KTM maakte van hun leuke spelendingetje een auto die je daadwerkelijk kunt inzetten voor weekendtripjes. Al zou je dat nog steeds niet zeggen. Wat een stukje glas al niet kan doen.

We waren niet zo aardig tegen KTM toen we de eerste foto’s van de X-Bow GT zagen. Zeg nou eerlijk, de voorruit maakt ‘m er niet mooier op. Gelukkig behoort ie tot het selecte groepje auto’s dat er in het echt veel beter uitziet.

De voorruit is er niet zomaar op geplakt. Met een drukknopje bij de hoofdsteun laat je de deuren automatisch en geruisloos omhoog scharnieren. De ruit zelf heeft niet alleen een ruitenwisser en sproeiers, er zitten ook heel kleine verwarmingsdraadjes in. Als je belooft niet te gaan lachen, vertellen we je ook dat er een dak op zit. Hilarisch wordt het als je ziet wat daarvoor moet doorgaan.

Je krijgt een stukje stof dat je met veel gepriegel en geëtter boven je hoofd moet vastmaken. Dat kost je op z’n minst vijf minuten. KTM heeft zoveel vertrouwen in de constructie dat je er maar 100 km/u mee mag rijden. Waar we wel iets aan hebben, is de ‘rugzak’ die je aan de achterkant van de auto kunt vastmaken. Die extra bagageruimte misten we bij de X-Bow. Je hebt nu vijftig liter opbergcapaciteit, handig voor als je een weekeindje weggaat.

Opeens beginnen we het licht te zien, en de X-Bow te snappen. Hij is nooit zo knetterhard, venijnig of gekmakend snel geweest om een hardcore circuitracer te zijn. Maar de GT, waarin je geen helm hoeft te dragen (het gepiel met de vijfpunts harnasgordel is geen verleden tijd) en zowaar enige luwte en rust ervaart in de cabine, blijkt een heerlijke auto te zijn om te stoeien op buitenweggetjes. Dat kan een bergpas in z’n thuisland Oostenrijk zijn, maar ook een dijkje langs de Linge of een leuke kronkelweg in de Ardennen. Je dient er wel flink voor te dokken, maar je krijgt er wat voor terug. Er zitten maar een paar ergonomische missers aan het ontwerp. Zo aai je continu met je knokkels langs het deurscharnier als je lekker aan het sturen bent en het stuk glas zit zo dicht voor je neus dat het eerder een vizier dan een voorruit lijkt te zijn.

Om het rijgedrag toegankelijker te maken, is het vermogen van de GT is iets afgezwakt (15 pk minder), maar het koppel steeg met 20 Nm. Of het nodig is, blijft de vraag, want de X-Bow stond niet bekend om een futloze turbomotor. De puurheid en de scherpte die hij altijd al mankeerde is nu niet als bij toverslag aanwezig in de KTM. Het vermogen wordt botweg op de wielen losgelaten, slechts onderbroken door nogal lompe schakelmomenten. De stuurgeometrie zorgt ervoor dat de X-Bow zich steeds weer in de bocht moet vastbijten.

Dat doet niets af aan de snelheid en het veilige rijgedrag. Je waant je heel zeker, al moet je er wel rekening mee houden dat er geen elektronische veiligheidsvoorzieningen aan boord zijn. Een genot op zich is de grauw waarmee de motor aanslaat. Qua uiterlijk heeft ie nog het meeste van een gigantische robotwesp met een veiligheidsbril op z’n kop.


KTM X-Bow GT



16/20



Motor

1.984 cc

viercilinder turbo

285 pk / 421 Nm



Aandrijving

achterwielen

6v handbak



Prestaties

0-100 in 3,9 s

top 231 km/u



Verbruik/milieu

8,3 l/100 km

CO2 n.b.



Afmetingen

3.738 x 1.915 x 1.202 mm (L x B x H)

2.430 mm (wielbasis)

847 kg



40 l (benzine)

50 l (bagage)



Prijzen

NL n.n.b.

BE n.n.b.



Het vonnis

KTM heeft de ware aard van de X-Bow bovengehaald. De voorruit maakt ‘m een stuk bruikbaarder, wat goed bij het karakter van de auto past. Door een rugzak aan de auto kun je er nu echt een tripje mee maken, maar daardoor is ie nog steeds niet heel ruig

Reacties

Meer van TopGear