Luxe is een woord dat door de auto-industrie langzaam maar zeker is ontdaan van zijn ware betekenis. Ooit was het woord onlosmakelijk verbonden met exclusiviteit, maar niet langer. Het is dus niet meer dan passend dat de nieuwe Phantom een terrein verkent dat ver is verwijderd van de gewone huis-, tuin- en keukenluxe. Enorm ver, zelfs.

Wat is dat voor terrein?

Wat ie niet heeft en niet kan, dat is wat ‘m definieert. Voor een auto met zo’n genereuze omvang en zo’n buitensporig gewicht, met een enorme 6,75-liter twin-turbo V12 onder de kap en vier gigantische stukken rubber als enige ­contactpunten met het aardse bestaan, is de Phantom zo stil dat ie wel een geluidsdichte studio lijkt. Rolls-Royce levert niet enkel het soort verfijning waarop je hoopt in een gloednieuwe superlimousine; op een of ­andere manier wordt de stilte zo gebracht dat ze minder opdringerig en verwarrend werkt dan de stilte die heerst in een kerk of in een mausoleum. Wanneer de sluisachtige deuren zichzelf achter je dichttrekken en je hermetisch afsluiten van de buitenwereld, krijg je een stilte waarin je in alle rust en ruimte kunt nadenken over je rol in de Paradise Papers. Zelfs de banden hebben elk twee kilo geluiddempend materiaal in hun samenstelling verwerkt gekregen.

Die alom aanwezige stilte is tevens een mooie wraak op een wereld waarin iedereen constant bereikbaar moet zijn en 24/7 prikkels wil krijgen – echte, ­vredige stilte wordt daardoor steeds schaarser. Er zijn ongetwijfeld minder kostbare manieren om die te vinden dan de 545.000 euro (459.800 euro in België) die een Phantom kost – en de meeste ‘vaste gasten’ zullen zeker een miljoen kwijt zijn vanwege hun persoonlijke wensen en opties. Maar vergis je niet: deze achtste generatie Phantom geeft een geheel nieuwe lading aan wat je zou kunnen aanduiden als driving entertainment.

Heeft de Phantom hierin een concurrent?

Er bestaat geen auto die ook maar bij ‘m in de buurt komt; er is niets dat van de meest basale functie van een stuk staal op vier wielen (transporteren) zo’n magische ervaring weet te maken. Vanachter het iets substantiëler aanvoelende stuur lijkt het hoofddoel te zijn geweest om louter gratie over te brengen. De interactie verloopt zo soepel en fijn gekalibreerd dat je over de weg vloeit met de precisie van de goudgele olie in oude Castrol-advertenties.

En hij heeft een kunstgalerij in het dashboard. Die bevindt zich achter een paneel gehard glas, en de airbags hebben er geen last van. Een galerij. Echt. De Phantom is niet van deze wereld.

Reacties

  • Henri heeft op 3 januari 2018 geschreven:

    Vind ik ook!!!

    Reageer

Geef een reactie

(verplicht)