Japan geniet al sinds 2002 van de Cube, maar binnenkort is-ie eindelijk leverbaar in Nederland. In Engeland ontdekken we of het concept werkt.
 
De Cube, zegt de fabrikant, is exclusief en ‘urban’, en heeft een wereldveranderend, iconisch design. De Cube, zegt zijn maker, is een bekoorlijke juwelendoos, futuristisch en innovatief en bovendien een internationaal vooraanstaand icoon dat het karakter van de binnensteden verandert. Het gaat hier om twee verschillende beschrijvingen van twee verschillende Cubes. De ene betreft een auto van Nissan die net in Engeland is aangekomen, de ander een gebouw in Birmingham. Hoewel ze een hoop clichés delen, zijn er ook een hoop overeenkomsten te vinden.
 
We stappen daarom in de Cube en rijden met ‘m naar de Cube, alhoewel het gebouw nog lang niet klaar is. Ondanks de steigers wordt al snel duidelijk dat dit een opzienbarend gebouw is. De Cube bestaat niet alleen uit kantoren, maar telt ook huizen, restaurants, bars en een hotel. Architect Ken Shuttleworth – die ook verantwoordelijk was voor The Gerkin, de augurk, in Londen – heeft het gebouw voorzien van een kubistisch uiterlijk dat is gevat in een combinatie van glas en een structuur van metalen platen. Een groot deel van een zijkant van het gebouw bestaat uit een gigantisch raamwerk dat uitzicht biedt op een semi-open atrium. Het geheel doet verrassende dingen met zonlicht. Het reflecteert en filtert het zodat het er ieder uur van de dag anders uitziet.
 
Bij de auto draait het eveneens om vorm, volume, structuur en licht. Sterker nog: de reis naar Birmingham heeft bewezen dat het hier niet eens gaat om een auto. Om van de Cube te genieten, moet je eerst je ‘goede auto’-meetlat kapot slaan tegen een baksteen, vervolgens in een zak stoppen en dan in het kanaal mieteren. Maar als een huiskamer op wielen van waaruit je een stad doorkruist is de Nissan een revelatie. Voor ons dan, nadat we een paar uur met ‘m hadden gereden.
 
De eerste indrukken zijn anders. We parkeren ‘m in de buurt van The Cube, waarna een spontane stroom reacties loskomt als de bouwvakkers langslopen en stoppen om de auto te bekijken. ‘Dat is gewoon raar.’ Goed raar of slecht raar? ‘Slecht raar.’ Oké, dat scharen we dan maar onder de noemer nee. We proberen iemand anders. ‘Ach, als ik ‘m cadeau kreeg nam ik ‘m mee. Denk ik.’ Dat is zo’n beetje de meest positieve reactie. Om een bouwvakker te vinden die ‘m mooi vindt (of die zich, omringd door zijn maten, durft toe te geven dat-ie ‘m mooi vindt) is nogal een uitdaging. Een andere bouwvakker loopt langs het groepje en draait zich kort om naar de Cube voordat hij zijn oordeel uitspuugt: ‘Wat een lelijk hok’.
 
We scharen de laatste opmerking voor het gemak onder het kopje ‘onbekend maakt onbemind’. In Engeland en Nederland valt er tot nu toe niets te vergelijken met de Cube. In Japan is men inmiddels gewend aan dit soort auto’s. Voertuigen met kaarsrechte lijnen worden in Japan al jarenlang verkocht en de Cube voegt aan die formule simpelweg een dosis stijl en verfijning toe. In tegenstelling tot Groot-Brittannië en Nederland zijn ultraruime voertuigen in Japan er niet alleen voor families en senioren. Veel Japanse jongeren wonen in kleine appartementen met hun ouders totdat ze getrouwd zijn. Dus willen ze een auto met een beetje, wat zullen we zeggen, friemelruimte. Had je al gezien dat er getinte ramen in de Cube zitten?
 
Naar Europese maatstaven gemeten is de Cube niet direct een logische keus. Hij gaat uit van de doosachtige geometrische puurheid van een Kangoo of Berlingo, maar vervolgens worden de functionele hoeken afgerond uit oogpunt van, ja, van wat eigenlijk? Esthetiek?

In eerste instantie ziet de Cube eruit als een stuk kinderspeelgoed, met zijn schattige, smekende koplampen en zijn afgeronde raampartijen. Wanneer je beter kijkt, begin je de auto beter te begrijpen. De opbollende bumpers en wielkasten geven ‘m een stevige uitstraling en de buitenkant is eigenlijk best subtiel. De intrigerende achterkant, links en rechts verschillend, is meer dan aandachttrekkerij. Dat is zo gedaan omdat een deur die opzij opent handiger is wanneer je er snel wat in wilt frommelen dan een deur die omhoog opent. Alleen aan de passagierszijde bevindt zich een extra zijruit achter. Immers: zo’n raampje aan de bestuurderskant heeft geen zin omdat je daar toch niet doorheen kunt kijken wanneer je achter het stuur zit. Het effect van de asymmetrie geeft de Cube menselijke trekjes. Net zoals een knipoog of een scheiding in het haar.

‘Verschillende delen van de auto – pedalen, vloer, stoel, stuurwiel – dansen allemaal hun eigen, niet ritmische dansje. Het wordt nooit een geheel’

Open de deur en je bent in een klap terug in Japan. Maar het is geen Japans auto-interieur, want die zijn soms van een dodelijke saaiheid. Nee, het is meer een soort louche bar in het centrum van Tokio. Het open dak is voorzien van een transparant scherm dat gemaakt lijkt van het soort rijstpapier dat wordt gebruikt om tafels in restaurants mee af te bakenen. De meters lichten op in witte en blauwe kleuren en de stoelen zijn niets meer dan gigantische, zachte en vlakke sofa’s die iedere vorm van zijdelingse steun ontberen. Dan de bekleding: bruin velours dat zó uit is dat het bijna weer in is. De speakers zijn voorzien van hetzelfde motief als een aangeharkte Japanse grindtuin. Alleen al voor de voorpassagiers zijn er zeven bekerhouders en ik krijg spontaan de behoefte om een fles sake in een bekerhouder te doen en een bonsaiboom in een andere.
 
Hij is enorm gebruiksvriendelijk. De achterbank kan verschoven worden, zodat je naar keuze beschikt over een megahoeveelheid beenruimte of een reusachtige kofferbak. Je kunt de afhaalmaaltijd van een Japans restaurant hangen aan een van de haken onderaan het dashboard, en de eindeloze hoeveelheid plankjes en verschillende bergvakken roepen beschrijvingen op die gewoonlijk uitsluitend door makelaars worden gebezigd.
 
Wanneer je al deze bekerhouders en opbergvakken vult en vervolgens roekeloos hard rijdt, zou de Cube klinken als de percussieafdeling van een chimpanseeorkest. Maar je gaat in deze auto niet roekeloos hard rijden. Hij voelt als een Japanse auto die lichtjes is aangepast aan de Europese smaak. De besturing is licht, net zoals de werking van het rempedaal, maar ze missen enige mate van verfijning. Het onderstel is zacht maar stoterig op korte oneffenheden. Je hebt veel last van windgeruis. Verschillende delen van de auto – pedalen, vloer, stoel, stuurwiel – dansen allemaal hun eigen, niet ritmische dansje. Het wordt nooit een geheel. De motor en versnellingsbak zijn wel prettig. In ieder geval prettig genoeg om lekker mee door de stad te cruisen.
 
Trouwens: de Cube rijdt net zo goed als bijvoorbeeld een Kangoo of een van die vele kleine SUV’s. Wat ik me wel afvraag is waarom de Cube zoveel minder goed rijdt dan de Nissan Note – waarmee hij zijn onderstel deelt. Dat bewijst maar weer eens dat het delen van een onderstel helemaal niet hoeft te betekenen dat alle auto’s hetzelfde aanvoelen.
 
Maar we zullen dit verhaal niet afsluiten met een negatief einde. We vinden het eigenlijk niet erg dat de Cube op het gebied van de dynamiek weinig indruk maakt. We hoeven niet alle auto’s langs dezelfde meetlat te leggen. Een stadsauto die niet heel erg opwindend rijdt, hoeft helemaal niet slecht te zijn. Het werkt zelfs wel rustgevend. In een Mini Cooper S baal je wanneer je vast staat. In een Cube draai je de volumeknop van de radio naar rechts en geniet van het uitzicht en het comfort. Als je hoofd ernaar staat tenminste. Beantwoord de volgende vraag eens eerlijk: vind je de Cube zinloos schattig, of is-ie juist fris en stoutmoedig? Vind je het erg om de automobiele meetlat overboord te gooien? Tenslotte – en we zouden dit niet gauw zeggen, maar de makers van de Cube noodzaken ons ertoe – sta je in goed contact met je vrouwelijke kant?
 
We kennen het antwoord op die vragen eigenlijk niet goed. We zouden niet weten of we met de Cube zouden kunnen leven. Maar we zijn blij dat-ie er is en een bijdrage levert aan de biodiversiteit van de automobiele planeet. Wij zijn niet zo rechtlijnig.

Reacties

Meer van TopGear