Na de jammerlijk gefaalde ‘Saab’ BLS komt Cadillac nu met een nieuwe aanval op het trio A4/C-klasse/3-serie: de ATS. Of het wat is? Ja, het is wat. Héél wat.

Inmiddels ken je het standaard riedeltje wel: Amerikaans merk wil zich meten met de grote Duitse jongens, zet met veel bombarie een halfbakken nieuw model neer, de pers vindt het niks, klanten vinden het niks, en de vergetelheid is een auto rijker. Het gebeurde Cadillac elke keer weer. Tot een paar jaar geleden.

Na hun eerste achterwiel aangedreven sportsedan, de CTS – een auto waarvan weinigen zullen ontkennen dat het een prima ding was – komt het merk nu met een meer compacte sedan. Goed, voorheen hadden ze al de BLS, maar die was louter bestemd voor Europa en was bovendien vanaf het eerste moment niet bestand tegen de concurrentie. Nu er een wereldwijde trend van downsizing is ontstaan, is het voor een merk dat the standard of the world wil zijn belangrijker dan ooit om een auto van dit formaat aan te bieden. Ook in de VS, China en andere grote markten.

Cadillac ging bij de ontwikkeling van de ATS niet over één nacht ijs. Het team uit Detroit is ambitieus: ze maken er geen geheim van dat ze hun pijlen hoofdzakelijk richten op de BMW 3-serie. Die auto is nog altijd toonaangevend wanneer het op rijeigenschappen aankomt, en juist op dat vlak wil Cadillac meespelen. Dus gaven ze de ATS een eigen platform met een relatief lange wielbasis, plus een verse 2,0-liter turbo-viercilinder met een flink vermogen van 276 pk. Dat niet alleen: om de jongere, premiumrijdende gadgetfreak te plezieren, krijgt de ATS de primeur van een knallend nieuw infotainmentsysteem genaamd CUE, oftewel Cadillac User Experience.

Wanneer we voor het eerst in de ATS gaan zitten, eist dit CUE-geval meteen onze aandacht op. Het maakt gebruik van app-achtige symbooltjes in een simpele interface die, mits je behoort tot de iPad-generatie, zichzelf wijst. Je kunt zo’n beetje alle Apple-bewegingen erop toepassen, zoals twee vingers spreiden om op de kaart van de navigatie in te zoomen. Het is leuk om mee te spelen en het werkt goed, maar het gaat allemaal nog niet zo feilloos en soepel als op een iPad, en bij één testauto ontwaarden we een software-kinderziekte (het radiovolume bleef omhoog kruipen – au). Dat zal bij productiemodellen niet voorkomen, belooft Cadillac.

Ook de knoppen op de middenconsole bedien je door ze simpelweg aan te raken. Bijzonder is dat zowel de knoppen als het scherm trillen om aan te geven dat je ze juist hebt aangetikt. Haptic feedback heet dat. Er zijn meer van dit soort gebruikersvriendelijke toepassingen in de ATS te vinden; zo gaat bij het achteruitrijden, mocht er bijvoorbeeld rechts achter de auto een obstakel staan, de rechterkant van je stoel trillen. Heel slim.

Zowel aan de buiten- als de binnenkant ziet de ATS er smakelijk uit. Misschien is het allemaal net wat te bling voor de Europese smaak, maar origineel en onderscheidend is het in ieder geval. In het interieur behoren de typische goedkope GM-plastics nu definitief tot het verleden; deze Cadillac voelt eindelijk aan als het doordachte kwaliteitsproduct dat ie moet zijn. Behalve misschien als je op de achterbank zit, want daar is het voor langere passagiers aan de krappe kant.


De ATS is er met een handgeschakelde zesbak (met standaard sperdifferentieel) of een zestraps automaat. We kiezen voor de laatste, en daar krijgen we geen spijt van. Zeker in de sportstand voelt de bak haast perfect aan wat we aan het doen zijn. Rem af voor een bocht, en hij schakelt meteen terug. Haal een slome duikelaar in; idem dito. Willen we toch zelf de regie in handen nemen, dan vinden we twee snaarstrak klikkende magnesium flippers achter het stuur. Dit maakt indruk.

De 2.0 turbomotor is gretig en happig, heeft over een breed toerenbereik kracht voorhanden en brult dat het een lieve lust is. Iets té hard zelfs. Als het een V8 zou zijn, had je ons daar vast niet over gehoord, maar een rasperige viercilinder mag in zo’n luxe auto best wat meer op de achtergrond blijven. Nog een puntje in de categorie hè, moet dat nou is de elektrische besturing, die mooi direct is, maar toch wat te weinig gewicht en gevoel biedt om je er echt bij te betrekken. Dat doen ze bij BMW beter.

'De ATS is alles wat je zou denken dat ie niet is: snel, lichtvoetig, geraffineerd en vermakelijk'

Maar. De altijd zo oppermachtige Duitsers zullen even flink moeten slikken als ze de ATS op een bochtig parcours proberen. Dit onderstel is niet zomaar goed, het is ontzettend goed. Cadillacs onmerkbaar functionerende Magnetic Ride-systeem leest elke 0,001 seconde het wegdek en past elke 0,005 seconde de demping aan. Koppel dit aan de delicate balans van de ATS, die een gewichtsverdeling van 50/50 heeft, en het is in de bochten smullen geblazen. De Cadillac kleeft aan het asfalt, en belangrijker: het weggedrag blijft te allen tijde voorspelbaar. Het maakt niet uit wat je voor fratsen uithaalt – uitwijken, corrigeren, provoceren – de ATS reageert precies hoe je verwacht en gaat exact waar je ‘m wilt hebben. Het is een feest zoals we dat nog nooit in een Amerikaanse sedan beleefden.

Voorlopig is de 2.0T, al dan niet met vierwielaandrijving, de enige motor die in de Europese versie van de ATS wordt geleverd. In de VS zijn er nog twee motoren leverbaar, waaronder een 3.6 V6, die wellicht vroeg of laat ook de oversteek zal maken. Cadillac heeft inmiddels toegegeven dat er ook een dieselmotor in de planning zit, en dat er binnen afzienbare tijd een ATS-V aankomt.

De ATS is alles wat je zou denken dat ie niet is: snel, lichtvoetig, geraffineerd en vermakelijk om te rijden. Met een prijs vanaf 51.530 euro (38.130 euro in België) – standaard behoorlijk compleet uitgerust – zit ie aardig in het vaarwater van volgeladen varianten van de BMW 328i. Of de kleine Caddy in Europa nu eindelijk eens wat potten voor het merk kan gaan breken, valt te bezien. Men is en blijft hier verknocht aan Duitse prestige, maar feit is dat als je eens iets heel anders zoekt, je nu niet langer met minder genoegen hoeft te nemen.


Cadillac ATS 2.0T RWD Performance automaat



15/20



Cijfers

0-100 km/u: 5,9 s

Top: 240 km/u

Verbruik: 8,2 l/100 km

Motor: 1.998 cc, viercilinder turbo benzine

Aandrijving: achter

Vermogen: 276 pk

Koppel: 353 Nm

Gewicht: 1.540 kg

CO2: 191 g/km



Prijs

NL € 62.430

BE € 46.790



Vonnis

Misschien wel een van de meest verrassende auto’s van het jaar. Vergeet alles wat je over Cadillac weet: dit is een schone lei. Top en belooft veel goeds

Reacties