‘Zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen’, zei oma al. Zuinig is de Polo BlueMotion zeker. Nu nog een beetje vlijt.
 
Volkswagen is boos. En verdrietig. De woordvoerder van het merk in Nederland, we noemen geen namen maar laten we hem voor het gemak Jacques noemen, kan zijn ergernis nauwelijks verhullen. ‘Het is bloedirritant. Heel autokopend Nederland holt, terwijl de fiscus met vlaggetjes en spandoeken langs de zijlijn staat, als een kip zonder kop achter de hybrides aan. Met als gevolg dat de Toyota Prius nu de bestverkochte auto van Nederland is. De Prius! Terwijl het ding niet eens zó’n zuinigheidswonder is en je ten opzichte van een ‘normale’ auto ontzettend inlevert qua comfort, bagageruimte, afwerking en design. En dan heb ik het nog niet eens over de milieuvriendelijkheid van het productieproces, of over de vraag wat we straks met al die accu’s moeten. Zíén mensen dat dan niet?’
 
Afgezien van de ongebreidelde jaloezie die hieruit spreekt, is de frustratie best te begrijpen. Zeker nu Volkswagen iets heeft om tegenover de Prius te zetten: BlueMotion. Het is feitelijk een kapstokbenaming voor allerlei technologieën die apart van elkaar niet zo spraakmakend zijn. Het is vooral bekend recept: start-stop, aangepast motormanagement, langere versnellingsbakverhoudingen, terugwinning van remenergie, lage-rolweerstand banden, en hier en daar een aerodynamische aanpassing. Het is vooral de innige samenwerking die voor superzuinige modellen moet zorgen. Er zijn inmiddels BlueMotion-versies van bijna het hele VW-gamma, tot de Caddy aan toe.
 
De kampioen zou de Polo BlueMotion moeten zijn. Het is om te zien een Polo als alle anderen – alleen de grille, die goeddeels dichtgemaakt is, wijkt af van het reguliere. VW claimt een verbruik van 3,3 liter per 100 kilometer, waarmee hij de zuinigste vijfzitter van dit moment zou zijn; een Prius doet nog altijd 3,9 l/100 km. Nou gaapt er, zoals de Prius bewijst, nogal eens een gat tussen zo’n claim en de realiteit.
 
Dus stapten we sceptisch – maar vastbesloten er het beste van te maken – de auto in. En verdomd als het niet waar is: na een testroute van een kilometer of 40 stond het gemiddeld verbruik op 3,3 l/100 km. En dat was alleen omdat het laatste stukje binnensteeds was, anders hadden we met speels gemak de 3,2 gehaald. Daarbij rijdt de Polo als, eh, een Polo, zij het een zwaar verdoofde. De overbrengingen in de bak zijn zó lang en het 75-pk sterke driecilinder dieselmotortje wordt zó kort gehouden, dat je eigenlijk in elke versnelling naar power kunt zoeken tot je een ons weegt. Maar vooruit, voor opschieten is deze jongen ook niet gemaakt, daar zijn andere Polo’s beter in. Dat VW het voor elkaar krijgt een zo normale (lees: niet-hybride) en hoogwaardige auto zó zuinig te laten rijden, daar zou Toyota misschien best een beetje jaloers op mogen worden.

Reacties