Met de introductie van de Ford Capri Brooklands werd in de jaren tachtig voor nogal wat jongens een natte droom werkelijkheid. Richard Hammond laat alvast zijn haar groeien.
 
Ik doe behoorlijk mijn best om iets negatiefs te verzinnen over de Ford Capri Brooklands, maar kan niets bedenken. Werkelijk alles aan deze auto is even lekker. Diep van binnen bezorgt de Capri me de kriebels, ik zou bijna zeggen dat ik er een beetje opgewonden van word. Geldt dat niet voor jou? Check dan voor de zekerheid je polsslag even.
Hij heeft achterwielaandrijving, een 2,8 liter V6 en zijn vormen zijn nu, 42 jaar nadat ze voor het eerst werden getekend, nog altijd even sexy. Wat kun je als man nog meer wensen? Ik maak me geen zorgen dat ik met deze bewering voorbij ga aan de goede smaak, want deze auto’s werden destijds gekocht door een publiek waarvoor ze ook werden gemaakt: echte mannen. Zuurpruimen zullen hier wellicht een heel verhaal ophangen over compensatiegedrag en kleine piemels, en misschien zit er zelfs wel een kern van waarheid in. Maar wat maakt het uit? Een auto als deze heb je voor de lol.
De Capri is ook een mooi eerbetoon aan een tijd waarin auto’s nog simpel waren. Een tijd die niet eens zo ver achter ons ligt. De Brooklands is de laatste uitvoering van de Capri en ik mag rijden in een van de laatste exemplaren die is gebouwd, uit 1986. In tegenstelling tot wat je wellicht van zo’n speciale editie zou verwachten, heeft de Capri Brooklands niets aan overbodige luxe. De ramen zijn handbediend, evenals de buitenspiegels en het schuifdak. Wel is er in het dashboard gedacht aan een enorme asbak, ongetwijfeld voor gasten die destijds anderhalf pakje filterloze Caballero’s per dag rookten.
 
Naar bekerhouders zal je vergeefs zoeken. In de jaren tachtig dronk je je koffie nog gewoon thuis. Het meest geavanceerd is het standaard gemonteerde sperdifferentieel, verder zijn er geen elektronische systemen die je helpen om de 160 pk in bedwang te houden. Het enige exclusieve tintje is misschien de leren bekleding van de stoelen.
 
Sommige auto’s hebben ook helemaal geen extra fratsen nodig. De Mini Cooper had bijvoorbeeld alles wat de Capri ook heeft, en voelde aan als een lasergeleide kart. Dat geldt dus duidelijk niet voor de Capri. Daar moet je nogal wat moeite doen om een beetje fatsoenlijk voor de dag te komen. De besturing, gas geven, remmen, het vergt allemaal behoorlijk veel kracht. Dan heb ik het nog niet eens over alle handgebaren en krachttermen die je nodig hebt om andere weggebruikers aan de kant te jagen. In een onbeschaamde hooligan als deze auto ga je je bijna vanzelf ook zo gedragen, al is dat ook om jezelf een houding te geven als je weer eens in een hopeloos ongecontroleerde glijpartij verzeild raakt.
 
Op papier ziet het er allemaal goed uit: een acceleratie van 0 naar 100 km/u in 8,1 seconden en een topsnelheid van 210 km/u. De gemiddelde Capri-rijder is echter niet geïnteresseerd in papier, tenzij er voetbaluitslagen op staan, of tabak in zit. Dit is geen auto voor zelfverklaarde fijnproevers die met een glas Martini in de hand hun koppelkromme en rondetijden op de Nürburgring bespreken. Vergeet dus het geneuzel over weggedrag en motorvermogen en geniet van de enorme motorkap en de ietwat gemene blik waarmee de Capri de wereld inkijkt. Geef een ram op de claxon en zoek naar een gaatje om in te halen.
 
In z’n hoogtijdagen trok je met de Capri overigens ook aandacht waarop je wellicht niet zat te wachten. Verzekeringsmaatschappijen bekeken de auto met argusogen en ook het dievengilde had bovengemiddelde interesse. Dat maakt de legende natuurlijk alleen maar spannender. Ik denk niet dat een it’er of iemand met een racelicentie zijn Lotus Elise of Audi R8 zou willen inruilen voor een auto als deze. Daarvoor heb je op z’n minst een matje in je nek nodig. Nog een reden om van de Capri te houden.
 
 

Specificaties: Ford Capri Brooklands

 

Productie: 1978 - 1986

Motor: 2,8 liter zescilinder

Vermogen: 160 pk

Koppel: 210 Nm

0-100 km/u: 8,1 sec

Topsnelheid: 210 km/u

Gewicht: 1.250 kilo

Reacties

Meer van TopGear