Tijdens de onthulling van de Range Rover Velar hoorden we dezelfde kritiek van verschillende kanten. Mensen vonden het maar niets dat terwijl Land Rover een naam uit het verleden gebruikte (de prototypes van de Range Rover in 1969 heetten Velar), het de traditionele waarden onvermeld liet.

Is de Velar geslaagd als 4×4?

Op het lanceringsfeest in Londen kwamen nauwelijks de woorden ‘niet te stoppen’, ‘handig’, ‘bruikbaar’ en ‘terrein’ uit de monden van de mensen van Land Rover rollen. Ze hadden het vooral over z’n vormgeving (hoewel ze liever het woord ‘design’ gebruikten) en de nieuwe interface: een serie mysterieuze, hoogglanzend zwarte schermen. Goed materiaal voor een indoor-feestje in het Design Museum, natuurlijk, maar wat zou je er in de wildernis aan hebben? Range Rover is meer dan alleen traditie. Sterker nog: het bedrijf is behoorlijk vooruitstrevend. De vorige Range Rover was de eerst geheel uit aluminium opgetrokken SUV, en had een vroege vorm van TFT-instrumenten (jaren voordat Audi die had). Range Rover bracht de wereld tevens een groot aantal aandrijving- en ophangingsinnovaties die moesten leiden tot een broederlijk samengaan van terreinvaardigheden en rijgedrag op het asfalt.

Binnenin de Velar

En dan nu dit. De bediening en de instrumenten van de Velar zijn glasachtiger dan die in de cockpit van een Airbus. Het geheel bestaat uit een TFT-scherm in plaats van tellers, een fors head-up display, plus twee grote touchscreens zonder randen in het midden van het dashboard. De onderste heeft twee draai-en-drukknoppen waarvan de functies op wonderbaarlijke wijze mee veranderen met de getoonde informatie en instellingen. Zelfs de knoppen op het stuur zijn aanrakingsgevoelig en reageren op veegbewegingen. Ze worden verlicht, waarbij de typografie en pictogrammen komen en gaan afhankelijk van de situatie – ze worden zwart als ze geen functie hebben. Het systeem heeft snelle data, dient als wifi, voorziet je van mooie kaarten en heeft een aantal apps om zaken op afstand te bedienen, die handig op reis zijn, en die je met je werk kunnen helpen. Iets meer dan een jaar geleden had het beste infotainmentscherm van Jaguar Land Rover het aanzien en de bruikbaarheid van een tien jaar oude Skoda of een twintig jaar oude BMW. Met een haast alarmerende sprong voorwaarts loopt het nu voorop in de wereld. Zo lijkt het tenminste. We hebben een epische rit in het vooruitzicht, dus we krijgen nog genoeg tijd om uit te vinden of het echt een significante vooruitgang is, of niet meer dan een frustrerende gimmick.
In Oslo heb je altijd goed mobiel bereik. En naar later blijkt, is dat eigenlijk overal in Noorwegen het geval. Hoe ver je ook weg bent, hoe desolaat het landschap ook is: mobiele breedband is er, en de ontvangst is vlekkeloos. Dat mag geen verwondering wekken. De Scandinaviërs waren er als de kippen bij met het wereldwijde web. Het Noorse seismologische station Norsar was de eerste organisatie buiten de VS die verbonden was met Arpanet – het proto-internet. Ze hebben hun vroege voorsprong nooit opgegeven. Aan de overkant van het dok waar we ons bevinden, staat het schitterende nieuwe Operahuis. Opera is niet voor iedereen, maar zoals met meer bastions van de culturele elite, komen anderen naar deze locatie vanwege de cafés of om vanaf het open, hellende dak het uitzicht te bewonderen.

Het design houdt zich staande

Staand voor deze prachtige architectuur, blijft de Velar fier overeind. Z’n silhouet is snel, gemarkeerd door een schijnbaar oplopende carrosserie, een aflopend dak, een geknepen achterkant en veel ruiten. Toch doet ie gelukkig in niets denken aan de onzinnige vorm van de ‘SUV-coupé’. Z’n oppervlakken zijn zo puur als verse sneeuw. Vooral rond de neus is ie mooi glad: de grille, lampen en bumper lopen vloeiend in elkaar over. Dat zorgt er wel voor dat de kentekenplaathouder eruitziet als een verse vleeswond. ‘Een visueel vereenvoudigde aanpak’, noemen ze het – alleen zijn ze dan wel vergeten om de nep-inlaten in de kap en onder de spiegels te verwijderen.

‘Geef hem echt iets te doen, en hij hoest zijn keel schoon en laat zijn baritonklank horen’

Maar al met al is het een uitgekiend vormgegeven geheel, en als je ‘m naast een Range Rover Sport zet – of, opvallender nog, een Discovery – zie je meteen hoe de huid is strakgetrokken, het dak is verlaagd en de details zijn afgeslankt. Binnenin is het allemaal heel erg Cool Britannia. De vormen zijn helder, er zijn weinig ornamenten, en het geheel is verpakt in subtiele, luxueuze materialen. De portieren zijn voorzien van grote planken hout, maar van een rustige, monochrome soort. De perforaties van het leer op de stoelen en de grilles van de speakers hebben de vorm van de Union Jack. Dat de schermen zonder randen naadloos overgaan in het interieur, onderstreept z’n minimalisme.

Meer een Range Rover dan een Jaguar

De Velar staat, onder dit alles, op Jaguars aluminium platform, en dus niet op het zwaardere, meer robuust opgehangen skelet van de Range Rover of de Range Rover Sport. Maar in en rond Oslo merk je daar niets van. De enigszins bedaarde manier waarop ie vooruitgaat, voelt niet aan als een Jaguar, maar als een Range Rover. De hogere stoelen en lagere lijn van de ruiten, in vergelijking met de Jaguar, dragen daaraan bij. Wat blijkt: in de twee dagen die zullen volgen – op snelwegen, b-wegen, haarspeldbochten en onverharde bergpaden – verandert dat beeld maar nauwelijks. Naast de discussie over z’n design en interface werd de Velar door sommigen ‘Range Rovers rivaal voor de Porsche Macan’ genoemd. Dat klopt niet: waarom zou Range Rover zoiets bouwen en daarmee op de tenen gaan staan van de F-Pace? Je weet wel: Jaguar Land Rovers rivaal voor de Macan.
We rijden de krullende wegen van de Holmenkollen-heuvel in de buitenwijken van Oslo op. Het uitzicht op de stad, naar de fjorden en richting de bergen is behoorlijk sensationeel, maar nog niets in vergelijking met het spektakelstuk op de top, de Holmenkollbakken-skischans. Verslik je niet in je drop of je chips of wat je ook eet als je aan komt rijden. Het is een werkelijk verbijsterende, koploze stalen draak die met zijn staart in de lucht zwiept. Als het sneeuwseizoen aanbreekt, komen vaardige (maar uiteraard krankzinnige) Noren uit hun holen en gaten gekropen om zich van deze duizelingwekkende schans te storten. Tegen de tijd dat ze weer landen, bevinden ze zich 60 verticale meters lager. Je ziet dit soort zaken weleens op tv en dan valt je mond open, maar als je oog in oog staat met de 1.000 ton staal die de heldhaftige sprongen mogelijk maakt, besef je pas wat een knettergestoorde sport het eigenlijk is.

De prachtige Noorse wegen

We verlaten Oslo en gaan op weg naar het binnenland van Noorwegen. Eerst rijden we door wat valleien, waar de snelle hoofdwegen haast lijken te zijn ontworpen als circuits: mooi effen asfalt, doorgaans veel zicht, prachtig slingerende vierbaanswegen. Maar de lokale gewoonte is om eroverheen te kruipen, slaafs de maximumsnelheid volgend. Die zal vast zinnig zijn op donkere winterdagen als het vriest en ijzelt, maar niet op de eindeloze zomerdagen hier in het hoge noorden. Niemand haalt in. Het is net alsof iedereen gisteren een cursus heeft gehad over de gevaren van hoge snelheden.

‘Het is allemaal erg Cool Britannia. Er zijn weinig ornamenten, en het geheel is verpakt in subtiele, luxueuze materialen’

Dat maakt allemaal niets uit, want de Velar is een prettige verblijfplaats. In de cabine is niet alles zo koninklijk en groot als in de voorname Range Rover, maar in vergelijking met de meeste SUV’s is ie luxe, open, en geeft ie veel uitzicht. We rollen moeiteloos over de Noorse wegen, met de dikke V6 neuriënd op de achtergrond, de bandenruis gedempt, de besturing vastberaden onze lijn volgend. Geen moeite, geen gedoe. Zoals we meestal doen in een land waar we de taal niet spreken, bestuderen we tijdens onze eerste koffiestop de namen van snoepgoed en verpakte snacks. We vinden Kylling Mojo de leukste.

Een moeilijk gesprek over het prachtige land

Een paar uur later. ‘Waar moet u vanavond zijn?’ vraagt de serveerster bij de lunch. We vertellen het haar. ‘Nou, eens kijken, dan moet u rijden via Otta. Dat is het kortst. Maar toch nog wel best ver.’ We zeggen haar dat we via Skjolden gaan. ‘Wat zegt u?’ We proberen de naam nog eens uit te spreken. Ze kijkt heel moeilijk, denkt een tijdje na en spreekt de naam dan uit op een wijze die we na een jaar oefenen nog niet zou kunnen nadoen. ‘Ah, Skjolden. Dat is erg ver. Waarom reist u zo ver?’ Om foto’s te nemen. ‘Foto’s waarvan dan?’ Van uw mooie land. ‘U bent niet goed snik.’ De meeste Noren houden echter van hun platteland. Overal in de valleien zien we campers staan, lopen wandelaars, zijn klimmers en kanoërs hun ding aan het doen. Hun auto’s, vaak volgepakt met de benodigdheden voor hun hobby, zien we langs elke weg staan. Maar het verkeer dunt uit naarmate we noordelijker in de lege hooglanden komen. De vegetatie worstelt en verdwijnt, de rotsige gesteentes worden steeds woester, en uiteindelijk, zelfs in juli, zien we sneeuwrestanten in het landschap, gekoeld door de gletsjers die verderop moeten liggen. Ook in de heuvels heb je ruimschoots genoeg aan de 300 pk uit de V6 diesel. Die levert z’n 700 Nm al ruim voordat hij 2.000 tpm draait, maar hij wil niet voorbij de 4.000 tpm, en de achttraps automaat houdt daar op een prettige manier rekening mee.

Motorenaanbod van de Range Rover Velar

De Velar wordt, overigens, meteen vanaf z’n geboorte geleverd met zes motoren: viercilinder turbo’s in benzine- en dieselvarianten, elk met twee verschillende vermogens, plus een supercharged benzine-V6, en de V6 biturbodiesel waarin wij rijden. Bij normale snelheden is hij zo stil dat de airco meer geluid produceert. Maar geef hem echt iets te doen, en hij hoest zijn keel schoon en laat zijn baritonklank horen.
Er is geen ander verkeer meer als de weg smaller en bochtiger wordt, en het effen asfalt plaatsmaakt voor rauwe randen en flinke hobbels. We zitten in alle luxe in de Velar, maar buiten is het ruig. De auto houdt zich kalm en valt geen moment uit z’n rol. Alle Velars hebben adaptieve ophanging, en de onze beschikt, omdat ie een V6 heeft, over luchtvering. Er is op deze wegen nog geen behoefte aan de Sport-modus. Hij slikt de oneffenheden in het wegdek met een prettige souplesse, vooral bij lage snelheden. Als je sneller rijdt, voel je milde trillingen van het substantiële onafgeveerde gewicht, maar de carrosserie houdt altijd zijn betrouwbare soliditeit. De auto zwiert en zwenkt met gemak door de bochten. Hij heeft wellicht niet de snelle beweeglijkheid van een aantal concurrenten, maar we concludeerden al eerder: zo is ie ook niet bedoeld. Zoals het een echte Range Rover betaamt, toont ie zich volledig de meester van de situatie.

Bochten aanvallen in de sport-stand

Voor de volgende serie haarspeldbochten naar beneden en de daaropvolgende klim zetten we ‘m in de Sport-stand. Die laat de dempers zich aanspannen, verlaagt de carrosserie, zorgt er op natte wegen voor dat er meer vermogen naar de achterwielen gaat en herprogrammeert het differentieel op de achteras, zodat de Velar z’n heupen naar buiten duwt aan het eind van een bocht – als je ‘m althans z’n turbo’s volop laat gebruiken. De auto heeft duidelijk een broertje dood aan dit soort rijgedrag, vindt het kinderachtig, maar haalt er verder z’n schouders over op.

‘Niemand haalt in. Het is alsof iedereen net een cursus heeft gehad over de gevaren van hoge snelheden’

Dat ie hiertoe in staat is, is slechts een uiteinde van z’n kamerbrede talent. Hij toont z’n andere gezicht als je met je vingers over het bedieningsscherm strijkt en de offroad-modi tevoorschijn tovert. Dan komt ie omhoog, verandert z’n tractiecontrole- en differentieelinstellingen. Hij heeft een functie die je helpt om door beekjes of een overstroming te waden, en de onderkant van de portieren valt over de dorpels heen, zodat je niet modderig wordt bij het in- en uitstappen. Gebruik je een van deze modi, dan toont het head-up display je de assen en hun posities, de hellingshoeken en de sperstatus van de differentiëlen. Oké, hij heeft geen bak met lage gearing, en hij waadt maar door 650 millimeter water, terwijl een Range Rover Sport een diepte van 850 millimeter aankan. En hij trekt maar 2,5 ton, niet 3,5 ton, zoals de Sport. Maar kom: we hebben het hier toch echt over een behoorlijk serieuze 4×4. We klimmen over wat rotspartijen om foto’s te maken, dollen wat in de modder, en rijden een fors eind over een onverharde weg. Dat is veel meer terreinrijden dan de meeste mensen ooit met deze auto zullen doen; en veel minder dan wat ie aankan.

Geslaagd als echte Range Rover

We zijn twee dagen met ‘m onderweg, dus kunnen we onze eerdere vraag beantwoorden: doet het moderne instrumenten- en displaysysteem zijn werk naar behoren? Oh, jazeker. En dat zegt een TG-redacteur die fervent tegenstander is van de grote, allesomvattende schermen van Tesla en Volvo. Want op hobbelige wegen schudt je vinger en is het lastig om zulke systemen te bedienen. De schermen in de Velar zijn kleiner, zodat je de muis van je hand op de rand kunt plaatsen en wel accuraat kunt swipen en tikken. Plus: de draaiknoppen geven je iets om vast te houden, wat ook accurater werkt – en bovendien een prettig gevoel is. Je kunt de informatie zelf verplaatsen van het ene naar het andere scherm, zodat alles staat waar je het hebben wilt. Op de lange Noorse wegen hadden we de airco en de dynamische modus niet nodig, dus verborgen we die en gebruikten we het onderste scherm voor onze muziek. Op het bovenste scherm selecteerden we de navigatiekaart met oriëntatie in de noordrichting, gecombineerd met ofwel een 3D-kaartje, ofwel de tripgegevens tussen de tellers. Land Rover heeft duidelijk niet bezuinigd op de processor achter dit alles: de respons was altijd vloeiend en prompt. De Velar heeft al die nieuwerwetse digitale dingen dus goed onder de knie. Daarbij ziet ie er, zeker als je wat langer naar ‘m kijkt, behoorlijk speciaal uit, of ie nou op de grillige, rotsige bergen boven een Noors fjord staat of in het aanschijn van een eersteklas stuk moderne architectuur. Alles wat ons tijdens z’n glitterige introductie in Londen werd beloofd, maakt ie waar. Maar als je ‘m uit het feestgedruis haalt, uit de beschaving zelfs, en hem loslaat in het wild, dan is de Velar kalm, luxueus en niet van z’n stuk te brengen. Samengevat: hij is een echte Range Rover.

Range Rover Velar D300 R-Dynamic HSE


Motor
2.993 cc
V6 biturbo
300 pk @ 4.000 tpm
700 Nm @ 1.500 tpm

Aandrijving
vier wielen
8v automaat

Prestaties
0-100 km/u in 6,5 s
top 241 km/u

Verbruik (gemiddeld)
6,4 l/100 km
167 g/km CO2
E Label

Afmetingen
4.803 x 2.032 x 1.665 mm (l x b x h)
2.874 mm (wielbasis)
1.959 kg
66 l (diesel)
673/1.731 l (bagage)

Prijzen
€ 115.500 (NL)
€ 91.700 (B)

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)