De US Air Force heeft ook wielen. Die staan geparkeerd bij onze Britse buren.

De bescherming van de vrije wereld is een doodserieuze aangelegenheid – nu jihadisten huishouden in het Midden-Oosten misschien wel meer dan ooit. Maar het is geruststellend om te weten dat een aantal van de mensen die belast zijn met die zware taak, tenminste wel weten hoe ze zich in stijl moet ontspannen.

Neem nou de 48th Fighter Wing, het hart van de US Air Force’ gevechtseenheden, waarvan de piloten en ondersteunende diensten een deel vormen van de ruim 6.500 mensen sterke Troepenmacht van de RAF-basis te Lakenheath, in Suffolk, Engeland.

Als je reguliere werk eruit bestaat om over vijandelijk terrein te vliegen in de geweldige F-15E- en C-gevechtsvliegtuigen zou je ervoor kunnen kiezen om te relaxen door middel van transcendente meditatie of door te kijken naar een heel seizoen aan afleveringen van Downton Abbey. Of je kan natuurlijk naar de autoloods op de basis gaan, om daar een hele nacht te lassen en te smeden aan een hotrod, met bier en pizza.

Het gaat zo. Als je tot de USAF behoort, is de kans groot dat je een deel van je tijd overzee zult doorbrengen. De Amerikanen hebben diverse luchtmachtbases op NAVO-grondgebied en elders, en het minimale aantal jaren dat je dient is twee. In de verhuisvoorwaarden staat dat het transport van een auto gratis is, en dat is waarom je in Suffolk nog wel eens een Ford Econoline of een Chevy Astrovan ziet rijden. Of misschien zelfs iets dat nog opwindender is.

De mensen op Lakenheath hebben geen officiële auto-club – daar zijn ze uiteraard veel te cool voor – maar toen ze hoorden dat we langs zouden komen voor een praatje, kon er ongeveer een hele hangar met auto’s worden gevuld. ‘Je weet nooit wie er allemaal precies op de basis zijn,’ zei kapitein Mitch Rose vooraf, ‘maar vast staat in elk geval wel dat er genoeg mensen zullen zijn die over auto’s willen praten.’

Het is bepaald een bont assortiment, een perfecte automobiele manifestatie van de reislust die deze militairen kenmerkt. De verrassing bestaat eruit dat er tegenover ieder stuk onvervalste Americana een exemplaar van heus Europees staal staat. Zou Tom Cruise als Maverick (oké, Top Gun ging over marine-piloten, maar je begrijpt wat we bedoelen) net zoveel tienerharten hebben gebroken als hij in een Mini zou hebben gereden in plaats van op een Kawasaki Ninja 900? We betwijfelen het.

Minstens twee van de mannen die we hier ontmoeten, zijn echte, pure liefhebbers – hoewel een van hen binnenkort de 1.275 cc-motor van zijn Japanner uit de jaren negentig gaat vervangen door de aandrijving van een Honda CR-V, die hij dan met behulp van een turbo zal opvoeren tot boven de 500 pk.

Om recht te doen aan technisch sergeant Justin Wilder zal dat project niet eens zijn meest spectaculaire worden. Het andere is namelijk een Ford hotrod uit 1936, en dat was duidelijk een klus die met liefde is geklaard. De vlammen die dat ding uitspuugt als ie wordt gestart, verbijstert een deputatie van bezoekend, senior militair personeel – en wij proberen niet in de lach te schieten.

‘Voor het grootste deel is ie nog echt uit 1936’, vertelt sergeant Wilder ons, terwijl hij de indruk probeert te wekken dat hij meent wat hij zegt. ‘Hij stond ergens op een veld in Oregon, wel 50 jaar lang of zo, en vee liep er gewoon om- en overheen. Dus ik vroeg de boer van wie het vee was naar de auto, en ik mocht ‘m hebben. Ik heb ‘m samen met mijn oom terug gehamerd in z’n eigenlijke vorm. De voorkant is een Model A, de velgen zijn gepoedercoate originele, het stuurhuis is van een vorkheftruck, de aandrijving komt van een Mustang uit de late jaren tachtig, en de richtingaanwijzers zijn van een oude schoolbus. De benzinetank is een bier-fust van de San Francisco Brewing Company.’

Justin bevestigt dat zijn auto niet makkelijk te rijden valt op de hobbelige b-wegen van East Anglia (waar we hier zijn), maar dat komt vooral door de ‘rokende banden’. En de vlammen. Want er zijn veel vlammen. ‘Ik vind het leuk om dingen die niet gemaakt zijn om snel te gaan, juist heel snel te laten gaan’, zegt hij. ‘Ik vind ook dat als je iets de moeite vindt om te doen, je het te goed moet doen.’ Sergeant Wilder, concluderen we al snel, is bijna een autist als het gaat om techniek, wat niet slecht uitkomt als je dagelijks gevechtsvliegtuigen van 40 miljoen dollar luchtwaardig moet houden.

Andere attracties zijn een Pontiac Firebird uit 1968, een Camaro SS uit hetzelfde jaar, allerhande verbouwde Jeeps – waaronder een Rubicon, een aantal nieuwe Camaro’s en een Mustang fastback uit 1967. Laatstgenoemde is de gekoesterde bezitting van technisch sergeant Art de la Fuente, die ‘m helemaal van de staat Washington naar Alaska reed, waar hij destijds was gestationeerd. ‘Ik reed al een tijdje in een ouwe MPV’, zegt hij. ‘Toen hoorde ik op een dag dat een goede vriend van me was gedood door een berm-bom, in Afghanistan. Ik was dus niet vrolijk toen ik thuiskwam, en zei tegen mijn vrouw dat ik geen dag langer in een duffe auto wilde rijden. Ik vond de Mustang en kocht ‘m meteen. In de eerste drie dagen dat ik ‘m had, heb ik er meer mee gereden dan de vorige eigenaar in tien jaar.’

Luitenant-kolonel ‘Smash’ Blackwood geeft toe dat deze ad hoc-autoclub een fantastische motivatie vormt voor het personeel op de basis. Hij vloog al 2.200 uur in een F-15 Eagle, en bevredigt zijn snelheidszucht op de grond door middel van Corvettes en Jeeps. Maar zijn huidige auto is een voorbeeld van lichtgewicht techniek en Europese vindingrijkheid – namelijk een Vauxhall VX220 turbo. Maar even afgezien daarvan, hoe is het eigenlijk om in een F-15 te vliegen?

‘Je moet veel leren. De systemen zijn totaal anders dan alles wat je ooit eerder hebt gezien’, zegt hij. ‘En net als je denkt dat je wel weet hoe de kist werkt, geven ze je de tactische handleidingen, en moet je gaan leren hoe je ‘m gebruikt om mee te vechten en te gebruiken tegen een vijand.’

‘Tijdens de initiële F-15-training begint de tweede vlucht die je maakt door verticaal op te stijgen, dus heb je geen raketten aan boord, en geen extra brandstof, je stijgt alleen maar op en zet de kist op z’n staart. De instructeur zegt je dan dat je tussen de vinnen door moet kijken, en dan zie je de aarde zich achter je terugtrekken. Wat je dan voelt aan macht en verantwoordelijkheid, vergeet je nooit meer.’

‘Dat gezegd hebbend, reed ik vorige week met mijn VX220 op het Bedford Autodrome, en kon ik telkens niet helemaal lekker remmen. In een gevechtsvliegtuig vliegen, draait om de juiste mentale houding: je moet je realiseren dat je nooit stopt met leren. Als je het punt bereikt dat je denkt te zijn uitgeleerd, dat er geen ruimte meer is voor verbetering, dan moet je met pensioen gaan. Net als met autorijden, toch.’ Ja. Zelfs in een Mini.

F-15

Primaire functie: tactisch gevechtsvliegtuig
Producent: McDonnell Douglas Corp.

Motoren: twee Pratt & Whitney F-100-PW-100, 220 of 229 turbofan-motoren met nabranders
Stuwkracht: 91.000 pk per motor (C- en D-modellen)

Spanwijdte: 13,0 m
Lengte: 19,4 m
Hoogte: 5,6 m
Gewicht: 14.379 kg
Maximaal take-off gewicht: 30.844 kg (C- en D-modellen)
Brandstofcapaciteit: 16.420 kg (drie externe plus de normale tanks)
Bevrachting: afhankelijk van de missie

Maximale snelheid: 3.075 km/u (Mach 2-klasse)
Maximale hoogte: 65.000 voet (19.812 m)
Actieradius: 5.552 km (3.000 nautische mijlen) op kruissnelheid (met de drie externe plus de normale tanks)

Bemanning: 1 (F-15A/C) of 2 (F-15B/D/E)
Bewapening: een intern M-61A1 20 mm zesloops kanon met 940 patronen munitie; vier AIM-9L/M Sidewinders en vier AIM-7F/M Sparrow-luchtdoelraketten, acht AIM-120 AMRAAM’s, buitenboord

Aanschafprijs: US$ 40 miljoen (A- en B-modellen); US$ 42,9 miljoen (C- en D-modellen)
Ingebruikname: september 1975
In gebruik: 522 stuks (totale gevechtskracht)

Reacties