Een korte blik in de achteruitkijkspiegel is genoeg om de gestoordheid van deze situatie als een mokerslag bij ons binnen te laten komen. We bevinden ons aan het begin van het start/finishgedeelte van ­Circuit Zandvoort. De oranje pylonen die we een kwartmijl (402 meter) verderop hebben geplaatst, lijken te trillen in de hete lucht die opstijgt van het asfalt. We zitten in een zwart leren omgeving, rondom afgewerkt met koolstof­vezel, met in onze handen een stuur van alcantara en voor ons een tellerscherm waar het woordje ‘Race’ op staat aangegeven. Buiten, rechts van ons, zien we iets roods, laags en Italiaans.

Dit wordt een serieuze dragrace

Alles duidt erop dat we op het punt staan om een serieuze dragrace te onder­nemen. Maar die achteruitkijkspiegel… Daarin zien we een achterbank, een lang dak en een laadruimte. Het binnenste van een brave stationwagen. Raar. Klopt niet. Does not compute. Onlangs kon je in TopGear een test lezen van een Mercedes-AMG E 63 S die onderhuids lichtjes was aangepakt door Brabus. Deze imponerende machine werd ons destijds verstrekt door exclusiviteitsspecialist Thijs Timmermans in Waardenburg. Toen we de auto weer inleverden, zei hij: ‘Weet je wat er nog meer 800 pk heeft?’ Hij wees op zijn rode Ferrari 812 Superfast. ‘Is het niet een idee om eens uit te zoeken welke het snelst is?’

De krachtmeting van de 800-pk patsers

Vanzelfsprekend raakten we geïntrigeerd door dit voorstel. En hoe diep we er ook over nadachten, we konden niet bedenken wat het resultaat precies zou zijn. Tuurlijk, de 812 is lichter; en het is een Ferrari, wat betekent dat ie altijd sneller is dan je denkt. Maar de Brabus heeft veel, véél meer koppel en bovendien vierwielaandrijving. Die zal normaal gezien dus als eerste van zijn plek komen. De vraag is dan of een kwartmijl de Ferrari genoeg tijd geeft om hem in te halen. Of zou de 812 met behulp van z’n slimme tractiecontrole even snel of zelfs sneller weg zijn? We hebben werkelijk geen idee. Heel vervelend: er zit niets anders op dan op Timmermans’ voorstel in te gaan en het proefondervindelijk vast te stellen.

Een wolf in schaapskleren

We krijgen vandaag een Mercedes met vijf deuren mee: een AMG E 63 S Estate met hetzelfde Brabus 800-pakket als de sedan die we eerder testten. Des te leuker, want een grotere underdog dan een stationwagen valt er niet te verzinnen. Deze uitvoering is gemeen matzwart met zwarte accenten – er is geen chroomstripje te vinden – en grote goudkleurige klauwen voor z’n keramische remmen. Het blijkt bovendien een Edition 1 te zijn, met een al evenzo sinister interieur.
Wanneer we ermee op Zandvoort aankomen, kijkt er niemand op of om. Er is al een redelijke kenner voor nodig om te zien dat het hier een AMG betreft, en ­Brabus heeft de aanwezigheid van hun oppepkit in dit geval niet groots aangekondigd. Alleen op de voorspatborden en de achterklep staat klein en bescheiden ‘Brabus 800’ te lezen.

Maar niets is minder waar

Open je de motorkap, dan is het een heel ander verhaal. Een vuurrode afwerking, zeeën van koolstofvezel en twee grotere, in goudfolie gewikkelde turbo’s glimmen je tegemoet. Hier moet je niet te lang naar kijken, anders zou je nog geïntimideerd kunnen raken. Onze tegenstander verschijnt ten tonele. Rustig en zonder al te veel herrie rolt het rood glinsterende monster de paddock op, maar alle aanwezigen verdraaien hun nekken en laten vallen waar ze mee bezig zijn. Het is alsof Madonna stilletjes een winkelcentrum binnensluipt: hoe ze ook haar best doet, het gaat haar niet lukken om onopgemerkt te blijven.

Twee compleet verschillende auto’s, toch?

Het is een vreemd duo, zo naast elkaar. De een praktisch en stealthy, als een spion die opgaat in een buitenwijk. De ander overduidelijk een extraverte presteerder, een beul die niet eens met z’n spieren hoeft te rollen om je al de nodige angst in te boezemen. Zo zien we het graag: het is natuurlijk mooi om twee supercars het tegen elkaar te laten opnemen, maar is dit niet nog veel leuker, spannender en interessanter?

Ah, de cijfertjes

Op papier ontlopen de auto’s elkaar qua prestaties niet veel. De officieel opgegeven 0-naar-100-tijd van de Ferrari is 2,9 seconden, die van de Brabus 3,1 seconden. Maar dan nog even het koppel van die laatste: 1.000 Nm. Dui-zend newtonmeter, al bij 3.600 tpm, met dank aan die twee turbo’s. En deze keer hoeft het niet elektronisch ingeperkt te worden, zoals bij vroegere potente Mercedessen; AMG’s pientere 4Matic+, vol elektronische differentiëlen en andere goochelarij, kan het moeiteloos over alle vier de wielen verdelen. Dan lijkt z’n gewicht van haast twee ton – honderden kilo’s zwaarder dan de 812 – plots niet zo belangrijk meer.
De Ferrari stuurt ‘slechts’ 718 Nm naar enkel z’n achterwielen en moet daar ook nog eens 7.000 toeren voor draaien, maar daar heb je wel meteen een pluspunt te pakken: z’n toeren. Met een rode lijn bij 8.900 tpm en het maximale vermogen bij 8.500 tpm heeft de V12 een onbehoorlijk lange adem en veroorzaakt hij een geluid dat zo vreselijk fijn is dat het een tactiek op zich zou kunnen zijn: alle races winnen door je tegenstanders onderweg in katzwijm te laten vallen. Nogmaals, dit kan echt alle kanten op.

De eerste run levert een duidelijke winnaar op

Terug naar het moment van de waarheid. Onze eerste run voeren we ‘droog’ uit, zonder elektronische extra’s: gewoon vol gas en kijken waar het schip strandt. De foto- en videograaf heeft zijn camera’s aangezet, onze hoofdredacteur staat in de berm met zijn arm in de lucht en telt af: drie, twee, een… We begraven het gaspedaal en zien in onze ooghoek een rode schicht naar voren schieten. De Ferrari is ontzaglijk hard weg, terwijl de Mercedes nog druk bezig is om de macht van de V8 op een beschaafde manier door zijn MCT-bak te geleiden. Wanneer de koppeling eenmaal volledig aangrijpt, komt alle gecombineerde AMG- en Brabus-toorn los en worden er krachten op ons botgevierd die ons naar adem laten snakken. Maar het haalt niets uit: de Ferrari is al zo ver weg dat het lijkt alsof hij een voorsprong had.

Het geheime wapen

Tijd voor een andere aanpak. Het is kinderlijk eenvoudig om een heftiger vertrek uit de Brabus te persen: hou je linkervoet op de rem, geef maximaal gas en laat de rem los. Geen driedubbel getrek aan flippers, geen ‘weet u het zeker’-bevestiging op het scherm – gewoon de Race-modus inschakelen (dat hadden we al gedaan) en een beetje voetenwerk. ‘Race Start’, zo noemt Mercedes hun kijk op launch control. Toepasselijk. Opnieuw wordt er afgeteld. We duwen de beide pedalen naar beneden, het toerental klimt. De E 63 S pompt zich op en zet zich schrap, trillend en rommelend als een pitbull in de aanvalshouding. Dan klinkt het startsein, tillen we onze linkervoet op – en alles wordt een waas.

En dan zegeviert de Brabus. Of toch niet?

De Brabus schiet af als een kanonskogel. Zonder een hint van wielspin worden de twee ton staal, leer en koolstofvezel naar de horizon gesleurd; met ons erin, hulpeloos. We zijn blij met de stevige hoofdsteun achter ons – onze nekspieren weten niet wat hen overkomt. We verzamelen moed en richten onze blik vanuit de verte kort naar schuin rechtsvoor: geen Ferrari. Vlug en voorzichtig rechts van ons: geen Ferrari. In de rechterbuitenspiegel: ah, daar is de ­Ferrari. Maar hij komt razendsnel dichterbij.
De golf van geweld die over je wordt uitgestort als de 812 Superfast langszij komt, is onbeschrijflijk. Het is niet alleen de onvoorstelbare snelheid – het is alsof hij onderweg een gouden paddenstoel heeft opgepikt die wij even niet gezien hadden – maar ook de herrie, de schandalige herrie. We hebben de ­uitlaatknop van de Brabus toch echt vol open staan, het diepe geklapper van de biturbo V8 dondert in ons kielzog, maar alles wordt verdronken door de sublieme huil van de Italiaanse V12. De Ferrari scheert langs ons en ligt naar onze schatting een autolengte of twee à drie voor wanneer we niet veel later de ­pylonen passeren.

Brabus 800 vs Ferrari 812 Superfast: welke is het snelst?

Oké, dat is duidelijk. De Ferrari is de winnaar, ruimschoots en onbetwist. We hoeven de launch control-functie van de 812 niet eens meer te proberen – dat zou bij een achtste mijl wellicht verschil maken, gezien de effectiviteit van de Brabus vanuit stilstand, maar hier bereik je er niets mee. Behalve dat onze arme E 63 S nog ongenadiger vernederd zou worden. En toch… Toch is daarmee de kous niet af. Want wanneer we nog een aantal runs uitvoeren (voor de video, heus niet omdat het zo verslavend is), slinkt de afstand tussen de beide auto’s. Het is alsof de Brabus gaandeweg in z’n element komt: hij wordt letterlijk elke keer sneller, de Ferrari komt telkens fractioneel later voorbij en eindigt steeds minder ver voor ons. Ook als je niets van kwartmijlsprints weet, maar wel The Fast & The Furious hebt gezien, weet je de waarde van een ten-second car. Nou, deze ruime, praktische E-klasse Estate is een eleven-second car, keer op keer op keer.

‘Je weet de waarde van een ten-second car. Nou, deze praktische E-klasse is een eleven-second car, keer op keer’

De Ferrari wint, de Brabus is ongelooflijk

De Track App in zijn infotainmentsysteem houdt de tijden bij. Eerst 11,40 seconden, dan 11,29 seconden, dan 11,21 seconden, en dan de klapper: 11,14 seconden bij 212 km/u is onze beste score. Wellicht dat de auto zijn eigen tijd blijft verbeteren als we doorgaan, maar uit mechanisch respect vinden we het mooi geweest. De Ferrari, zonder launch control dus, blijft in de high tens steken en stelt daarmee zijn suprematie vast. We hebben hier geen wetenschappelijk onderzoek gedaan met windmetingen, bandenspanningcontroles, vaste doses racebenzine en hoogwaardige meetappa­ratuur. We hadden gewoon één simpele vraag: wie wint er als we een supercar en een vierwielaangedreven Rambo-stationwagen met hetzelfde vermogen naast elkaar zetten? Het antwoord is duidelijk, maar de Brabus hoeft zich onder geen beding te schamen. Immers: dat een grote en bruikbare familieauto, met een prijs die zonder opties half zo hoog ligt, de heetste Ferrari van het moment nagenoeg kan bijhouden… Dat is eigenlijk ongelooflijk.

De dragrace

Met dank aan Thijs Timmermans en Circuit Zandvoort.

Ferrari 812 Superfast


Motor
6.496 cc
V12
800 pk @ 8.500 tpm
718 Nm @ 7.000 tpm
Aandrijving
achterwielen
7v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 2,9 s
top 340 km/u
Verbruik (gemiddeld)
14,9 l/100 km
340 g/km CO2
Afmetingen
4.657 x 1.971 x 1.276 mm
(l x b x h)
2.720 mm (wielbasis)
1.525 kg
92 l (benzine)
bagageruimte n.b.
Prijzen
€ 398.146 (NL)
€ 298.414 (B)

Mercedes-AMG E 63 S 4Matic+ Estate – Brabus 800


Motor
3.982 cc
V8 biturbo
800 pk @ 6.600 tpm
1.000 Nm @ 3.600 tpm
Aandrijving
vier wielen
9v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 3,1 s
top 300 km/u
Verbruik (gemiddeld)
>10,8 l/100 km
>246 g/km CO2
Afmetingen
5.005 x 1.852 x 1.475 mm
(l x b x h)
2.939 mm (wielbasis)
1.995 kg
80 l (benzine)
640 / 1.820 l (bagage)
Prijzen
ca. € 220.000 (NL)
ca. € 160.000 (B)

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)