Om eerlijk te zijn: dit avontuur begon in een poging de pr-ambities van Alfa Romeo de nek om te draaien. Ze noemden hun nieuwe auto immers de Stelvio. Nou, dan gaan wij die nieuwe Stelvio rijden op, jawel, de Stelvio-pas! Gelach en geschreeuw alom ter redactie, en een man of twee die ernstig maar naïef knikten, want die vonden het wel een goede weg om auto’s te testen. Maar ze waren even kwijt dat de Alfa Romeo Stelvio een SUV is. En een SUV op de Stelvio-pas is natuurlijk net zo toepasselijk als een bus op de Stelvio, of de Titanic.

Dus hebben we het hier eigenlijk over een nogal gemaakt #avontuur. Een escapade die ontdaan is van iedere romantiek en passie, en daarna nog een trap na is gegeven met een laars gemaakt van clichés. Alsjeblieft, zegt de kop, hier heb je een McErvaring – een type auto waarvan je al weet wat ie (niet) kan, op een pas die we allemaal al kennen. Nee, sorry. Dit is het soort idee waar normaal gezien ons interne spamfilter van gaat piepen, en dat ons brein een beetje als lauwe pap laat aanvoelen. Toch bleef het door ons hoofd gonzen. Want niet alleen is de Stelvio niet de juiste auto voor de Stelvio-pas, de Stelvio-pas zelf is ook nog eens een grote leugen. Als je het sommige TG-redactieleden vraagt – en geloof ons, de meningsverschillen hierover zijn groot – is het helemaal niet een van de lekkerste wegen ter wereld om te rijden. Het is, in alle eerlijkheid, de hel met een uitzicht.

Niets meer te bieden

We waren er zo van overtuigd dat het SUV-genre ons niets nieuws meer te bieden had dat we er niet op rekenden dat we misschien nog wat plezier zouden hebben. Daar hebben we ons in vergist. Want dit gebied blijkt toch nog altijd op de bucketlist te moeten staan van iedereen die echt van autorijden houdt. Het is en blijft legendarisch. Nee, het middelste stuk is geen lekker traject om te rijden, maar de omringende bergpassen zijn verblindend mooi, en ontzettend plezierig als je van sturen houdt – je hoeft alleen maar een iets groter gebied aan te doen dan enkel die beroemde serie bochten. Je krijgt er een gevoel van ruimte, van geschiedenis, je wordt elke keer opnieuw verbaasd door de schoonheid. Eerder schreven we ergens ‘geen romantiek’? ‘Veel romantiek’, had daar moeten staan. Historisch veel glorie. Goed, de Stelvio-pas is een versleten, bijna clichématig avontuur, dat is waar, maar het maakt de beleving er niks minder om.

En Alfa’s Stelvio blijkt al even verrassend. Omdat we ervan overtuigd waren dat de beste auto voor de Stelvio-pas een hete hatch is, gingen we er klakkeloos van uit dat een SUV er een compleet modderfiguur zou slaan. Maar dat is niet zo. De Alfa Stelvio is kennelijk mede hier ontwikkeld en getest op z’n functioneren op hoogte en in koude, ijle lucht. Er is een heel scala aan motoren op de auto te bestellen, allemaal voorzien van de heel prettige achttraps automaat (die z’n elektronische brein – maar niet de bak zelf, voor de duidelijkheid – van een andere Italiaanse automaker heeft geleend, die ene uit Maranello, je weet wel), en al die motoren zijn meer dan acceptabel. Er is geen optie met handbak, maar de slanke metalen zeisjes die doorgaan voor flippers werken prachtig, en de Stelvio voelt meer aan als een iets verhoogde Allroad/Cross Country-variant op een stationwagen dan als een volledige SUV. Er komt geen Giulia Sportwagon, dus neemt de Stelvio dat segment voor z’n rekening met het gemodificeerde Giulia-platform waarop ie staat, en hij is brutaal en strak genoeg om (we durven het bijna niet te zeggen) leuk te zijn. Leuk genoeg in elk geval om de remmen in brand te zetten.

De Alfa Romeo Stelvio is licht

Hij voelt licht aan (hij is 185 kilo in het voordeel ten opzichte van een Porsche Macan; met een BMW X3 scheelt het 145 kilo) en vanwege z’n opvallend directe besturing en z’n vreemd luchtig en hol aanvoelende stuur laat ie zich gemakkelijk in het rond ketsen, waardoor ie nog lichter lijkt dan ie is. Je zou het idee kunnen krijgen dat je in een kleinere auto zit; tot moment dat je hard bergafwaarts gaat en een touringcar ziet naderen op een smal gedeelte, en er is geen vangrail, en er is een enorm ravijn aan je rechterkant, en allemensen, wat was dat krap. De 280 pk sterke 2,0-liter turbo-benzinemotor is niet per se bedoeld om lol mee te hebben, en hoewel z’n cijfers indrukwekkend zijn (van 0 naar 100 km/u in 5,7 seconden), is het een beetje een tractormotor. Het lijkt ons beter om te wachten op de biturbo V6 Quadrifoglio met 510 pk als je iets stevigers zoekt, of ga anders voor de uiterst acceptabele 2,2-liter (210 pk en 470 Nm sterke) diesel. Zelfs de tweewielaangedreven dieselversie (de Q2 – wat in Alfa-taal tegenwoordig achterwielaandrijving betekent) met 180 pk werkt bepaald goed. Ja, de kwaliteit van het interieur is nog steeds wat minder dan van z’n directe concurrenten, maar Alfa is erin geslaagd om een knap staaltje techniek op de been te brengen. Techniek die de afkorting SUV daadwerkelijk eer aandoet.

Toch geen leugen

Dat betekent dat we ons hebben vergist. De Alfa Romeo Stelvio op de Stelvio-pas is eigenlijk nog helemaal niet zo’n slecht idee gebleken. Sterker nog: het is best een goed idee. De Stelvio-pas, en de omgeving, is nog altijd een waardige bestemming om naartoe te rijden, en de Alfa Romeo Stelvio blijkt een goed uitgebalanceerde SUV. Een SUV, zelfs, die meekan met z’n soortgenoten, en tot onze verbazing echt leuk is om te rijden op bochtige bergwegen. Uiteindelijk komt het toch altijd weer op hetzelfde neer: een avontuur is wat je ervan maakt, en de verrassingen zijn de kers op de taart.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)