Mini heeft een hoop letters nodig om aan te geven wat het nieuwe model nou precies is. Bij navraag blijkt zelfs Mini-topman Kay Segler het ook niet precies te weten.
 
De nieuwe Mini Countryman ALL4 John Cooper Works is een allegaartje. Ga maar na: racetechniek van John Cooper Works, SUV-techniek vanwege het verhoogde 4×4-onderstel en een carrosserie die zo groot is, dat het woord ‘mini’ hier niet van toepassing is. Het is niet vreemd dat topman Kay Segler begint te haperen wanneer we hem vragen hoe hij zijn nieuwste model zou betitelen.
 
Eigenlijk ging het al direct fout bij de naamgeving van de normale uitvoering van deze maxi-Mini. Want historisch gezien had de huidige Mini Clubman natuurlijk de naam Countryman moeten krijgen. De originele Austin Mini Countryman uit 1961 was namelijk een tweedeurs stationwagon – net als de Clubman van nu.
 
Er zijn wel meer zaken scheef gelopen wanneer je de nieuwe Countryman John Cooper Works goed bekijkt. De auto, ooit omschreven als de SUV van Mini, heeft vierwielaandrijving en staat wat hoger op zijn wielen om beter in het terrein te kunnen opereren. Maar hij is in de John Cooper Works-editie juist weer een centimeter verlaagd. Er is bovendien geen enkel SUV-kenmerk in deze JCW-editie te vinden. Geen stoere handgrepen in het interieur bijvoorbeeld, of zaken als een hoge en lage gearing, hill descent control of iets simpels als een kompas. Wel zien we enkele ‘racy’ elementen als verchroomde pedalen, zwart leer met rood stiksel en een sportknop. Het is duidelijk: dit is de asfalt-variant, klaar om met een topsnelheid van 250 km/u door Duitsland te knallen, en dat is dan ook precies wat we gaan doen.
 
Maar eerst bekijken we de krijgshaftige carrosserie eens wat beter. In eerste instantie vinden we het wat druk allemaal, met die stickers en dikke wielkasten, strepen, en het dak en spiegels in een andere kleur. In zwart valt het nog een beetje mee aangezien de zwarte wielkasten dan enigszins wegvallen, maar zeker is wel dat dit geen auto is voor introverte types. De toch al stompe, hoge neus is nu nog hoger dankzij de voor John Cooper Works kenmerkende bobbel op de kap, en bovendien aan de voorkant nu voorzien van zoveel openingen dat we maar zijn gestopt met tellen. Allemaal functioneel zogenaamd, maar toch eerst en vooral bedoeld om aan te geven dat dit voorlopig de topdog is op Mini-gebied.
 
En terecht. De Countryman John Cooper Works is voorzien van een nieuw ontwikkelde 1.6 viercilinder motor die ook in de later te introduceren Mini GP komt te liggen. Hij is voorzien van een twinscroll turbo, variabele kleptiming en directe benzine-inspuiting, al met al goed voor 218 pk en een koppel van 280 Nm. Kortstondig kan het motortje er zelfs 300 Nm uitpersen. Ook nieuw is het feit dat in deze Countryman voor het eerst John Cooper Works-techniek wordt gepaard aan vierwielaandrijving. Dat is gedaan door toevoeging van een elektromagnetisch differentieel op de achteras. Dit heeft als voordeel ten opzichte van BMW’s vierwielaandrijving dat het goedkoper en minder zwaar is en bovendien gemakkelijker gemonteerd kan worden.
 

 
Al tijdens de eerste meters valt op dat de Countryman weliswaar allang geen Mini meer is als het gaat om afmetingen, maar de rijeigenschappen vertonen wel degelijk nog verwantschappen met het ‘go-kart’ gevoel dat de eerste exemplaren karakteriseert. De auto helt nauwelijks over in bochten, schiet vooruit wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt en stuurt lekker scherp in. Zelfs iets te scherp naar onze mening, waardoor het stuurgedrag soms nogal nerveus overkomt. De laatste keer dat we dit hadden, was in de Alfa Romeo 147; ook een auto waarin je met een keer niezen zomaar ongewild een rijbaan opschoof.
 
Vreemd genoeg verdwijnt de nervositeit grotendeels wanneer je de sportknop indrukt. De besturing wordt dan wat zwaarder. Een ander prettig effect is dat de motor sneller reageert op het intrappen van het gaspedaal, maar nog leuker dan dat zijn de boze plukjes uitlaatgeluid die bij het loslaten van het gaspedaal met harde ploffen alsnog tot ontbranding komen in de uitlaat. Althans; zo lijkt het, want ook deze sportieve toevoeging is zorgvuldig gecomponeerd door de uitlaat­experts van Mini.
 
‘Toch blijft deze Countryman wat ons betreft een beetje Boy George op wielen’
 
Al met al voelt de Mini Countryman John Cooper Works lichter aan dan je op basis van zijn gewicht van 1.405 kilo zou denken. Dat komt uiteraard deels door de sterke motor, die de auto nagenoeg zonder turbogat vooruit blaast, maar ook door het fantastische sportonderstel. Dit houdt de auto vrijwel recht in snel genomen bochten en geeft de bestuurder van de auto direct een vertrouwenwekkend gevoel. Ook niet-coureurs durven al snel op 90 procent van hun kunnen te rijden met deze Mini. Verantwoordelijk hiervoor zijn vooral de dikkere stabilisatorstangen, maar ook de perfecte werkende vierwielaandrijving.
 
De auto is – net als alle andere Mini’s – onder normale omstandigheden weliswaar voorwielaangedreven, maar kan in theorie tot 100 procent van de aandrijfkrachten naar de achterwielen sturen. Handig in het terrein, of in de wintermaanden. Maar ook hier op de kronkelende asfaltlinten in de bosrijke omgeving van de Duitse stad Frankfurt bewijst het systeem zijn waarde.
 
Een middagje met hoge snelheden (we hadden regelmatig 220 km/u op de teller en voelden ons daarbij geen moment onveilig) maakte duidelijk dat de Countryman JCW toch echt meer sportwagen is dan SUV. Ondanks zijn hoge wielen, kunststof wielkasten en vierwielaandrijving. Mini’s topman Kay Segler: ‘De Countryman is een auto die je als Mini-fan koopt wanneer je een gezin sticht. De John Cooper Works uitvoering is daarvan de snelste variant. Het is een auto die je niet in de garage hoeft te stallen wanneer de winter nadert en is daarmee al met al een auto die op alle gebieden excelleert. Je kunt er het terrein mee in, maar je kunt ook op de Autobahn met de snelsten mee komen’.
 
Seglers argumenten snijden hout, maar toch blijft de auto wat ons betreft een beetje Boy George op wielen. Om de auto een wat sterker imago te geven, zou Segler eigenlijk nog een gelimiteerde terreinvariant moeten laten ontwikkelen. Met dikke semi-terreinbanden, hill descent control, een paar stoere handgrepen in het interieur en een terrein-differentieel. Niemand zal er het terrein mee ingaan, maar het zou het imago van deze toch wat androgyne Countryman goed doen.

Mini Countryman John Cooper Works

 

12/20

 

Cijfers

0-100 km/u: 7,0

Top: 225 km/u

Verbruik: 7,4 l/100 km

Motor: 1.598 cc, viercilinder benzine

Aandrijving: vierwiel

Vermogen: 218 pk

Koppel: 280 (300) Nm

Gewicht: 1.405 kg

CO2: 172 g/km

 

Prijs

NL: € 44.995

BE: n.n.b.

 

Vonnis

Heel praktisch met goed gecombineerde eigenschappen. Ondanks moeilijk verenigbare eigenschappen geen rijdend compromis. Al blijft het wennen, een grote Mini

Reacties