Ik kan hier rustig zeggen dat ik altijd al een zwak heb gehad voor de Citroën DS. Het mooiste daarvan is misschien wel dat deze godin ook altijd een zwak voor mij had. En voor jou, en voor elke andere liefhebber die ooit het genoegen heeft gesmaakt om te zweven op een zijdezachte wolk van donsveertjes en spinnenwebben.
Bij de DS draait alles om die fameuze, maar ook ietwat gecompliceerde en merkwaardige vering. Precies de reden waarom mijn ouwe heer altijd met een grote boog om de DS heenliep. Zelfregelende, hydropneumatische en met vloeistof gevulde bollen? Dat is vragen om ellende. Alleen blijkt het in dit geval fantastisch te werken.
Als je ooit hebt gedroomd over vliegen op een zwevend tapijt, dan is dit de manier om die droom waar te maken. En als je eenmaal beseft dat je in een auto zit, en niet in een marsepeinen bootje op een rivier van honing, dan moet je even bedenken dat deze auto in 1955 werd geïntroduceerd. Terwijl de rest van de wereld nog voort hobbelde in auto’s met vooroorlogse techniek, sloeg dit apparaat met z’n voorwielaandrijving en met vloeistof gevulde bollen bij z’n introductie in als een bom.
Het beroemde ontwerp van Flaminio Bertoni heeft zelfs nu nog niets van zijn visuele zeggingskracht verloren. De golvende en futuristische vormen zijn tegelijkertijd ook heel ingetogen en elegant. Het rijcomfort van de zelfregelende, hydropneumatische wielophanging wordt nog eens versterkt door de brede, zachte stoelen. Dat maakt het rijgedrag van de DS eerder buitenaards dan gedateerd.
Het smalle stuur en breed opgezette dashboard versterken het gevoel dat deze auto echt anders dan anders is. De topsnelheid ligt rond de 170 km/u, maar voor de sprint van 0 naar 100 km/u moet je ondanks de 2,2-liter viercilinder een kleine 15 seconden geduld hebben. Toch heeft de DS in de loop der jaren spannende momenten beleefd. Charles de Gaulle reed in een DS toen ene Jean-Marie Bastien-Thiry een aanslag op hem pleegde en wat banden lek schoot. Gelukkig kon De Gaulle ontsnappen omdat de DS met z’n slimme wielophanging vol gas weg kon rijden. Mooiere reclame kun je als autofabrikant niet wensen. Waarmee ik overigens niet suggereer dat Bastien-Thiry stiekem in dienst was van Citroën.
Dit is in alles een echte Franse auto. Wat ik daarmee wil zeggen, is dat deze auto voor Citroën nooit een doel op zich was – ondanks alle baanbrekende innovaties en het slimme denken waaruit de DS is ontstaan. Rijden in een Franse auto gaat meer om je bestemming en om wat je daar gaat doen, en met wie. Dat is allemaal veel belangrijker dan de auto die je bij je hebt. In een machine die zo subtiel elegant is als deze, is dat duidelijker dan ooit. Je rijdt in alle rust rond, zonder dat je genoeglijke conversatie wordt verstoord. Terwijl ik in deze mooie blauwe DS voort zoef, vraag ik me af welke hartstochtelijke taferelen en amoureus gefluister zich op de achterbank hebben afgespeeld. Helaas voor mijn overpeinzingen heeft dit specifieke exemplaar waarschijnlijk nooit in Parijs rondgereden, met hippe filosofen of filmsterren als passagier. Deze auto werd vervaardigd in het Britse Slough, waar tussen 1956 en 1966 vele duizenden DS’en van de band rolden.
Het is ongetwijfeld een kostbare aangelegenheid als je een DS dagelijks wilt gebruiken. Alles aan deze auto is even gecompliceerd en uniek. Citroën heeft ooit ook een cabriolet gemaakt: de Décapotable, die nu vrijwel onbetaalbaar is. Een sedan van een later bouwjaar, zoals deze, koop je echter voor minder dan tien mille. Zelf zou ik me in een DS geen zorgen maken over de kosten die een ingewikkelde klassieker met zich meebrengt. Een veel grotere uitdaging wat mij betreft, is dat je in een auto als deze geacht wordt jezelf over te leveren aan diepzinnige, filosofische gedachten. En om eventuele passagiers te vermaken met spitsvondige opmerkingen. Ik weet niet of ik zoveel geestelijke verrijking aankan.
Citroën DS
Productie: 1955 - 1975
Motor: 1,9- tot 2,3-liter viercilinder
Vermogen: 69 tot 88 pk
0-100 km/u: 15 seconden
Topsnelheid: 170 km/u
Gewicht: 1.250 kilo
Reacties