We hebben allemaal weleens een rotdag op de zaak. Ook bij de Speed Week kan het gebeuren dat je wordt gevraagd om eerst in Molsheim een Bugatti Chiron op te halen, om die dan samen met een Alpine A110 naar Clermont-Ferrand te rijden. Zucht.

We worden haast uitgelachen

En dan sta je ineens voor Château Saint-Jean, op een mooie heldere herfstochtend, te staren naar een wit-blauwe koolstofvezel Chiron met een Alpine A110 in z’n kielzog geparkeerd. Terwijl we foto’s aan het maken zijn, verschijnt Bugatti’s CEO Stephan Winkelmann met een nieuwsgierige uitdrukking op zijn gezicht. ‘Dit is toch niet echt een vergelijkende test?’ vraagt hij. Hij heeft een punt, ergens.

Twee compleet verschillende auto’s

Hoewel zowel de Bugatti als de Alpine de Franse nationaliteit heeft, houdt daarmee de vergelijking eigenlijk volledig op. De Chiron kost minimaal 2,5 miljoen euro (al kun je er rustig een paar ton aan extra’s op bestellen) – dat zijn 50 Alpines A110. Eerstgenoemde heeft een 8,0-liter quad-turbo W16-motor die 1.500 pk en 1.600 Nm levert. Met minder dan een kwart van de motorinhoud ontwikkelt de 1,8-liter turbo viercilinder van de Alpine een zesde deel van dat vermogen, terwijl hij ongeveer de helft weegt van de Bugatti en 30 centimeter smaller is. Maar! Het zijn allebei exquisiete auto’s met een heel specifieke – zij het tegengestelde – achtergrond: de Bugatti Chiron is een onbeschaamd stuk opulentie waarbij geld geen rol speelt, een Alpine komt uit een wereld waarin elke gram ertoe doet.

We zijn in goede handen

We zijn ons ervan bewust dat veel vermogen veel verantwoordelijkheid met zich meebrengt (we tekenen ook een bruikleenverklaring die er niet om liegt), maar we weten ook dat onze bestemming zich bijna 700 kilometer verderop bevindt, waardoor het tijd is om de luxe verstilling van het Bugatti Atelier te verlaten en op de A35 koers te zetten naar het zuiden, via Colmar en Mulhouse.

Carrefour leegkopen en door

Onze eerste pitstop leert ons dat het manoeuvreren van een Chiron op de parkeerplaats van een supermarkt linke soep is, en niet vanwege het beperkte zicht naar achteren. Nee, het gevaar schuilt erin dat afgeleide omstanders struikelen over stoepranden en andermans boodschappenkarretjes, druk als ze zijn met het nemen van foto’s. We ontdoen de supermarkt in kwestie van flinke hoeveelheden baguettes, charcuterie en snacks, en als we die in onze volgauto hebben gestapeld, koersen we noordwaarts naar Le Grand Ballon, een verhoging in het landschap die je wellicht kent van de Tour de France; een berg die wat aardige bochtjes heeft liggen op de weg naar de top.

We durven niet te kijken

Nadat we bij het verlaten van Cernay zijn getrakteerd op een aantal dikke verkeersdrempels, draaien we een eenbaans weggetje naar links in en gaan bergopwaarts met een vaart van 15 km/u. Tegemoetkomend verkeer ziet ons de Chiron met angst en beven (dit geldt van beide kanten) langs allerhande terreinauto’s en vrachtwagens vol hout wurmen. Er wordt mild gezweet (we hebben Andy immers bij ons, anders werd er fiks gezweet), maar 30 paniekerige minuten later wordt de weg breder – schitterend alpien, met een stijgend wegdek en waanzinnige uitzichten, perfect om eens uitgebreid te bezien waar de Chiron toe in staat is.

‘Iedereen die beweert dat de Chiron maar één trucje kent, heeft het bij het verkeerde eind’

Niet louter een snelheidsmonster

We wisselen van de EB-modus (de geheel automatische stand) via de Autobahn-stand naar de Handling-modus: de Chiron verstrakt z’n reflexen, stuurt zwaarder en verstelt z’n achterspoiler vier graden. Nu blijkt: iedereen die beweert dat deze Bugatti maar één trucje kent – dat van de grote getallen – heeft het bij het verkeerde eind. Na een paar uur te hebben doorgebracht op de D431, een departementale weg die zich kalmpjes naar de top van Le Grand Ballon kronkelt, blijkt dat een weggetje te zijn dat voorziet in bochten en verkantingen die het beste in goede auto’s en het slechtste in slechte auto’s naar boven halen. Na deze beproeving is het nu al volstrekt helder dat de Chiron ongelooflijk plezierig rijdt.

De Bugatti Chiron is grensverleggend

Het eindeloze vermogen onder je rechtervoet is aanvankelijk zenuwslopend en overweldigend, maar als je eenmaal bent gewend aan de stomp in je maag die hij je nu en dan bezorgt, gooi je ’m al gemakkelijker de bochten in, en ga je in die bochten ook vroeger op het gas om de turbo’s klaar te zetten voor het moment dat je eruitkomt. Er zijn weinig zaken op aarde die zo effectief korte metten maken met het continuüm van ruimte en tijd als de Chiron. Ja, z’n breedte vraagt aandacht op smalle wegen, en ja, je bent je bewust van de krachten die een rol spelen, en ja, 560 kilo aan motor en bak naast en achter je is veel, maar deze auto verhult z’n massa op een wijze die je in de oude Veyron nooit voor mogelijk zou hebben gehouden.

De Alpine A110 is een frisse wind

Na een door de Chiron opgewekte dopamine-rush kost het ook even gewenning om in de Alpine de berg af te dalen en de autoroute op te gaan. Voor de meeste auto’s zou een vergelijking met de Chiron waarschijnlijk niet goed uitpakken, maar de Alpine A110 weet zo goed wat hij wil dat hij een welkome, frisse bries is op een markt waarin de meeste sportievelingen alleen maar naar de Chiron opkijken. Hij is licht zonder masochistisch te zijn; hij levert prestaties die je zenuwen niet zozeer willen frituren, maar je in staat stellen van het moment te genieten. Ook communiceert hij met je in ultra-HD-kwaliteit. De Alpine A110 is waarschijnlijk een van de leukste, meest toegankelijke en meeslepende auto’s die we de afgelopen jaren hebben gereden, en bovendien een auto die je laat genieten van een reis, in plaats van hem genadeloos om zeep te helpen. Hij is echt iets speciaals. Terwijl we de Bugatti Chiron voor ons uit zien zwieren, grijnzen we van oor tot oor omdat we het geluk hebben vandaag zo’n ongelooflijke diversiteit in het automobiele spectrum te mogen ervaren.

‘De Alpine is waarschijnlijk een van de leukste, meest toegankelijke en meeslepende auto’s die we in de afgelopen jaren hebben gereden’

En terug in de Bugatti Chiron

We stoppen om te tanken (de Chiron heeft heel wat benzine nodig, de Alpine A110 heel wat minder). Dan nemen we weer plaats in de Bugatti, om de laatste paar honderd kilometer van onze reis vandaag door te kunnen brengen in het gezelschap van een Le Mans-winnaar. Die heeft vooral veel plezier in de voorzichtige manier waarop we de tolhuisjes naderen – de breedte van de Bugatti blijft een beetje een dingetje voor TG-redacteuren. We verfijnen de tolmethode gedurende de komende uren, en het gesprek in de Bugatti richt zich op Le Mans, accutechnologie (waar Andy alle finesses van blijkt te kennen) en naar het streven van het doorbreken van de magische grens van 500 km/u. ‘Eerlijk gezegd denk ik dat de huidige bandentechnologie daarin, vanuit het oogpunt van veiligheid, de spelbreker zal zijn’, aldus Andy.

Je zult nooit zijn hele vermogen kunnen benutten

We missen een afslag en moeten zodoende 35 kilometer omrijden, wat de Alpine de kans geeft weer bij ons in de buurt te komen. De zon is ondergegaan, de wegen zijn leeg, de gendarmes zitten hopelijk bij moeder de vrouw aan de coq au vin – en wij duiken nog even in het oneindige vermogen van de Chiron, al komen we op de vermogensmeter nooit verder dan een magere 800 pk, waarmee hij de kilometers al verorbert met een gemak en een snelheid die werkelijk ongelooflijk zijn.
Kan een auto echt een waarde hebben van 2,5 miljoen euro? Dat is een vraag waarop gewone stervelingen eigenlijk altijd het antwoord schuldig zullen moeten blijven, maar voor wie eenmaal een dag in de Bugatti Chiron heeft doorgebracht, zoekend naar z’n potentieel en genietend van ieder facet van z’n kunnen, is het lastig om te zeggen dat hij het geld niet waard zou zijn. Hij is zo ontstellend capabel, zo schitterend ontworpen en zo prachtig afgewerkt dat hij bijna een kunstwerk is. En hoe kun je iets lomps als geld verbinden aan de ultieme expressie van grenzeloze prestaties? Anders gezegd: kan uniciteit in euro’s worden uitgedrukt?

Bugatti Chiron vs Alpine A110, voor welke gaan we?

De Alpine lacht om alles waar de Chiron voor staat. Het kleine bochtenvretertje zet helemaal zijn eigen doelen en heeft niets te maken met de strijd die sommige andere deelnemers aan de Speed Week met de Bugatti willen aanbinden. En dat is maar beter ook – zo komen we tenminste weer eens in aanraking met een fris en nieuw idee. Als de Bugatti Chiron zijn weg ondergronds voortzet om de nacht in een beveiligde parkeerkelder door te brengen, springen wij in de Alpine A110 en zetten koers naar de toch wat eenvoudiger TG-gîte. Morgen gaan we naar het circuit, maar nu is al duidelijk dat de veertien uur en de 711 kilometers die we vandaag met de Chiron hebben doorstaan een ervaring vormen die moeilijk te verslaan zal zijn.

Bugatti Chiron


Motor
7.993 cc
W16 quad-turbo
1.500 pk
1.600 Nm
Aandrijving
vier wielen
7v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 2,4 s
top 420 km/u
Verbruik (gem.)
22,5 l/100 km
516 g/km CO2 G Label
Gewicht
1.995 kg
Vermogen/gewicht
752 pk/ton
Prijzen:
€ 3.082.765 (NL)
n.b. (B)

Alpine A110


Motor:
1.798 cc
viercilinder turbo
252 pk
320 Nm
Aandrijving
achterwielen
7v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 4,5 s
top 250 km/u
Verbruik (gem.)
6,2 l/100 km
141 g/km CO2 E Label
Gewicht
1.103 kg
Vermogen/gewicht
228pk/ton
Prijzen:
€ 67.500 (NL)
€ 58.800 (B)

Reacties

  • Chris heeft op 3 december 2018 geschreven:

    De Bugatti ziet er lomp uit, dus de opmerking dat iets lomps als geld daar aan te verbinden juist uitstekend past. De Alpine daarentegen is veel frivoler en is bij uitstek een auto die waarschijnlijk veel meer rijplezier geeft dan zo’n door veel teutoons geld mogelijk gemaakte platgeslagen olifant.

    Reageer

Geef een reactie

(verplicht)