Hoe haal je de meeste winst uit je supercars en blijf je een ruig merk? Bouw bankrekeningen-leegtrekkende limited editions.

Ferrari, het meest spannende automerk ter wereld, onthulde vorig jaar op de autoshow van Genève zijn sterkste straat-legale auto ooit. Ongetwijfeld tot het chagrijn van Maranello werd het naar benzine ruikende internet echter belaagd door de grote rivaal. Lamborghini onthulde de Veneno en dat model ging er met alle kliks vandoor. Dit was tenslotte heet nieuws. In tegenstelling tot de LaFerrari wist niemand van de komst van de Lambo. Bovendien zag ie er sensationeel uit. De LaFerrari was onbereikbaar, want gelimiteerd tot 499 exemplaren en met een prijskaartje van 1 miljoen euro exclusief belastingen. Maar Lamborghini ging zelfs daar overheen: meer exclusiviteit, meer geld. Slechts drie Veneno’s zou het bedrijf maken tegen een prijs die meer dan drie keer zo hoog was als die van de LaFerrari.

Het bijzondere ontwerp van de Ferrari, en de immens kostbare ontwikkeling en marketing hadden een supersportauto opgeleverd die over de hele wereld grenzen verlegde. De Lamborghini daarentegen kwam voort uit minimale moeite. Briljant gecalculeerd om maximale publiciteit te genereren met zo weinig mogelijk inzet. Voor het merkimago was het geniaal, als auto was de Veneno minder speciaal.

Het bijzondere uiterlijk van de Veneno was volgens Lamborghini puur gefocust op aerodynamica. De complete neus moest bijdragen aan de neerwaartse druk en zorgen voor een homogene luchtstroom naar de achtervleugel. De vin droeg verder bij aan het gewicht op de achteras om in scherpe bochten overstuur te helpen voorkomen. Ja, vast. Hij zag er dan misschien uit als de inhoud van Gordon Ramsays messenblok tijdens een vrije val, maar onder die huid zat grotendeels gewoon een Aventador. Is de standaard aerodynamica van de Aventador dan zo matig dat deze extreem ogende maatregelen nodig zijn? Natuurlijk niet. Lamborghini praatte bovendien vage taal over het feit dat de Veneno een raceprototype was, maar cijfers over luchtweerstand en neerwaartse druk ontbraken, evenals concrete informatie over verbeterde rondetijden. Die verdenking werd een paar maanden later verder verdiept op het moment dat Lamborghini de Veneno Roadster presenteerde. Een auto waarvan de turbulentie die de open cockpit veroorzaakt, zeker de geclaimde onberispelijke luchtstroom zou verstoren. Een auto die ook nog eens 40 kilo extra in de schaal legde. Waaruit blijkt dat het merk toch niet zo geobsedeerd was met aerodynamica als het eerst op luide toon suggereerde.


Nee, de Veneno ging hoofdzakelijk over commercie, niet over de windtunnel. Het doel was aan een speciale clientèle een paar snel ontwikkelde auto’s te verkopen tegen torenhoge bedragen terwijl de modellen tegelijkertijd op een briljante manier bijdroegen aan het ruige imago van het merk.

Lamborghini is op dit gebied in vorm, getuige de serie gelimiteerde modellen die je op deze foto’s ziet. De Veneno herstelt een belangrijk deel van de mythevorming die vanaf de tweede helft van de jaren zestig rond het merk Lamborghini hing. Bij de Miura, de Countach en de Silhouette ging het niet over racen of wetenschap. Het waren bijna theatrale modellen die ons weke knieën moesten bezorgen. De supercars van Lamborghini bevestigen wat we stiekem allemaal weten: we houden van supercars omdat ze spektakel boven rondetijden stellen en kunst boven wetenschap.

'De enige bestaande Egoista staat in de ontvangsthal van de fabriek. Niets is meer verzamelwaardig dan het onverkrijgbare'

De Veneno ontleent z’n naam, zoals bijna alle Lamborghini’s, aan een vechtstier. Dit specifieke rund heeft 100 jaar geleden een van de beroemdste stierenvechters van Andalusië gedood. Fijn. Dit is, net als de andere gelimiteerde modellen van Lamborghini, een tweevingerig saluut. Pure opschepperij in koolstofvorm. De boodschap is dat de sportautofabrikant meer exotische auto’s kan maken dan elk ander merk zou durven. Achter die wetenschap zit tegenwoordig een gecalculeerde motivatie die het bedrijf in de jaren zeventig niet bezat. Met deze buitengewone uitvoeringen verdient Lamborghini het recht om de relatief brave Huracán te introduceren.

De auto’s dragen bovendien wisselgeld met zich mee. De eerste, de Reventón, was een Murciélago met een ander koetswerk. Lamborghini bouwde die in een gelimiteerde serie van 20 exemplaren met een prijskaartje van 1,1 miljoen euro exclusief belastingen. Door de techniek grotendeels ongemoeid te laten, bespaarde Lamborghini een hoop kostbare ontwikkelingskosten. Tegelijkertijd zorgde de Reventón design-technisch voor een frisse wind. Een wind die toenmalig ontwerp-chef Manfred Fitzgerald de mogelijkheden bood om thema’s uit te werken die we later op de Aventador terug zouden zien. Daarnaast had de Reventón al een vroege versie van de tft-schermen. Na de Reventón volgde een serie van eveneens 20 Roadsters. Ik herinner me nog dat ik daarvan op een autoshow eens een exemplaar zag staan naast een Veyron Grand Sport. De Lamborghini, bijna net zo kostbaar, zag er beschamend slecht afgewerkt uit. Exclusiviteit en visueel spektakel compenseerden dat.

De Aventador J was de eerste spin-off van de nieuwe generatie V12. Dit was een uniek exemplaar. Het management van Lamborghini had op dat moment een meningsverschil met de VW-groep, omdat het enkele toekomstplannen niet publiek mocht maken. In plaats daarvan ontwierpen, bouwden en verkochten ze de Aventador J in precies zes weken voor z’n onthulling.


De Sesto Elemento was uniek. Een waar en extreem ontwikkelingsprototype waarmee Lamborghini met puur enthousiasme de enorme voordelen van lichtgewicht sportauto’s (minder dan 1.000 kilo) wilde laten zien. Het merk maakte hiervoor gebruik van geavanceerde materialen en een strenge ontwerpdiscipline. In tegenstelling tot de andere, meer oppervlakkige ontwerpprojecten van Lamborghini was het nooit de bedoeling de Sesto Elemento te verkopen. Maar toen harde knaken op een presenteerblaadje werden aangeboden boog het merk om er vervolgens 20 te bouwen. De tragedie is echter dat het model te radicaal is om een typegoedkeuring te krijgen.

De Sesto Elemento is veruit de meest levendige van Lamborghini’s serie gelimiteerde modellen. Toch verwachten we dat het niet de auto is die op de lange termijn de meeste waarde zal genereren. Omdat er 20 Sesto Elemento’s zijn. De eenzitter Egoista, voor een stel hyper-enthousiaste eigenaars onthuld bij een diner ter viering van het vijftigjarig jubileum, is waarschijnlijk de heilige graal. Hiervan is slechts één exemplaar, en dat is ‘niet te koop’. De Egoista staat in de ontvangsthal van de fabriek. Niets is meer verzamelwaardig dan het onverkrijgbare.

Meer en meer ontstaat er een bepaalde groep autokopers die wil hebben wat niemand heeft. Dat is de reden waarom gelimiteerde uitvoeringen hun waarde behouden. Lamborghini is op briljante wijze bij deze trend aangehaakt. Natuurlijk, iedere halve gare supercarproducent in een schuur probeert tegenwoordig de exclusiviteitsknop hartstochtelijk te vinden. Op autoshows zie je ze staan met hun onderontwikkelde, 800 pk sterke sleeën terwijl ze voor hun ‘limited editions’ aanbetalingen accepteren. In Nederland heb je ook een paar van die grapjassen. We lachten altijd om deze wensdromers, omdat we ervan uitgingen dat het belangrijkste dat een potentiële koper in een ultrakrachtige auto zou willen, een fatsoenlijke ontwikkeling zou zijn. Gedaan door een team ervaren specialisten, zoals bij de bekende sportautofabrikanten het geval is. Dezer dagen bestaat er kennelijk een slag mensen dat het zo enorm belangrijk vindt om in een auto te worden gezien die hun al even ijdele maten onthouden wordt, dat deze regels niet meer opgaan. Deze categorie kopers ruilt een doorwrochte ontwikkeling en een bewezen merkhistorie wat graag in voor een limited edition-embleem en een groot juweel op het dashboard. De expressie van individualiteit is kennelijk belangrijker dan het weggedrag.

Lamborgini’s limited editions bieden echter iets extra’s. Ze combineren een 24-karaats merk en de ontwikkeling van een hoge kwaliteit supercar met de aantrekkingskracht van exclusiviteit. Met de aerodynamische styling van de Veneno is Lamborghini misschien wat doorgeschoten, maar onderhuids is het tenminste een volledig doorontwikkelde, lichtere en sterkere uitvoering van de Aventador. Zelfs de in gelimiteerde aantallen geproduceerde Lamborghini’s zijn echte Lamborghini’s. In het geval van de Sesto Elemento zijn ze zelfs heel veel meer – door letterlijk heel veel minder te zijn.


Reventón



Motor

6.496 cc

V12

650 pk / 660 Nm



Prestaties

0-100 km/u in 3,4 s

top 340 km/u



Aandrijving

vier wielen

6v semi-automaat



Verbruik (gemiddeld)

21,3 l/100 km

495 g/km CO2



Gewicht

1.665 kg



Prijs

€ 1,1 miljoen (excl. belastingen)





Egoista



Motor

5.204 cc

V10

600 pk / koppel n.b.



Prestaties

0-100 km/u in 3,2 s (geschat)

top n.b.



Aandrijving

vier wielen

transmissie n.b.



Verbruik (gemiddeld)

n.b.

CO2-uitstoot n.b.



Gewicht

n.b.



Prijs

n.b.





Veneno



Motor

6.498 cc

V12

750 pk / 690 Nm



Prestaties

0-100 km/u in 2,9 s

355 km/u



Aandrijving

vier wielen

7v semi-automaat



Verbruik (gemiddeld)

16,0 l/100 km

370 g/km CO2



Gewicht

1.490 kg



Prijs

€ 3,3 miljoen (excl. belastingen)





Sesto Elemento



Motor

5.204 cc

V10

578 pk / 540 Nm



Prestaties

0-100 km/u in 2,5 s

top n.b.



Aandrijving

vier wielen

6v semi-automaat



Verbruik (gemiddeld)

n.b.

CO2-uitstoot n.b.



Gewicht

999 kg



Prijs

€ 2 miljoen (excl. belastingen)





Aventador J



Motor

6.498 cc

V12

700 pk / 690 Nm



Prestaties

0-100 km/u n.b.

top n.b.



Aandrijving

vier wielen

7v semi-automaat



Verbruik (gemiddeld)

n.b.

CO2-uitstoot n.b.



Gewicht

n.b.



Prijs

n.b.

Reacties