Het is voor een volwassen man pijnlijk om toe te geven, maar bij deze redacteur op zolder staan dozen vol model­­autootjes. Vooral van Ferrari. Die zijn daar terechtgekomen door een echtgenote met uitgesproken ideeën over interieurinrichting. Een van die autootjes is de dans ontsprongen en staat uitdagend op ons bureau: een Rosso Corsa 355 Spider. Het is een jeugdliefde van twintig jaar geleden die bijzonder hardnekkig is gebleken. Je zult dus begrijpen dat we, terwijl we in Maranello voor de poorten van de fabriek stoppen om de allernieuwste, allersnelste en meest uitbundig gestreepte Ferrari met midscheepse motor uit de standaardserie ooit op te halen – de Ferrari 488 Pista -, weer helemaal het veertienjarige jongetje van toen worden. We zijn zó opgewonden dat we helemaal vergeet dat we in de auto van de vijand rijden – de wenkbrauwen gaan omhoog en we krijgen opdracht om onze Lamborghini Urus ergens achter de bosjes neer te zetten.

Espresso is een noodzakelijkheid

We worden een ruimte binnengeleid, waar we weliswaar niet op ons donder krijgen, maar worden onderworpen aan nog iets veel onbarmhartigers: een college Pista-techniek. Dermate zware kost dat zelfs Adrian Newey het nauwelijks zou kunnen volgen, laat staan een stel TG-afgezanten die al moeite hebben met staartdelingen en die sinds vier uur ’s ochtends in touw zijn. Hier is een straf bakkie Italiaanse espresso vereist – en daar zullen er meer van nodig zijn. Want in plaats van veilig in acht uur linea recta van Maranello naar Clermond-Ferrand te rijden om twee hoofdrolspelers van onze Speed Week in de pitstraat af te leveren, maken we daar het dubbele van:

Een schitterende, doch zware tocht

We delen de rit op in twee etappes van zeven uur, met daartussenin nog een snel bezoekje aan de Gorges du Verdon. Daar zijn, hebben we ons laten vertellen, uitzichten waarvoor je zou willen sterven, en wegen waarop je zou kunnen sterven. Het plan wordt opgevat om eerst een stuk in de Ferrari 488 Pista te doen, en als oren en lichaam aan hun taks zitten, met een kop koffie en een podcast in de Lamborghini Urus over te stappen voor het laatste stuk. Het is wel duidelijk: we zijn echte teamspelers.

Bezit de Lamborghini Urus het DNA van een supercar?

Als we de fabriek verlaten, kan een roedel toeristen het plaatje schieten waar ze op zaten te wachten, maar als we vervolgens het drukke verkeer in gaan, is het de Lamborghini Urus die alle aandacht naar zich toe trekt. Dat komt misschien doordat je in deze streek zo’n beetje op elke straathoek een Ferrari ziet, maar waarschijnlijk is de Urus echt iets nieuws, iets wat prikkelt: een supercarfabrikant die een grote gok waagt en inzet op de expansiecurve, niet op hard door de bocht gaan. Het is natuurlijk niet eerlijk om hem te vergelijken met de Ferrari 488 Pista. Maar als we erachter willen komen of de Urus echt het DNA van een supercar heeft, dan moet het een goede insteek zijn om er schouder aan schouder met de Pista in te rijden, om zo de emoties te filteren en ons te concentreren op waar het werkelijk om gaat.

De Ferrari 488 Pista is een volwassen auto

De Ferrari grijpt je al snel bij de kladden. Het interieur is ontdaan van de tapijtjes, het handschoenenkastje en de portiervakken, de zittingen zijn star en diep gevormd, en de racegordels zijn overdreven, maar het is bepaald geen straf om erin te rijden. Hij heeft een USB-aansluiting voor onze smartphones (gelukkig maar, want het navigatiesysteem ontbreekt), het zicht naar buiten is goed, we kunnen een flesje water kwijt, en met de manettino in de Sport- en Bumpy Road-stand rijdt ie nog relatief comfortabel. Een paar decennia geleden waren we geschokt toen we voor de eerste keer in een Ferrari reden, een niet bepaald nieuwe 360 Modena, en het leek alsof we in een echte raceauto zaten – stug, breed, laag liggend, lawaaiig als de hel en altijd gretig. Dat heeft deze nog steeds, maar het recept is volwassen geworden. Puristen prefereren misschien een permanent jankende motor en een ophanging die onbarmhartig is voor je ruggenwervels, maar op dit moment zijn we er maar wat blij mee.

De soundtrack van beide Italianen valt tegen

We rijden om Genua heen en gaan richting de kust, via allerlei tunnels die volmaakt zijn voor een warming-up. De Lamborghini Urus is een vreemde vogel: de bijgerechten zijn geknetter en geborrel, maar het hoofdgerecht is lastiger te omschrijven. Soms is zijn 4,0-liter V8 met twee turbo’s en 650 pk een puffende, vibrato replica van het beste van AMG. En dan, als je echt op het gas gaat, een licht gerochel – al met al niks bijzonders.
De Ferrari 488 Pista overtreft hem in volume, maar hij bezorgt je toch niet echt kippenvel – een gorgelend, suizend gebonk dat crescendo gaat en aanzwelt, maar tegen die tijd ben je meer bezig met het in goede banen leiden van de 720 pk die de opgewonden biturbo V8 voortbrengt en vraag je je af waarom je gezicht opeens aan de andere kant van je hoofd zit. Voor beide auto’s geldt dat actie belangrijker is dan de soundtrack.

Van een pijnbank naar een kamer in het Hilton

Na drie uur hebben we 300 kilometer afgelegd. Tijd om van auto te wisselen, want we hebben de Ferrari 488 Pista dan wel geprezen om zijn beschaving, maar achterwerken zijn inmiddels gevoelloos en onderruggen gekraakt. Als je in de fauteuils van de Lamborghini Urus gaat zitten, heb je een beetje het gevoel dat je in bed kruipt – iets waar we nog maar liever niet aan denken, want het is nog zo’n drie uur naar het hotel dat we voor vannacht hebben geboekt. We hadden ons geen zorgen hoeven maken, en ook niet zo veel Red Bull hoeven in te slaan, want nadat we de kustweg hebben verlaten in de richting van ­Grasse, houden de wegen ons vanzelf klaarwakker.

Route Napoleon

Met alleen maar onze koplampen als leidraad komen we rond middernacht bij de Route Napoleon, en voortdurend biedt de weg ons konvooi weer iets anders: de ene keer nauwe en scherpe bochten, vervolgens weer vloeiend en sneller dan je denkt. De Lamborghini Urus doet het allemaal stoïcijns en blijft aan de weg gekleefd, en hij zorgt ervoor dat de Ferrari dubbel zo hard moet werken om bij te blijven. En dan bereiken we Hôtel Le Panoramique, zonder dat we er erg in hebben gehad dat we zojuist vlak langs een duizelingwekkende afgrond zijn gereden. Het is één uur ’s nachts. We parkeren de auto’s en opeens gaat zomaar het alarm van de Ferrari 488 Pista af, zodat alle ­hotelgasten wakker schrikken. Diva-gedrag in optima forma.

Alvast een amuse

Al vóór zonsopkomst zijn we uit de veren en nemen we de Route des Crètes, een toeristische weg die om de kloof heen loopt, en alles staat in de schijnwerpers van de zonsopkomst. Langzaam ontwaakt de dag en worden we beloond met het spektakel waar we al deze moeite voor hebben gedaan. Het is het meer dan waard geweest: in mist gehulde toppen, een steil aflopend ravijn met in de diepte een azuurblauwe rivier, en twee auto’s die popelen om na ons brave gedrag op de snelweg te worden gebruikt waarvoor ze zijn gemaakt. Jammer, want dit is niet de plek voor heldhaftig rijgedrag. Zeker, er zijn vlakkere, bredere stukken weg waar we de auto’s even de sporen geven, maar het is allemaal niet meer dan het voorgerecht van de maaltijd die nog moet komen – een bescheiden tweestrijd in een adembenemend decor, alvorens ze op het circuit tot het uiterste zullen moeten gaan.

Dat is nou onhandig

Op de smalle en lastige stukken is het een kwestie van overleven: we moeten voldoende afstand van de rotsen houden om lakschade te vermijden, maar er ook weer niet te ver vanaf gaan; zodat we nog wel ruimte geven aan tegenliggers, die er niet van op de hoogte zijn dat deze twee Italianen zijn verzekerd voor in totaal een dikke half miljoen euro.

‘Langzaam ontwaakt de dag en worden we beloond met het spektakel waar we al deze moeite voor hebben gedaan’

Op een gegeven moment rijden we stapvoets door een tunnel als ons een bus tegemoetkomt. De chauffeur wijst en barst vervolgens in een onbedaarlijk lachen uit, waarna hij zijn passagiers door de microfoon oproept hetzelfde te doen. Een beetje flauw, denken we, om daarna 250 meter achteruit te rijden in de pikdonkere tunnel. Waarbij we op een goed moment besluiten om deze tweede cannonball run naar onze TopGear-gîte maar wat in te korten.

Ferrari 488 Pista vs Lamborghini Urus, welke kiezen we?

Als het navigatiesysteem meedeelt dat we nog 553 kilometer moeten, valt het gezucht mee. Want hoewel geen van beide auto’s een ware klimgeit is, kan zelfs de Ferrari heel behoorlijk een GT nadoen. Zoals verwacht heeft de Urus de aanloop supersnel genomen, maar het is de Ferrari die de verwachtingen heeft overtroffen. Morgen zullen ze hun ware gezicht tonen.

Ferrari 488 Pista


Motor
3.902 cc
V8 biturbo
720 pk
770 Nm
Aandrijving
achterwielen
7v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 2,85 s
top >340 km/u
Verbruik (gem.)
11,5 l/100 km
263 g/km CO2 G Label
Gewicht
1.385 kg
Vermogen/gewicht
520 pk/ton
Prijzen
€ 355.038 (NL)
€ 294.141 (B)

Lamborghini Urus


Motor
3.933 cc
V8 biturbo
650 pk
850 Nm
Aandrijving
vier wielen
8v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 3,6 s
top 305 km/u
Verbruik (gem.)
12,3 l/100 km
279 g/km CO2 G Label
Gewicht
2.200 kg
Vermogen/gewicht
295 pk/ton
Prijzen:
€ 278.844 (NL)
€ 208.725 (B)

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)