Is rijden op het circuit je hobby, dan kun je niet om de Lotus 2-Eleven heen. Het lijkt onzin om zestigduizend euro te betalen om alleen maar rondjes te mogen draaien. Toch is circuitrijden (nee, we spreken express niet van racen) een hobby van velen. Kwam iedereen vroeger in afgeragde GTI’s en GSi’s, tegenwoordig komen ze met serieuzer materiaal aanzetten. Het lijken wel racewagens in zakformaat. De populariteit is eenvoudig te verklaren: het circuit is de enige plek waar je nog ongegeneerd hard kunt rijden. Spee en kornuiten moeten tandenknarsend toezien hoe je je op het circuit te buiten gaat aan scheuren en driften terwijl je op de openbare weg voorbeeldig rijdt. Als je nu toch hard wilt rijden, neem dan ook een echt snelle auto mee. Een Lotus 2-Eleven bijvoorbeeld. De nieuwe spider raast van 0 naar 160 km/u in 8,9 seconden, je kunt zó snel door de bochten dat het lijkt alsof de wereld omdondert.
 
Als je genoeg vertrouwen in je eigen rijkunsten hebt en niet verwacht je speeltje in de bandenstapels te parkeren, kun je tot aanschaf van de wegversie overgaan. In dat geval monteert Lotus de benodigde koplampen en knipperlichten, zodat je vanuit de circuitpoort zo over de openbare weg naar huis kunt rijden. Het gelazer met een trailer blijft je bespaard. Voorwaarde is wel dat je het niet erg vindt om er op zijn minst verdacht uit te zien.
 
Los van de kleur van de testauto, die eruit zag als een baviaan met een fluorescerend gele jas boven zijn roze kont, ziet iedereen in een auto zonder voorruit er nogal overdreven uit. Zeker omdat je een integraal racehelm moet dragen. Pure noodzaak anders wordt je gezicht te veel getergd door de bulderende rijwind en rondvliegend grind. Zonder helm door pittoreske steden en dorpjes tokkelen gaat nog net, maar omdat de bestuurder het minst aerodynamische voorwerp in de auto is, heb je op buiten- en snelwegen wat comfort betreft een vet probleem. Bovendien, als je schedel al redelijk ontbost is, zie je er zonder helm tijdens een mooie zomerdag al snel uit als Flipje van Tiel die zojuist uit de aardbeienjam opduikt.
 
Er is een duidelijke reden waarom de 2-eleven eruit ziet zoals hij doet. De carrosserie is minimaal, want dat scheelt gewicht. De vorm is zo uitgedokterd dat de luchtstroom zo optimaal mogelijk is. Hij wordt tegen het asfalt gezogen en in combinatie met een vlieggewicht van 745 kg maakt dat ontaard hoge bochtsnelheden mogelijk.
Een voorbeeld van de moeite die Lotus Sport (de fabrikant van de auto) heeft gedaan om de aerodynamica optimaal te krijgen is de plek van de intercooler. Bij de Exige, waar de 2-Eleven op gebaseerd is, zit deze bovenop het motorblok: voor dit model verhuisde hij naar een plek ernaast. Zo kon de achterzijde nog lager worden en is de luchtstroom langs de vleugelspoiler nog beter.
 
Allemachtig, wat is dit ding snel op het circuit! Gek genoeg ben je geen moment bang. Een pluim voor Lotus. Ze geven toe dat iemand als The Stig in sommige andere auto’s snellere rondes zal draaien, maar iemand die wat minder getalenteerd of ervaren is, zal in dergelijke auto’s moeite moeten doen zijn grote boodschap niet du moment in het sportkuipje achter te laten. De 2-Eleven kreeg de opdracht mee om vriendelijker om te springen met zijn bestuurder en eventuele passagier. Hij doet dat door van te voren de grenzen aan te kondigen.
 
Ook zonder op het scherp van de snede te rijden, kun je ontdekken hoe geweldig de wegligging van deze auto is. Ga een onbekend circuit op en laat je verrassen door de bochten. Hier ga je te hard, daar stuur je te laat in, kortom, de ideale lijn is ver te zoeken. En toch ga je niet achterstevoren of de grindbak in. Het keiharde bewijs dat de 2-Eleven perfect uitgebalanceerd is. De voorkant bepaalt de richting, de achterkant zorgt voor de grip. De kont gaat om als je gas geeft of juist het gas abrupt loslaat, maar hij is voorspelbaar en eenvoudig te corrigeren. De besturing is een genot, niet nerveus, maar meer progressief. Gaat het hard, dan stuur hij zwaar, neemt de grip af, dan stuurt hij licht. De carrosserie rolt ietsje om je te laten weten wat er gebeurt, maar in S-bochten worden de bewegingen van de koets prima gedempt.
 
De remmen zijn een combinatie van oerkracht en haarscherpe bediening. Om dat nog eens verder te verbeteren, zijn instelbare tractiecontrole en launch control toegevoegd, evenals ABS. De laatste is zo afgesteld dat je remwerking tot het uiterste kunt benutten.
 
De motor past prima bij een auto als deze. De turbo zorgt ervoor dat de neerwaartse bewegingen van de rechtervoet gelijk worden omgezet in voorwaartse bewegingen van de auto. Het toerengebied is enorm, je kunt doortrekken tot maar liefst 8.500 tpm. En tijdens het klimmen van het toerental neemt de snelheid verpletterend toe. Lotus meldt dat de 2-Eleven krap 4 seconden nodig heeft om van 0 naar 100 km/u te gaan, met dank aan de launch control. Doordat de auto zich vastzuigt aan het asfalt is een top van 240 km/u mogelijk.
 
Het lijkt een wonderauto, maar uiteraard is het allemaal relatief. Het is en blijft een angstaanjagende ervaring om hierin te rijden. In de tweede of derde versnelling door de bocht zorgt voor een haast onwerkelijk gevoel. Alsof je met enkel stroboscopisch licht de duisternis in kijkt. De onophoudelijke reeks van bochten en bewegingen degraderen een twee keer zo zware superauto tot een log apparaat. Je wordt steeds heen en weer gesmeten alsof je in het oog van een tyfoon zit. Maar na een paar rondjes ben je eraan gewend. Je krijgt je beloning: een haast onnatuurlijke paradox van zuiverheid en kracht. In een raceauto schud je het figuurlijke stof uit je hoofd en zet je je reflexen weer op scherp. De 2-Eleven biedt je de gelegenheid om je ervaring langzaam op te bouwen, je wordt niet gelijk in het diepe gegooid.
 
Een ander pluspunt is dat hij is gebaseerd op de Elise, die nu zo lang op de markt is dat hij goed is doorontwikkeld. We hadden eerder een andere Elise-afgeleide, de Opel Speedster, in de duurtestvloot en die heeft ons gedurende een heel jaar probleemloos vervoerd. Maar nu is er ook weinig dat problemen kán geven. Er is geen verwarming, ruitenwissers ontbreken (logisch als er niet eens een voorruit is) en er zijn ook geen elektrisch bedienbare ramen. Gewichtsbesparing voor alles.
 
De motor komt van Toyota. Die hoef je dus niet na drie keer spelen op het circuit uit te bouwen voor een uitgebreide revisie. Bovendien kan elke Lotus-dealer er aan sleutelen. Op de openbare weg is hij zo mak als een lammetje. Je stuurt ‘m door het verkeer als een Yaris. De versnellingsbak werkt licht evenals de besturing. Bovendien heb je ook nog wat grondspeling. De motor gaat niet koken als het verkeer vaststaat, hij start gelijk en stationair draait hij zonder haperingen 1.000 tpm. Oké, na een stortbui ben je nat tot in je bilnaad en als het vriest, dondert bij aankomst je neus eraf. Om in te stappen komt een kraan goed van pas. Maar zit je eenmaal, dan geef je iedereen het nakijken. Een goede ruil, toch?
 
Om in Nederland een 2-Eleven te kunnen kopen, is het traject iets ingewikkelder dan normaal. De Lotus-importeur haalt geen ongekentekende auto’s direct uit Engeland, maar alleen 2-Elevens die in hun geboorteland (op papier) geregistreerd zijn. Omdat de typegoedkeuring die de auto daar kreeg geldt in heel Europa, kan de auto zonder problemen via de RDW een Nederlands kenteken krijgen. Overigens zit dan het stuur gewoon aan de goede kant.

Reacties