Het rallyrijden keert terug naar de basis. We stappen in de Fiesta S2000, de afgeslankte maar onstuimige toekomst van de sport.
 
De monteurs lijken nerveus. En Davy Lindsay, die in de passagiersstoel van de Ford Fiesta S2000 rallyauto zit, ziet bleek als een wassen beeld. Hij snoert zijn veiligheidsgordel nog wat strakker aan. Het is buiten min twee, er zijn hier in de omgeving heel wat bomen en greppels, dit is een smalle zandweg waar ik nog nooit heb gereden en ik ben de allereerste journalist ter wereld die deze zeer kostbare auto – waarvan maar één exemplaar bestaat – zal besturen.
 
Eerst het portier dichtdoen. Mijn korte armpje graait er vergeefs naar, totdat een van de monteurs me te hulp komt en het portier voor me sluit, terwijl hij een geforceerde glimlach op zijn gezicht tovert. Een hol ‘beng!’ galmt door de kale, metalen cockpit, en ik begin me af te vragen wat ik hier eigenlijk doe.
 
Vooral: proeven van de toekomst van World Rallying. Het nieuwe S2000-reglement wordt in 2011 van kracht, wanneer het World Rally Championship (WRC) volledig op z’n kop zal worden gezet. De huidige hightech rallybolides, met hun verraderlijke elektronische differentieel en uiterst kostbare elektronica, zullen plaats moeten maken voor deze eenvoudiger, minder elektronische, goedkopere S2000’s.
 
Wat voor mij vooral van belang is: ze zijn moeilijker te besturen. In de huidige WRC-auto’s is de versnellingspook een simpele hendel aan het stuur, en de auto’s straffen fouten niet zo onbarmhartig af. Het staat uiteraard buiten kijf dat er enorm veel vaardigheid vereist is voor het rijden in een echte WRC-auto, maar in een S2000 zal de bestuurder nóg harder moeten werken omdat er niet langer zo veel vermogen beschikbaar zal zijn. Als je met een S2000 in de verkeerde versnelling een bocht ingaat, kun je geen gebruik meer maken van een enorme hoeveelheid koppel om vloeiend de ene bocht uit te komen en de volgende in te gaan. Met deze nieuwe rallyauto’s zal het cruciaal zijn om de juiste snelheid en het goede momentum te behouden.
 
Rallyrijden zal ongetwijfeld weer meer strijd te zien gaan geven. Loeb en Citroën zijn natuurlijk groots in hun dominantie van de WRC, maar Ford is het enige andere merk in de strijd, dus er moet iets gebeuren om de rallysport weer wat terug te geven van de glorie van weleer. Auto’s zoals de Fiesta S2000 zijn het antwoord.
 
Een S2000 zal maximaal 290.000 euro mogen kosten, wat zonder meer heel veel geld is, maar wel stukken minder duur dan een WRC-Focus van 870.000 euro, dus hopelijk zullen meer merken in de rallysport terugkeren. Ford heeft de Fiesta gemaakt, Skoda, Peugeot en Proton hebben allemaal rallyauto’s ontwikkeld, en Citroën en Mini denken erover na.
 
Een slim, actief differentieel zal niet meer zijn toegestaan, de auto’s zullen vierwielaangedreven zijn en 1,6-liter turbomotoren gebruiken, die waarschijnlijk iets minder vermogen leveren dan de 300 pk van de huidige WRC-auto’s. Deze motoren passen binnen de filosofie van de FIA hierover, en uit het oogpunt van kostenspreiding zullen ze ook worden gebruikt in de World Touring Cars-series.
‘De Fiesta schiet ongecontroleerd naar voren en hoe voorzichtig ik ook met het gas probeer om te gaan, hij laat zich niet intomen. Een straaljagerpiloot zou er misselijk van worden’
De regels met betrekking tot de turbomotor werden pas enkele dagen voor we in de Fiesta gingen rijden, vastgelegd. Dus onze auto heeft een 2,0-liter viercilindermotor met normale luchtaanzuiging, goed voor 280 pk. Hij is nog steeds krachtig genoeg om je flink uit de bocht te laten gaan. Zo gauw je de twee tuimelschakelaars op de transmissietunnel overhaalt, begrijp je dat rallyrijden in deze auto’s geen makkie zal zijn. De Fiesta klinkt rauw en mechanisch, woest bijna, en de trillingen komen veel meer dan bij een gewone auto dwars door de zitting heen – geen kilo’s wegende geluidsisolatie in dit kleine monster.
 
Koppeling intrappen, de lange sequentiële versnellingspook naar achter halen, aan Davy vragen of alles in orde is, en weg zijn we. Met een soort hinkstapsprong. Een echt verschrikkelijke start – de Fiesta schiet ongecontroleerd naar voren en hoe voorzichtig ik ook met het gas probeer om te gaan, hij laat zich niet intomen. Een straaljagerpiloot zou er misselijk van worden. Davy grijnst. Althans, ik denk dat het een grijns is.
 
In het rechte spoor komen, hard acceleren en het bokken stopt. Gas loslaten, koppeling op laten komen, de Fiesta in z’n twee gooien. Meer gas geven, dit keer je teen inhouden en gewoon die versnellingspook naar achteren halen naar z’n derde versnelling. Remmen voor de komende bocht en de versnellingspook naar voren richting dashboard bewegen om ‘m in z’n twee te zetten.
 
De versnellingspook naar voren of naar achteren bewegen kost veel meer kracht dan ik had gedacht. Als je er te zachtzinnig mee omgaat, vindt de Fiesta de volgende versnelling niet; doe je het te hardhandig, dan valt hij knarsend en ratelend in het volgende tandwiel. De truc is om het vol overtuiging te doen en hem te laten zien wie er de baas is. Dat kost heel wat energie.
 
Deze auto heeft ook veel minder grip op de weg dan de Citroën C4 WRC van Loeb, waarin ik vorig jaar heb gereden en de achterkant van de Fiesta voelt onstuimiger aan. Ik gebruik de zijwaartse drift van de auto om in één vloeiende beweging van de ene bocht in de andere te sturen. Tussen de twee bochten probeer ik de rem niet aan te raken en ik laat door de slingerbeweging van de auto de achterkant van links naar rechts swingen.
 
Hij gedraagt zich in dit geval voorbeeldig, uiterst voorspelbaar en uitgebalanceerd. De bestuurder blijft veel gevoel houden bij wat er gebeurt, ook op het ijs – en zelfs als hij genoeg jassen draagt voor een reisje naar de Zuidpool, zoals ik. Iedere beweging van de auto zorgt meteen voor feedback via het stuur en de pedalen.
 
Curieus genoeg is zijn rijgedrag zo sereen dat je volstrekt niet door elkaar wordt geschud. Op een vreemde manier is het zelfs bijna ontspannend. Dan bedenk ik me opeens met wat voor snelheden ik eigenlijk rijd, en onmiddellijk is het met de rust gedaan. Ik denk dat we zo rond de 100 km/u zitten als ik – hard – op de rem moet, voor een bevroren plas omzoomd door bomen. Bij die snelheid begint de Fiesta als het ware over de golvende ondergrond te zweven. Ik moet mezelf dwingen dat niet te corrigeren, om vertrouwen te hebben in de auto, want anders zou dit wel eens kunnen eindigen in een afschuwelijke zwieper.
 
De korte versnellingen zorgen ervoor dat ik voortdurend de pook heen en weer moet sjorren, en de Fiesta zit bij iedere versnelling tegen de rode zone aan. Dat is verre van geruststellend. Er zijn maar drie lichtjes om me te waarschuwen wanneer ik in de buurt van de toerenbegrenzer kom, en die flikkeren meteen op omdat de toeren razendsnel omhoogschieten. Zo snel dat zelfs wanneer ik het groene lichtje zie en mijn voet van het gas haal, ik nog steeds aan de begrenzer raak.
 
Met de invoering van deze auto’s zal het WRC een stuk uitdagender worden. En opwindender. Als men erin slaagt om het wereldkampioenschap rally op een goede manier op televisie te brengen, kan de sport misschien eindelijk de populariteit krijgen die het verdient. De invoering van de S2000 zou het voor jong talent makkelijker moeten maken om zich te manifesteren. Ze kunnen zich met deze auto’s op jongere leeftijd in het WRC-circuit bewijzen, en de strijd aangaan voor het nationale kampioenschap.
 
Ik hoop alleen dat ze er wel aan denken om het portier te sluiten alvorens ze hun veiligheidsgordel omgespen.

Reacties

Meer van TopGear