Met het WK al lang achter ons, is het nu de beurt aan de DS3 om met oranje geweld te komen. Boekt ie de zege?
 
Sébastien Loeb is onbetwist de koning van het Wereldkampioenschap Rally. Hij heeft er al zes op zijn naam staan en lijkt nu voor de zevende keer het kunstje te gaan flikken. Het ligt voor de hand te denken dat de auto waarin hij zijn slopende kilometers slijt een onverwoestbaar imago als rallykanon heeft. Kijk maar eens hoe de Lancia Delta, de Subaru Impreza 555, de Mitsubishi Lancer Evo en de Audi Quattro nog steeds een ijzersterke naam hebben bij liefhebbers van sportieve auto’s.
 
Maar voel jij vlinders in je buik bij het zien van een Citroën Xsara of een C4? Nee toch. Citroën heeft jammerlijk gefaald om de successen van held Loeb en de complete raceafdeling te verzilveren in de marketing van hun middenklassers. Als ik je zou vertellen dat Sébastien in een Lada reed, had je het waarschijnlijk ook geloofd.
 
De volgende Citroën-rallyauto zal gebaseerd zijn op de bijzonder hippe DS3. Met z’n uiterlijk heeft hij al menig hart gestolen en ook de rijeigenschappen mogen er zijn. De aankondiging van een gepeperde versie van Citroën Racing brengt dan ook een lichte opwinding teweeg. Ruim voor dat de auto later in 2010 op de markt zal komen, kreeg TopGear de gelegenheid om aan het prototype te snuffelen. Met drie rondjes op een circuit was de koek op, dus deze Drive is meer een vluchtige impressie dan een test.
 
De aandrijving komt van de bekende 1.6-turbomotor die al in meerdere Citroëns en Peugeots wordt gebruikt. Ook Mini heeft ‘m in de rekken liggen. Voor de gelegenheid wordt hij gekieteld tot 200 pk. De veren zijn vijftien millimeter korter en ook stijver ten opzichte van de standaardversie. Daarnaast kwamen er andere schokdempers. De stuurbekrachtiging kreeg andere verhoudingen, bredere achterwielen moeten ‘m stabieler maken. Aan de vooras zitten grotere remschijven, de remblokken worden met vier zuigers ertegenaan gedrukt.
 
Presteren doet ie op z’n gemak. Bij alle toerentallen is dat merkbaar, maar bovenin is de kracht nadrukkelijk groter. Er is een heel lichte turboterugslag (een turbogat mag je het niet noemen), maar dat maakt ie goed met een ingetogen brul. Het verloop van de koppelkromme verklapt dat je met deze sportieve DS3 heerlijk rap de bocht uit kunt accelereren en dat inhalen zo gepiept is.
 
De elektronica van het onderstel was nog niet in orde bij de auto waarin ik reed, dus de techneuten drukten me op het hart het esp uit te zetten. Grappig: bij de introductie van de gewone DS3 kreeg ik de tegenovergestelde opdracht. Zelfs zonder trucjes is er voldoende grip. Het onderstel is heel speels: als je het gaspedaal iets optilt, kun je ‘m in de bocht dwars zetten. De nieuwe remmen verhogen het plezier.
 
Het comfort heeft niet te lijden gehad onder de trainingssessies. Sterker nog: de hele auto voelt veel alledaagser aan dan je op grond van zijn woeste voorkomen en de toevoeging Racing verwacht. Je trilt niet uit elkaar, alles in je lijf blijft heel. Eigenlijk is het een gewone DS3 met 150-pk sterke 1.6, maar dan met meer pep.
 
Zo is het een auto waar ik graag mijn dagelijkse kilometers mee wil afleggen, maar hij kan zich niet meten met zo’n compromisloos scheurmonstertje als de Clio Cup. Zelfs na deze voorzichtige eerste kennismaking kan ik dat al zeggen. Echter, de DS3 Racing wordt straks wel een stuk duurder dan de Renault. Als Sébastien niet helpt, dan zal het nog lastig worden deze Citroën aan de man te brengen.

Reacties