er een rondje Nordschleife mee in zeven minuut 32. ‘Ik heb tijdens dat rondje elf auto’s ingehaald’, zegt hij en slaat zijn armen weer over elkaar. Rohrl is een tikje merkwaardig, dat zal iedereen bevestigen die ooit de eer heeft gehad naast hem te mogen zitten in een auto. Met robotachtige precisie en nul zichtbare inspanning laat hij auto’s waanzinnig hard rijden. Maar hij is bovendien verschoond van elke soort van ijdelheid; hij doet gewoon zijn werk. Daar kunnen we allemaal een voorbeeld aan nemen.
‘Nadat hij bijna ten onder ging aan yuppen komt de 911 aan het einde van 2007 toch weer aankakken als formidabelste weggebruiker ter wereld’
 
De 911 doet daar wel een beetje aan denken. De marketingboys van BMW mogen de kreet geijkt hebben, maar hier hebben we nou echt de ultieme ‘rijmachine’. Ruim veertig jaar na zijn introductie en twintig jaar nadat hij bijna ten onder ging aan yuppen komt de 911 aan het einde van 2007 toch weer aankakken als formidabelste weggebruiker ter wereld.
 
Het ware probleem is: welke moet je kiezen? De Carrera S is heerlijk en zeker zijn geld waard, maar toch niet bijzonder genoeg. Turbo Cabriolet? Kan iemand dat joch van de smaakpolitie waarschuwen? Dus gaat het eigenlijk tussen de Turbo, de GT3 en nu de GT2.
 
Bij nauwkeurige bestudering van de onderkant van de kunstzinnige achterzijde van de GT2 zie je twee enorme luchtinlaten die meer lucht toelaten onder hogere druk. De turbo’s werken met een maximale druk van 1,4 bar, wat 0,4 bar meer is dan bij de bestaande editie. Dan heb je nog het nieuwe inlaatsysteem dat geen hete perslucht gebruikt om het mengsel van zuurstof en brandstof te ontsteken, maar koudere lucht (volgens Porsche is dit een novum). Onderdruk, overdruk, resonantie, oscillatie – het komt hier allemaal voor, maar het resultaat van al deze mechanische voodoo is 523 pk bij 6.500 toeren, een constant koppel van 679 Nm tussen 2.200 en 4.500 toeren (de gewone Turbo met optionele Sports Chrono produceert 679 Nm maar alleen in tijdelijke pieken), en dat bij een lager brandstofverbruik – gemiddeld 1 op 8. Die opvallende inlaattoestand is niet het enige, ook het uitlaatsysteem is meer dan indrukwekkend: de knalpot en pijpen zijn van titanium. Waarom? Omdat het duurzamer is, de hitte beter afvoert en 50 procent lichter is dan roestvrij staal.
 
De gewone Turbo neemt bochten met een ongelooflijke snelheid. Hij is zo goed, zo competent, dat het bijna vervelend wordt. Verveling is niet iets wat bij je zal opkomen als je in de GT2 een bocht nadert. Net als zijn minder licht ontvlambare broeders is hij nu uitgerust met het Porsche-stabiliteitssysteem dat toezicht houdt op verticale en laterale belading, tractie- en remkrachtverdeling. Je kunt het in deze auto in drie fasen uitschakelen, maar de afstelling ervan is zo volmaakt dat je gek zou zijn als je het deed. Zelfs bij vochtig weer presteert de GT2 obsceen goed. Misschien te intimiderend om aan te passen, maar wie wil er nou een 911 met 523 pk aanpassen?
 
Conclusie? Dit is de klassieke 911-gewaar-wording maar dan sneller en beter: extreme prestaties, Herculische tractie uit de bochten, gigantisch remvermogen. Het is een superbe ingenieursprestatie: hij is zo snel als een Carrera GT, maar veel malen meer gecontroleerd. Hij zou De Langverwachte moeten zijn. Maar dat is hij niet, dat is de GT3. Het is formidabel leerzaam om ze naast elkaar te rijden. Echt, na twintig seconden in de goedkoopste en minst krachtige van de twee en je bent overtuigd. Na een halfuur krijgt het iets spiritueels. De GT3 is echt heel bijzonder.
 
Op deze onbekende weg is de GT3 zo goed dat het bijna griezelig wordt; remmen, sturen, schakelen, optrekken – het hele proces wordt in zulke duidelijke, eenvoudige en verpletterend efficiënte porties opgedeeld dat het kinderspel lijkt. Als Jimi Hendrix op gitaar of Miles Davis op trompet; een intuïtief genie dat zijn gang gaat. Over muziek gesproken, hij klinkt ook veel beter dan de GT2 en de Turbo. Geforceerde inductie is leuk als je van scheuren houdt en er zijn weinig dingen die zo’n scheurend kabaal maken als de GT2. Maar de normaal aangeblazen GT3 jaagt boven de 4.000 toeren naar een Wagneriaanse climax.
 
Hij is ook rechtlijniger. Ondanks de goede bedoelingen en alle inspanningen van Porsche lijdt de GT2 nog steeds aan een zekere mate van naijlen. Niet veel, begrijp me goed, maar toch moet je je instructies nauwgezet timen. De GT3 gaat gewoon en geeft je exact de juiste hoeveelheid tegenspel. Gesteld dat je gelooft in het credo van de standaard-911 – de voortstuwing achterin, geen gewicht voorin – dan is dit de beste. Oké, hij is minder snel dan de GT2, maar van nul tot honderd in 4,3 seconden en een top van 309 km/u is het soort minder snel waarmee valt te leven.
 
En betekent dat dat de Turbo zo’n beetje het midden houdt tussen die twee en dus de optimale keuze is? Als het gebruiksmodel dat het van origine is, ja. Zijn prestaties op een nat wegdek zijn uitstekend en hij heeft meer grip dan je ooit nodig zult hebben. Als oefening in technische vaardigheden is hij zo goed als feilloos. Maar je moet er als een complete gek in rijden om hem werkelijk te leren kennen en hoe snel je de bocht ook induikt en hoe laat je ook remt, hij redt het. Het is bijna onmenselijk, maar het is inderdaad de ultieme ‘rijmachine’. De ultieme 911 is echter de 911 die beseft dat het uiteindelijk om de chauffeur draait. Dat is precies wat de GT3 doet.

Reacties