Het is het eind van de jaren tachtig, vorige eeuw. De Eerste Hot Hatch-Oorlog woedt in alle hevigheid. Legendarische strijders als de VW Golf GTI, Peugeot 205 GTI, Renault 5 GT Turbo, Opel Kadett GSi en Alfa 33 QV vechten op binnenwegen, rotondes en forse parkeerterreinen ware veldslagen uit. Het gaat er hard aan toe. Opvallende afwezigen op het strijd­toneel: de Japanners. Tenminste: ze waren er wel, maar speelden nauwelijks een rol van betekenis. Honda had de Civic CRX, erg capabel maar ook een ontzettend ukkie. En er was de Nissan Sunny GTi, die zijn naam en zijn vreselijk saaie uiterlijk tegen had. Dan was je er wel zo’n beetje. En opeens was daar, in 1986, de Suzuki Swift GTi. Een verrassend leuk ding, niet alleen om te zien, maar nog veel meer om te rijden. Hij liep niet over van het ver­mogen (101 pk), maar compenseerde dat ruimschoots met een bizar laag gewicht van 746 kilo. Dat was nog eens 120 kilo minder dan bijvoorbeeld die 205 GTI. Hij kon de rest dus aardig partij bieden en was nog een forse klap goedkoper ook.

A star was born

Nou ja, een sterretje dan. Maar de wereld woedde voort en langzaam maar zeker raakte de hot hatch een beetje in de vergetelheid. Suzuki hield de GTi tot 1996 in het programma en blies vervolgens de aftocht van het hot hatch­front. Pas tien jaar later, in 2006, toen het nieuwe, rondere model verscheen, kwam Suzuki weer met iets dat aan het oude gladiatortje deed denken: de Swift Sport. Probleem: we waren inmiddels twintig jaar verder, en de nieuwe Swift Sport moest het doen met dezelfde prestaties die twee decennia eerder nog prima waren – alsof er niets veranderd was. Daarbij was hij onder invloed van alle toegenomen veiligheidseisen wel even zo’n 250 kilo aangekomen. Hij was, kortom, zijn lichtvoetigheid kwijt – en daarmee zijn belangrijkste pluspunt. Doorspoelen naar 2018. Daar staat de nieuwe Suzuki Swift Sport, in een verzengend soort geel dat zelfs door vissen in een gemiddeld koraalrif als ‘een beetje té’ zal worden beschouwd. Het lijkt de Swift niet te boeien en gelijk heeft ie: het staat ’m geweldig. Er zijn ook andere kleuren; zwart, blauw, wit, rood en (verheugt u, kleurenschuwe Nederlander) twee soorten grijs. Suzuki-humor: geel is standaard, de rest kost allemaal 499 euro extra.

De Suzuki Swift Sport is een guitige auto

De nieuwe Swift is sowieso een leuk ding om te zien. Er zijn al niet veel auto’s waarin je in het front zo duidelijk een gezicht kunt herkennen als in deze (of ligt dat nou aan ons?) en in de Sport heeft dat gezicht manga-achtige trekjes gekregen. De werkelijk enorme grille wil lucht niet eten maar vreten, en wil er vervolgens weer van af via de dubbele uitlaten die omringd worden door een al even enorm, diffuser-achtig stuk plastic met koolstofvezelaspiraties. Hartstikke nep natuurlijk, maar vooruit. Ook vanbinnen zit de stemming er al vlot in. Een lekker dik sportstuurtje, aluminium pedalen, een knalrode toerenteller: het is vrij duidelijk wat hier de bedoeling is. De sportstoelen zien er beter uit dan ze zitten. Er is zat zijdelingse steun; iets te veel voor mensen die meer van lekker eten houden dan goed voor ze is. Je zit echter nogal hoog en de zittingen staan te vlak om steun aan je bovenbenen te bieden, en aan geen van die dingen kun je door verstelbaarheid een eind maken.

Mag het een knopje meer zijn?

Sommige knopjes zitten niet direct op de plek waar je ze verwacht en het op zich prima touchscreen moet wel erg veel werk verstouwen. Zo hadden wij het niet erg gevonden als er gewoon een fysieke volumeknop voor de radio was geweest, in plaats van dat je dat op het scherm (of op het stuur) moet doen. Wen je wel aan. Jammerder is het feit dat veel van de gebruikte plastics ook uit 1986 lijken te komen – en toen eigenlijk al niet echt meer konden.
Qua ruimte geen klachten; achterin houdt het niet over, maar het gaat. Opbergruimte is er genoeg en ook de bagageruimte is oké – voor een kleine auto. Die standaard overigens wel opvallend goed in z’n spulletjes zit. Klimaat­controle, 17-inch lichtmetaal, adaptieve cruisecontrol, verwarmbare sportstoelen, automatisch remmen voor domme mensen vóór je, hou-je-baanhulp, een achteruitrijcamera – zelfs led-koplampen horen er gewoon bij.

Genoeg pit

De motor is een 1,4-liter viercilinder die via een handmatige zesbak 140 pk naar de voorwielen mikt. Dat klinkt als niet heel veel vermogen, maar de Swift Sport weegt maar 945 kilo (80 kilo minder dan de vorige, trouwens). Een 0-naar-100’tje is dan ook in 8,1 seconden voorbij, de top bedraagt 210 km/u. Prima waarden voor zo’n opdondertje, waarmee hij zich (zoals eigenlijk in elk opzicht) ergens tussen de VW Up GTI (115 pk, 8,8 seconden) en Polo GTI (200 pk, 6,7 seconden) in begeeft. Best een mooie plek om te zitten, want veel concurrentie is er niet. Is de Swift Sport het gooi- en smijtding dat je hoopt dat ie is? Ja, ten dele wel. Onderin het toerengebied gebeurt niet heel veel, dus je moet wel een beetje trappen om de vaart erin te houden. Te ver doorsleuren heeft echter weinig zin, omdat de turbo dan buiten adem is – hou hem grofweg tussen de 3.000 en 5.500 tpm en je zit goed. De besturing is wat rubberig, maar nauwkeurig genoeg. Vering en demping zijn niet al te hard, wat prettig is als je niet elke bocht aanvalt alsof het je ergste vijand is, maar een beetje tegenwerkt als je dat juist wél doet. Je wordt bij een beetje lompheid al snel getrakteerd op een behoorlijke pot onderstuur en ingrijpende elektronica. Zet die laatste uit, en alleen het onderstuur blijft over. Liever iets minder smijterig dus, dan gaat het beter. Al had je de Suzuki Swift Sport daar waarschijnlijk nou net niet voor gekocht…

Suzuki Swift Sport


Motor
1.373 cc
viercilinder turbo
140 pk @ 5.500 tpm
230 Nm @ 2.500 tpm

Aandrijving
voorwielen
6v handbak

Prestaties
0-100 km/u in 8,1 s
top 210 km/u

Verbruik (gemiddeld)
5,6 l/100 km
125 g/km CO2
F label

Afmetingen
3.890 x 1.735 x 1.480 mm(l x b x h)
2.450 mm (wielbasis)
945 kg
37 l (benzine)
265 / 947 l (bagage)

Prijzen
€ 24.999 (NL)
€ 23.974 (B)

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)