Het is absoluut meedogenloos. We hebben amper een hap genomen van onze vissige tofu-gelatinebouillon met daarin een dumpling gevuld met een bijzonder onduidelijk varkensachtig product, en daar komt ze alweer aanzetten met een blad vol stomende eigenaardigheden. Vragen stellen helpt niet – ons Japans is beperkt tot een aantal grommen en vreemde hoofdbewegingen, en zij spreekt niets anders dan haar eigen taal. Daar staat ­tegenover dat onze serveerster, die erop staat de eetzaal achterwaarts, kruipend op haar knieën te verlaten en daarbij blijft buigen, geen ­moment vreemd heeft opgekeken van het feit dat we ons in de eetzaal hebben vertoond in niets meer dan een ruim zittende japon. Een interessante avond, maar wel een noodzakelijk onderdeel van onze Ultieme Japanse Roadtrip. Het idee is om onszelf onder te dompelen in de lokale cultuur, zowel die van auto’s als anderszins, terwijl we over een aantal van de lekkerste wegen van Japan zullen rijden. Dat maakt allemaal deel uit van een poging om de nieuwe Honda Civic Type R beter te leren begrijpen. De auto heeft ons verbluft met z’n rijeigenschappen – van z’n schreeuwerige styling en marktpositio­nering zijn we minder overtuigd. Chris Harris suggereerde recent dat de R is ‘getekend door een kind dat nog nooit een auto heeft gezien’, en we neigen ernaar het met hem eens te zijn. Anderzijds is het vaak zo dat de manier waarop een auto eruitziet – en de emoties die hij oproept – sterk zijn verbonden met de plek waar je ‘m ziet en rijdt. Als we in de VS zijn om een auto te testen, nemen we ons altijd voor om een musclecar uit de jaren zeventig te importeren, maar thuis bedenken we vervolgens altijd dat we kennelijk te veel suiker en verzadigd vet op hadden, en zodoende belachelijke waanideeën kregen. Wat dat betreft zijn auto’s net wijn: erg plaats­gebonden. Verderop in dit verhaal zullen we de Civic naast een aantal drift-RX-7’s parkeren, lokale inlanders ontmoeten op de Hakone-­tolweg, en we zullen onze reis beëindigen in de elektrische stad Akihabara. Het zal duidelijk worden dat wat wij, afkomstig uit een conservatief en ingetogen land aan de Noordzee, beschouwen als designchaos, in z’n thuisland als niet half zo woest en agressief wordt gezien.

Waar begint de Ultieme Japanse Roadtrip?

We beginnen in Tokio. Stressniveau: hoog. De ingebouwde navigatie hebben we uitgezet, want we kregen het niet voor elkaar de taal van Japans naar Engels te wijzigen; aangezien het menu in het Japans is. Geeft niets, zou je denken, daar heb je toch een smartphone voor. Nou, nee, ook niet: het wegenstelsel van Tokio is een dusdanige brei spaghetti dat ook onze telefoons er geen wijs uit kunnen worden, en dus rijden we rondjes, in bijbelse slagregens. Diep ademhalen. Ontspannen. Het is gewoon ook een deel van het verhaal. Er wacht ons een drie uur lange rit noordwaarts naar onze eerste bestemming, en als we ons eindelijk weten los te rukken uit de machtige tentakels van de megalopolis Tokio, verdampt de stress meteen. Dat de nieuwe Type R dan meteen van een opgewonden lastpak verandert in een ontspannen lange-afstandsloper, is tekenend voor ‘m. Er zit een enorme bandbreedte in de vering tussen de standen Comfort en +R. De uitlaat maakt minder herrie, de stoelen houden je nog steeds stevig in hun greep, maar ze zijn tegelijkertijd lekker luxe en zacht. Zet de handbak in z’n zes, schakel de cruisecontrol in, en hij is meegaander dan je ooit zou durven verwachten.

Waar testen jullie de opgewonden lastpak?

De kronkelende wegen van Irohazaka vormen een rondje eenrichtingsverkeer dat de lagere hellingen van de Nyoho-berg bij Nikko ­verbindt met de hogere passen in Okunikko, en weer terug. In totaal zijn er 48 haarspeldbochten die ieder corresponderen met, en zijn voorzien van, een letter uit het oude Japanse alfabet – iets dat waarschijnlijk goed van pas komt als je de lokale ANWB moet bellen omdat je net met je 600 pk sterke RX-7 heel heroïsch van een klif bent gedrift. De route is tweeslachtig, zo zal blijken. Op de weg naar boven hebben we de beschikking over twee rijbanen, met eenrichtingsverkeer dus, en rijden we op een wegdek dat de perfectie benadert. Dat we bij gebrek aan tegenliggers de volledige breedte van de weg kunnen ­gebruiken, voelt zowel bevrijdend als hoogst illegaal aan. De Type R is er zo gek op dat ie er wel voor lijkt te zijn geboren.

Jullie zeiden iets over haarspeldbochten…

Het is gestopt met regenen, maar de ondergrond is nog nat; de zon stuurt nu en dan wat honingkleurige stralen door het wolkendek. De nauwe, gladde haarspeldbochten zouden een griptest zijn voor elke auto, laat staan voor een voorwielaangedreven hot hatch met 320 pk, maar de Civic laat zich niet van de wijs brengen. Je laat ‘m tegen z’n differentieel aanschurken, tast het exacte punt af waarop ie rechtdoor wil gaan schuiven en houdt het gaspedaal precies daar. Als de voor­wielen weer recht staan, geef je wat gas bij, schakelt van z’n twee naar z’n drie en positioneert de Honda voor de volgende bocht. Het verloopt allemaal zo ritmisch dat het verslavend werkt, en gezien de ­omstandigheden gaat het bovendien buitengewoon hard. Op de top bevindt zich een dorpje, waar we voorbijschieten om aan de andere kant van de berg naar beneden te gaan. En daar komen we in aanraking met het andere gezicht van deze route: er zijn wegwerkzaamheden gaande waardoor er opstoppingen en files zijn ontstaan, met touringcars erin, waardoor we de steile hellingen en scherpe ­haarspeldbochten in een kruipend konvooi nemen.

‘Het verloopt allemaal zo ritmisch dat het verslavend werkt’

Dat geeft ons echter wel de kans om uitgebreid te genieten van het buitengewone kleurenpalet dat zich onder ons in de vallei ontrolt. We zijn te vroeg voor het seizoen van de kersenbloesem, maar de vurige tinten rood en het glimmende beige en bruin zijn ook niet mis. Daarna: niets. Alleen het zwart van de nacht.

Waar brachten jullie de nacht door?

Het is tijd voor een rit van twee uur naar ons authentiek Japanse onderkomen, vanwaar we ’s ochtends een prima startpositie zullen hebben voor onze tweede etappe. Het zou een avondritje van niks moeten zijn, gewoon nog meer kilometers opslokken, een beetje tijd voor rust en contemplatie. Dan blijkt echter dat wegen in de Gunma-prefectuur niet doen aan normaal, gewoon en rustig, en bevinden we ons plots op wegnummer 120 – een schitterend stuk asfalt dat jojoot tussen gegroepeerde haarspeldbochten en snellere, vloeiender secties. We zien niets van de omgeving, louter de meters wegdek voor ons die door de koplampen worden verlicht. Eén bocht, beter gezegd een bepaald type bocht, wijst uit hoe de Type R de weg domineert. Een dalende, vochtige, met blad bezaaide, smaller wordende haarspeldbocht waarin je moet bijsturen is het uitgelezen recept voor catastrofaal veel onderstuur, maar op de een of andere manier vindt de voorkant van de R steeds ergens grip en volg je de ingezette lijn. Veel vertrouwenwekkender wordt het niet.

Maar is er ook een beetje cultuur gesnoven?

In ons traditionele Japanse hotel wordt een traditioneel Japans diner gevolgd door een traditioneel Japans bed (matras op de vloer), een traditionele Japanse douche (net een traditionele Europese douche maar dan met de douchekop ter hoogte van je oksels en een plastic kruk voor als je ineens erg vermoeid raakt), een traditioneel Japans ontbijt (je wilt het niet weten) en uiteindelijk een kort gesprekje met de traditionele Japanse robot bij de receptie. We staan aan de voet van de Haruna-berg, op een weg die beroemd is geworden door de populaire mangaserie Initial D. Mocht je het niet weten: dat is een strip waarop een tv-serie, een film en een videospel zijn gebaseerd, die als thema de driftcultuur heeft en zich afspeelt op een aantal echt bestaande bergwegen in dit gebied. De hoofdrolspeler, Takumi Fujiwara, werkt als pompstationbediende en oefent zijn rijvaardigheid door tofu ­vanuit zijn vaders winkel op de top van de Haruna te bezorgen met zijn Toyota Sprinter Trueno (een AE86 voor jou en voor ons). Logisch. Het maakte van de weg een toeristische bestemming en een plek om met de auto heen te gaan om ‘m te rijden, maar in het perfecte ochtendlicht zien we op een Hakosuka GT-R en een R32 na helemaal niets of niemand.

Waarom is deze plek gekozen?

Driftpionier Keiichi Tsuchiya werd gevraagd als redactioneel consultant voor Initial D, en kwam met deze plek op de proppen. Hij had geen betere locatie kunnen kiezen. Nog meer haarspeldbochten, maar deze zijn breder, sneller, weidser. Er zal niet worden gedrift door de Type R, maar je zult begrijpen dat dat met een achterwielaangedreven auto met een aanzienlijk vermogen (mits je bent gezegend met de juiste vaardigheden) hier heel verleidelijk zou zijn. Vaak te verleidelijk, zoals de op veel plaatsen gedeukte, beschadigde en provisorisch gerepareerde vangrails bewijzen. Nu ontdekken we een ander wapen in het arsenaal van de Civic: z’n ­motor. Nee, hij raspt of popt niet, zoals die van de Ford Focus RS of de hoogtoerige Seat Leon Cupra. Het is een motor die het van z’n harde ­werken moet hebben – hij is bijna dieselachtig in de wijze waarop hij gromt, met als enige oogmerk je zo snel mogelijk over de weg te jagen. Oorstrelend is hij echter niet. Juist het feit dat hij zo doelbewust is, maakt ‘m zo opwindend, z’n niet aflatende wil om alleen maar heel hard voorwaarts te gaan wordt nog eens geaccentueerd door de fantastisch precieze, kort schakelende bak en de scherpe maar progressieve remmen.

‘De Civic Type R verandert meteen van een opgewonden lastpak in een ontspannen lange-afstandsloper’

Dat vormt het bewijs dat een hoogtoerige en theatrale motor weliswaar een grootheid op zichzelf is, maar niet de enige manier om hard te gaan. Neem de nieuwe Ford GT: z’n V6 is effectief, maar blijft je niet bij. Als die motor echter gekoppeld wordt aan de juiste styling, goede aerodynamica, slimme ophanging en een Le Mans-winnend koolstofvezel chassis heb je ineens een heel ander verhaal – een verhaal dat je je leven lang niet meer vergeet. Of neem de Ferrari 488 GTB: diens V8 lijkt niet erg levendig naast die van de 458, maar rijd er een uur in en je weet niet eens meer hoe je 458 schrijft. Datzelfde geldt hier, want als een auto zo getalenteerd blijkt, als ie zo meegaand is en zo explosief snel, dan maakt het niets meer uit waarom je je zo goed voelt. Je voelt je gewoon goed. We komen op de top van de Haruna (via een geribbelde weg die Land of Hope and Glory door je banden laat resoneren – dit moet overal verplicht worden) en hangen daar een poosje bij het meer rond, zoals Takumi dat doet. Jazeker: een meer op de top van een berg. De zwaartekracht weigert hier kennelijk zijn werk te doen. Daarna rijden we langs D’z Garage, een op Initial D geïnspireerd café annex werkplaats, compleet met een replica van Takumi’s AE86 en Initial D-tofupudding. De drift-specials op basis van ­RX-7’s en 300ZX’en geven de styling van de Civic een context.

Heeft Honda hier inspiratie uitgehaald?

Dit is het land waar Bōsōzoku werd geboren, waar modificaties schering en inslag zijn, waar autocultuur zich heeft genesteld in de vezels van de maatschappij. Ineens begrijp je waarom Honda ervoor heeft gekozen om zo extreem te zijn in de vormgeving. Waar de jongeren in Europa de auto waarschijnlijk niet kunnen betalen, zijn de kaarten hier anders geschud en zie je ineens dat ie hier simpelweg perfect past. Jong en oud, iedereen steekt een duim naar ons op, wuift en neemt foto’s van de Honda. Een wel erg enthousiaste voetganger blijft plotsklaps stilstaan, wijst naar de auto en schreeuwt: ‘You the boss!’ We bedanken hem met een grom van de motor en een knik met onze hoofden. De laatste weg die we zullen rijden, is er een waarvan je ongetwijfeld hebt gehoord. Een cliché dus? Misschien wel, maar omdat hij een magneet is voor Japanse autoliefhebbers kunnen we ‘m toch niet negeren. Twee uur ten zuiden van Haruna, en slechts 90 minuten van Tokio, bevindt zich de Hakone-tolweg – een weg die onsterfelijk is geworden in de drift-cultuur en de aangewezen plek om naartoe te gaan als je je auto heel nodig even moet uitlaten.

Hoe is het om te rijden op die weg?

We volgen een nieuwe 911 GT3 naar het tolhuisje, betalen 750 yen (5,60 euro) en geven gas, een beetje bang dat de weg na alle verhalen wat zal tegenvallen, of zelfs de ophef niet waard zal zijn. Die angst blijkt ongegrond. Goed, er is een maximumsnelheid van 50 km/u, maar gezien de snelheid waarmee de GT3 voor ons rijdt, kunnen we ons niet voorstellen dat die erg strikt wordt nageleefd. De weg voelt ogenblikkelijk aan alsof hij speciaal voor de Civic is gemaakt. Dit moet de hemel zijn waar hete hatches heengaan. De bochten zijn veel breder dan die van Haruna of Irohazaka, lange doordraaiers die verkanten in je voordeel. En ze knijpen niet, dus je houdt de stuuruitslag vast en test de grenzen van de voortrein met je rechtervoet. Dat vindt de Civic duidelijk leuk – hij bijt zich vast en smeekt om meer. De manier waarop de besturing zwaarder wordt en je laat weten waar je staat is subliem, en je hoofd begint te kantelen onder de g-krachten voordat ie aan de limiet van z’n grip komt.

Maakt deze weg het beste los in de Civic Type R?

Het wegdek is smetteloos, zodat we voor het eerst tijdens deze trip de +R-modus inschakelen, waardoor we een fractie meer stijfheid ­voelen en een iets vlottere gasrespons krijgen. Wat betreft de besturing hebben we liever de Sport-stand; die bevalt ons beter dan deze extra dosis kunstmatig gewicht, maar de modi zijn en blijven de modi – ­helaas kun je ze niet mixen of naar je eigen smaak verder instellen. We babbelen wat met een paar jonge TopGear-fans; de een rijdt een fruitig klinkende Nissan 370Z, de ander een Impreza STI. Het is ons nooit eerder opgevallen hoeveel de Type R en de nieuwste Impreza eigenlijk op elkaar lijken (laatstgenoemde lijkt in Europa een beetje ouderwets, maar ziet er hier vreselijk cool uit). Een Lotus 7 met aangepaste gasklephuizen komt aanrijden. Een Suzuki Cappuccino met ’s werelds meest asociale afblaasgeluid vliegt voorbij. We hebben de ­autohemel op aarde gevonden en de entree bedraagt vijf euro.

Is dit met recht de beste auto van 2017?

Op de weg terug naar Tokio overdenken we twee onvergetelijke ­dagen. We wisten al hoe briljant de Civic rijdt – hij verleidde bij een eerdere kennismaking met z’n instelbare onderstel, z’n toegankelijke aard en z’n meedogenloze zucht naar snelheid. Waar we nog achter moesten komen, was voor wie hij eigenlijk is bedoeld. In Japan is het antwoord helder: voor alles en iedereen. Die Stormtrooper-met-een-onderbeet-achtige voorkant, die zichtbeperkende vleugel achterop, de vouwen en luchtinlaten en de vortexvinnen – ze schreeuwen boekdelen over z’n potentie en zijn bepalend voor z’n karakter. Dat betekent natuurlijk nog niet dat je ‘m mooi hoeft te vinden, maar het helpt wel als je begrijpt waar Honda vandaan komt. Net zoals een Corvette of een Hellcat bandenrokend en V8-hamerend Amerika ­belichaamt, is dit het destillaat van Japan in de vorm van een vijfdeurs gezins-hatch. De Civic Type R is niet alleen de beste Hot hatch van het Jaar, hij is onze Auto van het Jaar, en daarmee klaar. Houd van ‘m, of haat ‘m. Wat kan het schelen? Rij ‘m gewoon.

Honda Civic Type R



Motor:
1.996 cc
viercilinder turbo
320 pk
400 Nm
Aandrijving:
voorwielen
6v handbak
Prestaties:
0-100 km/u in 5,8 s
top 272 km/u
Verbruik:
7,7 l/100 km
176 g/km CO2
Gewicht:
1.380 kg
Prijzen:
€ 53.980 (NL)
€ 36.200 (B)

Reacties

  • MarcelB heeft op 28 december 2017 geschreven:

    Geen XTC meer gebruiken als je een verhaal gaat schrijven……….iemand van 30 plus wil toch niet in dit tupperware gedrocht gezien worden??? En iemand van onder de 30 kan hem niet betalen. Je zult hem dan ook weinig zien…….en dat is goed nieuws

    Reageer

Geef een reactie

(verplicht)