De Seat Ibiza heeft best een lekker kontje, maar tegenwoordig is het in om er aan de achterkant een paar pondjes bij te stapelen.
 
Zonde, is onze eerste gedachte wanneer we de Ibiza ST zien staan. De driedeurs SC-versie is namelijk een autootje dat er bijzonder lekker uitziet, mede dankzij de achterzijde met die venijnig glurende lampjes. Bij de vijfdeurs hebben ze dat nog een beetje weten te behouden, maar deze ST kijkt een beetje sullig uit z’n achterlichten. Het is niet zo erg als bij de Altea XL – de Droopy onder de moderne auto’s – maar het stoere van de gewone Ibiza is ie wel een beetje kwijt.
 
Bekijk je de ST van de zijkant, dan ziet ie er al een stuk beter uit. Hij is achttien centimeter langer dan de vijfdeurs Ibiza, en dat staat ‘m goed. Gedrongen en scherp, zullen we het ontwerp noemen. Zeker in een leuk kleurtje en met een paar 17-inch velgen eronder is het echt wel een auto waar je mee aan kunt komen.
 
Dat niet alleen: je kunt ook een hoop spullen meenemen. Open je de achterklep, die extra breed is uitgesneden, dan blijkt er namelijk een behoorlijke hoeveelheid ruimte achter te zitten: 430 liter, nog voordat je de achterbank aan de kant hebt gegooid. De Ibiza ST mag dan ook maximaal 515 kilo lading meenemen. Dat staat gelijk aan vijf flinke volwassenen, tien pubers of zeventien dobermans; net wat je het handigst vindt. Je kunt ook 1.000 kilo aan z’n trekhaak hangen. Dat zijn zeker tien schoonmoeders.
 
Om al dat gewicht ook fatsoenlijk te kunnen verplaatsen, heeft de ST aangepaste schokdempers en dikkere stabilisatorstangen gekregen. Die blijken voor een redelijk strak weggedrag te zorgen, al neigt de onderstelafstemming van de Ibiza toch meer naar het comfortabele. Geeft niks, want we rijden deze auto in de buurt van Barcelona, waar ze elke bebouwde kom volgooien met lawaaiige richels om je langzamer te laten rijden. Daar valt in de Ibiza ST goed mee te leven.
 
Niet dat je er erg hard mee kúnt rijden. Onze 1.2 TSI met 105 pk en dsg-versnellingsbak – je zou ‘m het topmodel kunnen noemen – komt op zich aardig van z’n plek, maar echt leuk vindt ie het niet. Zo blijft ie bij voluit accelereren erg lang hoog in de toeren doorjengelen. Wanneer de bak opschakelt, is de auto z’n vermogen even kwijt; hij valt simpelweg een moment terug voordat de motor weer oppakt. Vreemd, want als je op een eerder moment zelf schakelt, of gewoon in een versie met handbak rijdt, gaat het een stuk beter. Laten we het erop houden dat een benzineauto met zo’n kleine motorinhoud en kunstmatig vermogen (lees: een turbo) niet uitblinkt in souplesse. Dan zijn de 1.6 TDI, met 90 of 105 pk, en zelfs de 1.4-benzine met 85 pk een stuk prettiger in de omgang.
 
Het verbruik valt niet tegen. We noteerden 1 op 16, bij een mix van snelwegrollen en een beetje trappen in de bergen. Vind je dat te veel, dan is er de driecilinder 1.2 TDI Ecomotive – met 14 procent bijtelling. Die is zo zuinig en schoon dat ie in Nederland is vrijgesteld van wegenbelasting en BPM, en daarmee evenveel kost als een groot pak yoghurt. Hij zou ruim 1 op 30 moeten halen; met een plezierfactor van 1 op 100, dat wel.
 
De Ibiza ST zit lekker in z’n veiligheidsuitrusting, met standaard brake-assist en esp. Dat laatste is mede goed voor een Euro-NCAP-score van vijf sterren. De uitvoeringen met 105 pk zijn bovendien uitgerust met een elektronisch sperdifferentieel, wat bijzonder goed van pas komt op de Nürburgring of als je graag half in de berm rijdt.
 
Ook van binnen neemt de Ibiza zichzelf heel serieus. Zeker in ons exemplaar, een Sport-uitvoering, is de lijst met goodies gewoonweg dik in orde. Zo hebben we automatische airco, een leren sportstuurtje, fijne stevige stoelen en een knallend audiosysteem met usb en Bluetooth.
 
Aardige two-tone plastics met een nette afwerking doen je vermoeden dat je in een duurdere auto zit, al heeft Seat zich hier en daar moeten inhouden. Zo is de hemelbekleding van karton, en zitten er tot onze verbazing nog handgrepen aan bevestigd die ‘klanggg!’ doen als je ze loslaat. We dachten dat inmiddels alle merken wel de vloeistofgedempte exemplaren hadden overgenomen waarmee de luxemerken in de jaren negentig liepen te pronken. Ach, dat is nu eenmaal het lot van Seat; het mag immers niet zo zijn dat hun auto’s beter worden dan die van grote zus Volkswagen.
 
Al met al heeft het merk met deze rugzak-Ibiza een volwassen en guitig autootje neergezet, dat met een basisprijs van nauwelijks 14,5 mille behoorlijk veel waar voor z’n geld biedt. Concurrenten als de Peugeot 207 SW en de Renault Clio Estate zijn ongeveer even duur, maar zijn wat ons betreft gewoon lelijk. De Skoda Fabia Combi zou wel een alternatief zijn; al is het maar omdat het dezelfde auto is, maar dan goedkoper en minder mooi. Of een ruime en goedkope Dacia Logan MCV, maar dat is hetzelfde als met een bumpersticker gaan rondrijden van de Bond tegen het Vloeken.
 
Ja, we zijn er wel uit. Kleine stationwagons zijn een beetje raar, maar de Ibiza ST is wel het minst raar van allemaal. Ben je niet al te bijtellingsgeil, kies dan voor een van de grotere motoren. En heb je de ruimte niet per se nodig, neem dan gewoon de driedeurs.

Reacties

Meer van TopGear