Klimaatverandering? Groen rijden? Amper uitstoot? Iemand? In elk geval niet de kopers van deze auto’s.
 
Stel je even voor hoe het er dezer dagen toegaat op het hoofdkantoor van Infiniti (als we teveel van je vragen, moet je het zeggen). Er zal een hoop worden gehoest, een hoop worden weggekeken en een hoop ‘tja, dat kon toch niemand voorzien’ worden gemompeld. Zoals het gaat in de werkelijke wereld (je kunt het zo gek niet verzinnen, bedoelen we), is er weinig te bedenken dat slechter bij deze barre tijden past dan de introductie van een SUV met acht cilinders en een vijflitermotor, die binnen zes seconden 100 km/u rijdt en die alleen als je echt-echt-echt heel voorzichtig rijdt (gas geven met alleen je nagels ofzo) 1 op 8 rijdt. Ongepast, dat is het woord.
 
Ongepast, zoals het best wel ongepast zou zijn om naar een anti-bontdemonstratie te gaan in een vers gevild labradorvel. Zoiets, dus. Een van de woordvoerders van Infiniti verklaarde onlangs dat Infiniti ‘blij is een zeldzaam verschijnsel te blijven’. Dat is maar beter ook, voor hem althans, want wie eens bestudeert hoe Infiniti enorme benzinemotoren in hun coupé’s, sedans en SUV’s lepelt, die begrijpt dat Infiniti inderdaad nog heel lang een heel zeldzaam verschijnsel zal blijven.
 
Dat maakt dat we deze vergelijkende test kunnen betitelen als bepaald niet bij de tijd. Liever gezegd: als een anachronisme, als iets dat in een ander tijdperk past. Voor ons staan een Infiniti FX 50S en een Range Rover Sport Supercharged die een robbertje gaan vechten. Maar waarom? Om welk marktaandeel precies? Welke niche zullen ze bedienen? Die van drugsdealers en voetbalvrouwen? Maffiabazen en loterijwinnaars? Larense hockeymoeders en televisiepresentatoren?
 
Het is niet zo dat dit geen goede, capabele auto’s zouden zijn – want dat zijn het wel. Het is zo dat de markt voor SUV’s van deze soort – de zogenaamde sport-SUV’s – compleet is ingestort. Je wordt erin nagekeken, ja, maar niet omdat mensen jaloers op je zijn, maar omdat ze je een plurk eerste klas vinden, een milieuvervuilende, benzineverkwistende, nooit richtingaangevende ploert. En daarom dachten wij tijdens de redactievergadering dat het leuk zou zijn deze volslagen overbodige auto’s te testen op hun overbodigheid. Welke is het minst overbodig?
 
We beginnen met de Infiniti FX. Die wordt in verschillende smaken geleverd (waarom niet, zo worden de markten zo ongeveer helemaal tot één persoon beperkt), te weten een diesel (vanaf 2010) en een 3,7-liter V6 benzinemotor, maar wij testen gemakshalve de grootste broer. Hij heet de vijfliter V8 FX 50S. Nou, je zult in elk geval geen problemen hebben om ‘m terug te vinden op het parkeerterrein bij je plaatselijke Albert Heijn. Zelfs als je meerekent dat je ‘m niet in goudkleur hebt, zoals wij. Anderhalve meter motorkap, 21-inch velgen, een grille die eruitziet alsof je er een Mini in kunt parkeren en eigenlijk een algehele aanwezigheid die zo uitzinnig aandoet, dat mensen er werkelijk fysiek last van hebben (we bedoelen hartaanvallen). Hij heeft wel wat van een gympie uit de jaren tachtig, met een cabine die uitgewrongen lijkt tot de ontwerpers erachter kwamen dat er geen weg meer beschikbaar was om meer auto op kwijt te kunnen, en daarom abrupt stopten met ontwerpen, en nog snel een centimeter of twee van hun tekening afgumden. Klaar! Hij is dus erg aanwezig, meer dan wat ook. En toch, en toch – eigenlijk is-ie best geslaagd. Want hij doet precies wat-ie moet doen: elke andere auto in zijn nabijheid laten verbleken.
‘Mij lijkt het een vondst van de marketingafdeling, een auto die gekocht moet worden door mensen die niet zoveel van auto’s begrijpen’
 
De Infiniti is in ieder geval ook een van de weinige auto’s die de Range Rover Sport (RRS) eruit kan laten zien als een rationele, logische burgermanskeuze, als een normale gezinsauto. Als je de RRS naast de Infiniti zet, ziet de RRS er ineens uit als een Freelandertje. Sober, gewoontjes, pips. De 20-inch velgen lijken wat klein, het ‘zwevende’ dak krijgt iets schattigs, en het Supercharged-pakket ziet eruit alsof het is besteld door iemand die iets te vaak cocaïne gebruikt, maar verder geen kwaad in de zin heeft. Vergeleken met de FX (die brult: wat je ook van me vindt, het kan me níets rotten) is de RRS een boodschappenkarretje. Goed, de RSS ziet het plebs ook niet staan, maar de FX is simpelweg een opgestoken middelvinger.
 
Het idee dat ze zoveel mogelijk gebruiken en daar zo weinig mogelijk voor teruggeven, is consequent doorgevoerd in de interieurs. Vergeleken met de slagschepen die ze van buiten lijken, zijn het van binnen nogal benauwde karretjes. De RRS heeft qua interieur meer weg van een Discovery of een Freelander dan van de Range Rover die hij zo dolgraag wil imiteren. Hij heeft niet het majestueuze, het grootse van zijn grotere broer, hij voelt aan alsof-ie minder goed is gebouwd, en waar de mensen op de achterbank hun benen en hoofden moeten laten, is een raadsel. Een achterklep die in twee delen opent, is mooi meegenomen en de bagageruimte is prima, maar ongeveer alles wat leuk aan deze auto is, staat op de optielijst.
 
De achterklep van de FX opent niet in twee delen, en daar is ook geen enkele reden voor, aangezien de bagageruimte minuscuul blijkt. De gemiddelde sedan heeft meer plaats op de achterbank en dat zorgt er in combinatie met het pikkedonkere interieur voor dat mensen snel claustrofobie zullen krijgen in de FX (zelfs als ze daar tevoren niet aan leden). Wel is de FX gebouwd als een kluis, en beschikt-ie over alle (maar dan ook echt álle) technofratsen die Japanners tot op heden ooit hebben uitgevonden. Super-satellietnavigatie, een parkeerhulp die de auto van boven laat zien – het zogeheten ‘Around View Monitor’, actieve achterwielbesturing, en anti-krasverf zodat je kleinere krasjes met een borsteltje kunt uitvegen. Dat is allemaal niet onaardig om aan de bar in je stamkroeg te vertellen.
 
En het wordt beter met de Infiniti. Onder die enorme kap ligt een V8-motor van vijf liter, met 390 pk, en die motor slaat de brug tussen technologische ongein en een heerlijke, soepele rit met een snorrende, soms lekker gierende kat voorin. In 5,8 seconden rijd je 100 km/u, hij is begrensd op 250 km/u en de automatische versnellingsbak lijkt inderdaad, zoals beloofd, te begrijpen hoe en wanneer jij wilt dat-ie schakelt. Mocht-ie niet helemaal naar wens opereren, dan doe je het zelf met de mooiste versnellingspeddels die op dit moment te koop zijn in welke auto dan ook (en niet alleen mooi, ze klikken ook heerlijk) en dat doen in een oogwenk.
 
En dat wil je, want de Infiniti FX rijdt geweldig. Zonder toevoegingen, zonder mitsen of maren, dus niet zoiets als ‘voor een SUV’. Nee, jij dirigeert en de FX 50S doet wat je wilt. Dat komt omdat het zwaartepunt mooi laag ligt, omdat er aluminium is gebruikt, en omdat deze auto niet gebouwd is met het idee dat-ie ooit in het terrein zou hoeven rijden. Helaas impliceert dat allemaal wel dat deze auto binnen 100 meter je einde kan betekenen, ook als je niet verder komt dan de comfortstand. Als je de sportstand inschakelt en per ongeluk een gat in de weg treft, schiet je ruggengraat direct door je verhemelte je hersens binnen, en ben je er ook geweest.
 
De RSS voelt daarentegen aan als een waterbed. Er zit een hoop technologie die je door het terrein kan slepen, mocht dat ooit nodig zijn, en het is in al zijn overbodigheid best prettig om te weten dat dat er is. Omdat de RSS dezelfde hoeveelheid pk’s heeft als de FX, zou je kunnen denken dat-ie zich zo’n beetje hetzelfde gedraagt, maar niets is minder waar. Hij komt niet zo snel van zijn plaats, en hij voelt pas snel aan als je simpelweg ook hard rijdt. Hij doet een volle seconde meer over de spurt naar 100 km/u, en rijdt slechts een luttele 225 km/u.
 
Dat is niet verbazingwekkend als je weet dat de RSS bijna 2.600 kilo weegt. Dat komt omdat-ie meer gebaseerd is op de Discovery 3 dan op de echte Range Rover. Hij is wel comfortabeler dan de FX 50S, maar dat is langzaam doodgeschopt worden ook. Hij rijdt goed en neemt bochten soepel, maar ik vind ‘m niet zo soepel, vreemd genoeg, als de zachtere, grotere Range Rover. Vergeleken met de FX is het een meer beheersbare auto, een auto voor alledag.
 
Dus welke is de beste van de twee? Nou, omdat we afspraken dat we ons niet zouden afvragen waarom deze auto’s bestaan en ons geen zorgen zouden maken over de doelgroepen, ga ik je verbazen. De RSS is een auto die weliswaar Supercharged heet, maar eigenlijk niet zo handig is als de Discovery en alles mist wat de Range Rover zelf zo geweldig maakt. Mij lijkt het een vondst van de marketingafdeling, een auto die gekocht moet worden door mensen die niet zoveel van auto’s begrijpen. Het is een imagoauto en hij heeft z’n beste tijd nu op dit moment misschien wel gehad.
 
Anderzijds is de FX 50S gewoonweg compleet krankzinnig. Hij is zo misplaatst dat het grappig wordt, en dat werkt in z’n voordeel. Als je serieus denkt over de aanschaf van een auto waarnaar mensen op straat spontaan stenen zullen gaan gooien omdat-ie simpelweg bestaat, dan moet je deze auto zeker kopen (of natuurlijk de BMW X6 met vijfliter V8 – nog zo’n heerlijk ding). Deze auto slaat nergens op, is niet praktisch, beantwoordt vragen die niemand ooit wilde stelen, en waarop zelfs nooit antwoord had mogen komen. En toch, een paar uur lang begreep ik deze auto. Ik begreep de grap ervan, ik werd betrokken in het geheim van een auto die het echt helemaal niets kan schelen wat mensen van ‘m denken. Niets. Als je zin hebt om mensen bij bushaltes vanuit je auto te bedreigen met een AK47, dan is dit de juiste keuze. De nieuwe koning van de overbodige mininiche die sport-SUV heet, is de Infiniti FX 50S.

Reacties

Meer van TopGear