De Audi A1 is ons tot nu toe een beetje tegengevallen, vooral omdat beloften van sportiviteit en scherpte niet echt werden waargemaakt. Toen kwam de Quattro. De geniale Quattro. De Audi A1 Quattro.

Als het merk dat het meest recent tot de Duitse premiumtop is toegetreden, heeft Audi zich de afgelopen jaren slim genesteld tussen het fluwelen kussen van Mercedes en de geslepen edelsteen van BMW. Ze maken geen pure, op de bestuurder gerichte rijmachines, en ook geen zacht deinende limousines waarin je het liefst gechauffeerd zou willen worden. Ze richten zich juist op mensen die een auto zoeken waarin een beetje van beide extremen verwerkt is. Een allemansvriend.

Dat is slim van ze, en tegelijkertijd ook niet. Compromissen sluiten betekent namelijk niet zelden dat je iets overhoudt wat vlees noch vis is, iets wat beide planken nét misslaat en er daarmee enigszins doelloos tussendoor tuimelt. De standaard A1 is wat ons betreft zo’n auto. Hij is pas enigszins luxe te noemen als je er een hoop opties bij bestelt – wat ‘m veel te duur maakt voor wat ie is – en mist ontegenzeggelijk het verkwikkende van de Mini waarmee ie probeert te concurreren. Hij maakte op ons geen indruk.

Tot vorig jaar ineens de A1 Clubsport Quattro ten tonele verscheen: een brede conceptcar met turbinevelgen, een gigantische spoiler en een 2,5-liter grote turbo-vijfcilinder aan boord die ruim 500 pk levert. Gestoord, zou je zeggen, en dat was het ook. Enige kans op productie was er niet, dachten we, maar daarin hadden we slechts ten dele gelijk. Enkele maanden later kondigde Audi namelijk aan dat ze de A1 Quattro in beperkte oplage zouden gaan bouwen. Met turbinevelgen, met spoilers, zonder vijfcilinder

In plaats daarvan monteert Audi de bekende 2,0-liter TFSI-motor, die voor de gelegenheid 256 pk en 350 Nm heeft meegekregen. Ook niet gek, en al helemaal niet als je bedenkt dat alle soortgenoten rond de 200 pk blijven bungelen. De A1 Quattro weet wel raad met het extra vermogen, want hij heeft z’n onderhuidse techniek (versnellingsbak, achteras) van de TT S geleend. Dat betekent dat hij hetzelfde type vierwielaandrijving heeft: de achterwielen schakelen pas bij als de voorwielen het vermogen niet goed meer kwijt kunnen.

In totaal is de A1 Quattro op zo’n 600 punten aangepast ten opzichte van de standaard A1. Een aantal daarvan zie je met het blote oog: de bredere wielkasten, de gedeeltelijk in zwart uitgevoerde achterkant met diffuser en dubbele uitlaten, de koplampen met bloeddoorlopen adertjes. In het interieur vind je een rode toerenteller, nappaleer met rode stiksels en heel veel aluminium. En – wat een feest – drie pedalen, plus een versnellingspook die je niet alleen naar voren en naar achteren kunt bewegen. Elke A1 Quattro heeft een handgeschakelde zesversnellingsbak, en dat is een heerlijk statement in de naam van puur rijplezier, in deze tijd van dubbele koppelingen. Ondanks het feit dat Audi in die ontwikkeling voorop loopt. Verrassend en verfrissend, dus.

Op het bevroren meer waar we met de A1 Quattro kennismaken, wordt ons allereerst verteld dat we de stabiliteitscontrole uit moeten zetten, anders maken de remmen overuren en hebben we bovendien niet genoeg lol. Nu kun je bij de meeste Audi’s het esp niet volledig uitschakelen, maar bij de A1 Quattro wel. Deze auto raakt bij ons alle juiste snaren. Eens kijken of ie als veredelde bobslee net zo weet te imponeren.

Met het grootste gemak rodelen we van bocht naar bocht op het parcours dat door de Audi-sneeuwmachines voor ons is uitgegraven. De spijkerbanden hakken zich in het ijs en zorgen voor precies voldoende grip om onszelf niet steeds achterstevoren de sneeuwmuur in te kegelen. Ten opzichte van de permanent vierwielaangedreven Audi waarmee we dit dansje eerder oefenden, is er bij de A1 Quattro toch een lichte vertraging voelbaar voordat de achterwielen bijschakelen. Het daadwerkelijke activeren van de koppeling naar de achteras is een kwestie van milliseconden, maar om hem zo ver te krijgen, moet je toch eerst vooraan je grip verliezen. Met andere woorden: wil je puur op het gas een ijsdrift inzetten, dan glijdt de A1 eerst even rechtdoor, waarna de achterwielen met geweld gaan spinnen en je alsnog de bochten zijwaarts kunt ronden.

‘Tussen de brave vertegenwoordigers-Audi’s is de A1 Quattro een briljante uitschieter’

Ondanks z’n forse gewicht van bijna 1.400 kilo voelt de A1 bijna lichtvoetig aan. Door z’n korte wielbasis gooi je ‘m met het grootste gemak om, waarna je er snel bij moet zijn om ‘m op te vangen met stuur en gas. De enorme bakken pk’s die de TFSI-motor uitbraakt, komen goed van pas; nooit zitten we verlegen om vermogen, zelfs niet in lange drifts in de derde versnelling. De A1 blijft gaan.

Het geluid dat de motor erbij maakt, is helemaal goed: niet klinisch, maar lekker hees met een rauw randje. Het prachtige aluminium pookje schakelt kort en boterzacht. De besturing mag dan nog steeds van de door ons zo bekritiseerde elektrohydraulische soort zijn, op dit ijsmeer is enig stuurgevoel toch ver te zoeken, dus hier stoort het ons niet. We willen vooral dat de voorwielen lekker scherp op onze commando’s reageren, en met een stuurratio van 14,8:1 zit dat bij de A1 Quattro wel snor: één rukje aan het stuur volstaat om de neus naar de binnenkant van de bocht te mikken.

Wanneer een fabrikant de techniek uit een grote auto in een kleiner model propt om een performance-versie neer te zetten, zijn we eigenlijk per definitie fan. Het meest recente voorbeeld hiervan is de BMW 1M, die we al eens de hemel in schreven en zelfs door Richard Hammond tot zijn Auto van het Jaar 2011 benoemd werd. Ook bij de A1 heeft dit eenvoudige recept gewerkt. Het plaatje klopt simpelweg: kleine hatchback, veel pk’s, handbak, brute looks, heerlijk geluid.

Tussen de brave vertegenwoordigers-Audi’s is het een briljante uitschieter, zoals het merk die zo nu en dan kan hebben. De originele SportQuattro, de uitzinnige RS2 en meer recentelijk de alom gerespecteerde R8: wat ons betreft mag je de A1 Quattro zo in dit rijtje met unieke über-Audi’s plaatsen. Als wij een stel honden zijn, is hij onze tennisbal. Wat een machtig speeltje.

Audi A1 Quattro


16/20


Cijfers

0-100 km/u: 5,7 s
Top: 245 km/u
Verbruik: 8,6 l/100 km
Motor: 1.984 cc, viercilinder turbo benzine
Aandrijving: 4WD
Vermogen: 256 pk
Koppel: 350 Nm
Gewicht: 1.390 kg
CO2: n.b.


Prijs

NL € 70.000 (richtprijs)
BE n.n.b.


Vonnis

Dit hete pepertje van een Audi biedt eindeloze lol. Even duur als een RS3, maar veel leuker. Van de 333 stuks komen er slechts zeven naar Nederland: snel zijn

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear