Drie! Twee! Eén! GO!’ Op exact hetzelfde moment geven zestien cilinders en 1.105 paardenkrachten, verdeeld over twee spectaculaire sportauto’s, álles wat ze in zich hebben om elkaar het leven maar zo zuur mogelijk te maken. De finish is oh zo ver, en komt oh zo snel dichterbij. Er staan reputaties op het spel, verliezen is domweg geen optie. En toch kan er uiteindelijk maar één zich de winnaar noemen – de ander rest niets dan schaamte en teleurstelling… In voorgaande dragraces zochten we het nog wel eens in uitersten. Een oude Lamborghini Countach tegen een splinternieuwe Aventador, of zoals in TopGear 167 een elektrische Tesla Model 3 tegen een benzinesmullende Alfa Stelvio Quadrifoglio. Niet dat altijd evenzeer voor de hand lag wie er met de overwinning aan de haal zou gaan, maar toch: het waren duidelijk gevechten tussen twee werelden. Daarom besloten we het deze keer eens over een andere boeg te gooien en twee auto’s naast elkaar te zetten die (in ieder geval op papier) wat meer aan elkaar gewaagd waren – die ook in het echte leven elkaars volle concurrenten zijn. Hoewel – is dat zo? Zouden er werkelijk mensen zijn die de slaap niet kunnen vatten omdat ze niet kunnen kiezen tussen deze twee? Natuurlijk, ze hebben ongelooflijk veel gemeen: allebei coupé, allebei een min of meer vergelijkbaar vermogen, en op dit niveau doet het prijsverschil er ook niet zo veel meer toe – je kunt de goedkopere immers met speels gemak zo configureren dat ie duurder is dan de ander. Maar laten we onze twee kemphanen eerst eens wat nader aan je voorstellen.

In the left corner: de splinternieuwe BMW M850i

De Duitsers hebben de laatste maanden nogal wat over zich heen gekregen, met name waar het ‘t uiterlijk van een aantal nieuwe modellen betreft. De nieuwe Z4 krijgt lang niet alle handjes op elkaar, en de nieuwe 7-serie en X7 worden door hele volksstammen ronduit lelijk gevonden. Met name zij die, niet geheel onterecht, vreesden dat BMW volkomen van het designpadje was geraakt, zullen opgelucht adem hebben gehaald toen ze deze nieuwe 8-serie onder ogen kregen. Dit is een BMW coupé zoals een BMW coupé hoort te zijn. Laag, agresief, stijlvol en elegant. Perfecte proporties, fraaie details, adembenemende techniek: een auto die het aloude adagium Freude am Fahren in hoofdletters beeldhouwt. De vele convexe en concave (ofwel: holle en bolle, maar we mogen het in dit kunstzinnige geval graag een beetje aandikken met wat onvervalst designjargon) vlakken van de carrosserie vullen elkaar niet alleen aan, maar versterken elkaar. Wat je ook mag vinden van de X7 en de 7-serie: dit is een meesterwerk – dat zul je met ons eens zijn.

‘De M850i is het levende bewijs dat ze bij BMW nog niet helemaal van het designpadje zijn geraakt’

De binnenkant van de M850i is de buitenkant waardig. Het interieur is een snoepwinkel voor mensen die van een voorbeeldige afwerking en verrukkelijke details houden. Neem alleen die pookknop: voorzien van facetgeslepen glas, dat terugkomt in de startknop en de knop van het iDrive-systeem. Je moet er een beetje van houden, maar wij doen dat. De stoelen zijn fantastisch, een perfecte zitpositie is in no-time gevonden. Nadelen zijn er echter ook. De meters zijn een drama qua afleesbaarheid. Het hele spul is uiteraard digitaal, maar er wordt zó veel informatie op je afgevuurd dat het haast onmogelijk is om in één oogopslag te vinden wat je nodig hebt. Waar veel concurrenten je de mogelijkheid bieden om het scherm te personaliseren, of in ieder geval aan te passen aan jouw specifieke voorkeuren, doet BMW daar nauwelijks aan mee. Zeker, je kunt wat verschillende zaken op dat scherm tevoorschijn toveren, maar een puinhoop blijft het. Een mooi vormgegeven puinhoop, maar toch: een puinhoop. En dat hoort niet bij een auto van deze stand.

Over naar zijn concurrent: de Jaguar F-Type SVR

Je hoeft niet lang te kijken (een halve nanoseconde volstaat) om te weten dat dit zo’n beetje lijnrecht het tegenovergestelde van de BMW is. Waar werkelijk niemand op deze planeet of in alle nabijgelegen sterrenstelsels ooit gevonden heeft dat een F-Type R misschien best nog wat ruiger kon, dachten ze daar in Coventry anders over. En dus werden de deuren van de gewatteerde kamertjes opengedaan, werden de dwangbuizen even wat losser gegespt, en konden de geniale gekken van Special Vehicle Operations hun lage lusten op de F-Type botvieren. Toen de rookwolken waren opgetrokken stond dit er. Nu zijn we enorme fans van de reguliere F-Type Coupé – hij is wat ons betreft een toonbeeld van doeltreffende klare lijnen. Slank, gestrekt en gespierd, maar tegelijkertijd een gentleman. Daar is na de interventie van SVO weinig van over. Dit is een F-Type die naar Geordie Shore is gestuurd en er behangen met opgepompte spieren en tattoo’s weer vandaan is gekomen. De enorme achterspoiler, de dikke diffuser met vier kanonslopen als uitlaatpijpen, de skirts die wijd uitlopen als een jaren ‘60-spijkerbroek, de sleuven achter de voorwielen, die gapende neusgaten: het is allemaal zó overdreven dat je er in eerste instantie haast om moet lachen. Indrukwekkend – zeker. Maar mooi? Gelukkig gaat het er binnenin de SVR iets rustiger aan toe; qua design dan. Ook hier uitstekende stoelen, een erg lage zit die je een nog groter snelheidsgevoel geeft en een heerlijk dik stuur, voorzien van alle knoppen die je nodig zou kunnen hebben. Maar goed ook, want SVO heeft het ook nog eens nodig gevonden de SVR ‘op te zadelen’ met nog eens 25 pk meer dan de 550 pk waar de toch al behoorlijk overpowerde R het mee moest doen. Twee handjes vol dus, die maar beter allebei aan het stuur kunnen blijven… Niet dat de BMW 850i daar niets tegenover kan stellen. Zijn 4,4-liter biturbo V8 is goed voor 530 pk, en hij zou een sprint naar 100 km/u in 3,7 seconden moeten kunnen doen – exact de tijd die Jaguar voor de SVR opgeeft. Het is jammer voor de 8 dat het om een dragrace gaat; alleen een rechte lijn dus. Hij beschikt immers over vierwielbesturing die hem qua handling in bochten een voordeel zou moeten geven. Maar dat is hier dus niet aan de orde.

Tijd om van start te gaan

Beide motoren zijn goed op temperatuur, de bestuurders zitten op het toppunt van hun concentratie. ‘3!’ De linkervoet op de rem, de rechter boven het gaspedaal. ‘2!’ Voorzichtig de toeren iets laten stijgen. ‘1!’ Tot het punt dat de auto door zijn remmen heen wil. ‘GO!’ Rem los en volgas! Dankzij de vierwielaandrijving van beide is wielspin nauwelijks aan de orde. De Jaguar is het vlotst uit de startblokken – het kan haast niet anders of zijn 160 kilo lagere gewicht speelt hem hier in de kaart. Hij klauwt zich vast in zijn voorsprong en ramt zichzelf door zijn versnellingen. De BMW doet zijn uiterste best, maar ziet de voorsprong van de Jaguar niet groter, maar ook niet kleiner worden. De verbetenheid waarmee de SVR ervandoor is gegaan, is de BMW te machtig. Op de finishlijn, een kwartmijl verderop, is het verschil nog precies even groot als na de eerste meters. Het is niet eens een autolengte, het is neus aan kont, maar het verschil is er.
Nog eens. Zelfde verhaal. Bestuurders wisselen van plek. Zelfde verhaal. De Jag is en blijft sneller, domweg door zijn snellere start. Door de herhaaldelijke nederlagen knapt er iets bij de BMW. Letterlijk. Opeens voelt de achterwielophanging wiebelig, instabiel. We besluiten de race onmiddellijk te staken. Achteraf blijkt een geleidestang te zijn gebroken. Gevolg van eerdere mishandeling? Een exemplarisch productiemissertje? Wie zal het zeggen. Niemand zal in ieder geval beweren dat testauto’s een makkelijk leven hebben…

Zouden wij onze keuze laten afhangen van deze uitslag?

Moeilijk. De Jaguar is een feest van hectiek, drama en onversneden snelheid. Hij is luid op het gênante af en blijft je pushen om hem meer van zichzelf te laten zien. De BMW is in alle opzichten ingetogener en tot aanzienlijk meer in staat dan alleen maar lol trappen. Hij kan je rust verschaffen – op constante snelheden is de motor zelfs nauwelijks hoorbaar. Druk een paar knoppen in en hij verandert in een beest dat de Jag maar nét aan voor moet laten gaan; en dat zonder al te overdreven gegrom, gegil en uiterlijk vertoon. Je moet het zo zien: de Jag is je stapvriend: kroeg in, altijd feest, lol gegarandeerd. Maar voor een goed gesprek op zijn tijd ben je bij hem echt aan het verkeerde adres. De BMW daarentegen begrijpt ook woorden van meer dan twee lettergrepen en is altijd verstandig – misschien wel iets té, dat je zou wensen dat ie eens een keertje los kwam. Wat kies jij dan..? Bekijk de video van deze dragrace.

Specificaties BMW M850i xDrive Coupé


Motor
4.395 cc
V8 biturbo
530 pk @ 5.500 tpm
750 Nm @ 1.800 tpm
Aandrijving
vier wielen
8v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 3,7 s
top 250 km/u
Verbruik (gemiddeld)
9,8 l/100 km
224 g/km CO2
G label
Afmetingen
4.851 x 1.902 x 1.346 mm(l x b x h)
2.822 mm (wielbasis)
1.865 kg
68 l (benzine)
420 l (bagage)
Prijzen
€ 171.650 (NL)
€ 130.000 (B)

Specificaties Jaguar F-Type SVR


Motor
5.000 cc
V8 compressor
575 pk @ 6.500 tpm
700 Nm @ 3.500 tpm
Aandrijving
vier wielen
8v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 3,7 s
top 322 km/u
Verbruik (gemiddeld)
11,3 l/100 km
269 g/km CO2
G label
Afmetingen
4.475 x 1.885 x 1.311 mm(l x b x h)
2.622 mm (wielbasis)
1.705 kg
70 l (benzine)
315 / 407 l (bagage)
Prijzen
€ 202.650 (NL)
€ 145.380 (B)

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)