De karaktermoord begon op het moment dat de Countryman werd geboren. Maar iedereen vergat wat er echt toe doet.
 
De Mini Countryman loopt het vreselijke gevaar dat ie compleet verkeerd wordt begrepen. Dat is uitsluitend en alleen de schuld van Mini zelf. Hij werd voorafgegaan door een showmodel dat Crossover Concept heette, in 2008, en toen door een – deurloze, jawel – conceptcar die de Beachcomber heette, begin dit jaar. Die modellen hadden gemeen dat ze op vier wielen waren aangedreven en bedoeld waren voor het terrein. Of beter gezegd: zand. Strandzand. Maar de Countryman is geen crossover of terreinwagen.
 
Het nieuwe model is veel bruikbaarder dan dat alles. Het is namelijk een echte auto. De incubatietijd van de Countryman is zowel door kroegpraatjes als leunstoelmeningen en door mensen die bloggen en anderszins op internet actief zijn – en we steken daarbij de hand ook in eigen boezem – druk benut om de auto af te serveren. Mini, zo was de algemene opinie, was niet het juiste merk om een crossover te maken. Dat zou net zo suf zijn als pogingen van Porsche om een SUV te maken.
 
Iedereen, inclusief wijzelf, ging daarbij voorbij aan het feit dat het bestaan van automakers niet direct afhangt van wat mensen op internet van hun producten vinden, maar wel van wat de potentiële kopers van die producten vinden. De Cayenne is bijvoorbeeld de bestverkopende Porsche.
 
Bijna iedereen beweerde op internet dat de Countryman een van vissenogen voorziene, opgezwollen parodie op de Mini-hatchback is, die zelf een opgezwollen parodie is op het oorspronkelijke ontwerp uit 1959. Men is dezer dagen niet snel tevreden, is het wel?
 
Daarom zullen we niet veel woorden vuil maken aan het ontwerp van de Countryman. Iedereen heeft recht op een eigen mening. Maar we geven je iets om over na te denken. Deze auto is ontworpen volgens bekende stramienen die tegen een nieuwe achtergrond zijn gezet, en in een andere context zijn geplaatst. De oorspronkelijke context zul je nog wel kennen, de nieuwe kan aanvankelijk nogal vreemd lijken.
 
Nu we eenmaal lang naar ‘m hebben kunnen kijken, en om ‘m heen zijn gelopen, en in ‘m hebben gezeten – en dus het stadium van foto’s kijken hebben verlaten – zijn we eigenlijk nogal van ‘m gecharmeerd aan het raken.
 
Maar eerst even het woord aan Mini’s hoofdontwerper Gerd Hildebrand, die ons vertelt hoe we de Countryman echt moeten interpreteren. ‘Hij is een concurrent van de Golf’, stelt hij nogal onomwonden . Hij kan het weten – Gerd Hildebrand werkte ooit bij VW en was ten dele verantwoordelijk voor de derde generatie van de Golf.

‘Ja, er komen vierwiel aangedreven modellen op de markt, maar alleen voor de types met veel koppel’

 
Zoals Hildebrand het vertelt, is de Countryman een interessanter en persoonlijker in te richten alternatief voor de Golf. Als je instapt, merk je meteen dat je op wonderbaarlijke wijze inderdaad wordt omgeven door aanzienlijk meer ruimte dan de ruimte die een Golf heeft. Dat ligt onder meer aan het ietwat hogere dak. De passagiers zitten meer rechtop, hetgeen ervoor zorgt dat er aanzienlijk meer beenruimte voor iedereen is. Het basismodel heeft twee gescheiden zitplaatsen achterin, die elk afzonderlijk kunnen worden versteld, precies op de manier waarop je normaliter alleen voorstoelen kunt verstellen. Schuif ze achterwaarts, en je krijgt een verbazingwekkende hoeveelheid beenruimte, en dan heb je nog steeds evenveel bagageruimte als in een Golf.
 
Uniek voor de Countryman van Gerd Hildebrand is de Center Rail®, die, inclusief dat gekke r-dingetje, houd je vast, een rail is die door het centrum van de cabine loopt. Je kunt er van alles en nog wat aan vast maken: armsteunen, opbergvakken, asbakken, houders voor bekers en blikjes, telefoons, iPods, zonnebrillen, kranten en wat niet al. De vijfzitsversie van de Countryman heeft een reguliere achterbank, en in dat geval stopt de rail net achter de voorstoelen.
 
Belangrijker dan dat alles is dat dit een Mini is, een auto dus, en dat we daarom willen weten hoe ie rijdt. Nou: dat zal zijn als een echte auto, en niet als een zompige, waggelende crossover. Onderhuids is dit namelijk gewoon een normale Mini, maar dan langer, breder, met een hogere cabine en daarbij staat ie hoger op zijn veren.
 
De motoren zijn dezelfde als bij de reguliere Mini’s – van de 90 pk sterke One D tot de 185 pk woeste Cooper S (die je op de foto’s ziet). En ja, er komen vierwiel aangedreven modellen op de markt, maar alleen voor de types met veel koppel: de Cooper D en de Cooper S. Die 4WD-versies zien er precies zo uit als de voorwiel aangedreven modellen, behoudens een ALL4-logo. Ze hebben dezelfde velgen en banden, dus niemand hoeft te denken dat de 4WD’s een ander doel dienen dan meer grip te hebben op natte en gladde wegen. Nogmaals: dit is geen terreinwagen. Maar door de grotere bodemvrijheid en de langere wielbasis zou de Countryman wel eens heel goed een beter rijdende auto kunnen zijn dan de Mini-hatchback.
 
En oh, natuurlijk: je kunt de Countryman bestellen met John Cooper Works-accessoires en een verlaagd chassis, zodat je helemaal geen last meer hebt van dat hele crossover-idee.
 
Wie een goed geheugen heeft, of het op het internet opzoekt, weet dat de oorspronkelijke Mini Countryman niets anders was dan een Mini op een verlengde wielbasis met meer deuren. Begrijp je het nu? Het is gewoon een auto. Eigenlijk is het heel eenvoudig.

Reacties