Een klassiek TopGear-moment, revisited. De plek: Abu Dhabi. De auto’s: een Lamborghini Murciélago SV en een Mercedes SLR 722. Het is tijd om te kijken of dat schitterende V12-geluid dat van de supercharged V8 kan overtreffen. Ruim baan!
 
Ere wie ere toekomt: Hammond hield zijn rechtervoet naar beneden. Een lang recht stuk van de Corniche Road in de stad Abu Dhabi was al vroeg in de ochtend afgesloten voor het nobele doel om met supersportwagens te racen. In dit geval de Lamborghini Murciélago SV, en een willekeurige McLaren SLR 722 die zojuist ten tonele was verschenen. Grappig hoe dit soort dingen kan gebeuren, toch?
 
Er moesten op deze weg zeer veel testritten gemaakt worden om te kijken of alles veilig was en ik bevond me in de luxe positie dat ik die allemaal zag. En, belangrijker nog: hoorde. Nooit eerder hoorde ik een mooier geluid dan de V12 van de Lamborghini die in z’n eentje wegspurt in een uitgestorven stad, de toeren oplopend tot 8.000 in iedere versnelling. De SLR was tam in vergelijking daarmee, zeg maar V8-achtig statisch.
 
Professionele coureurs deden de tests in beide auto’s individueel, vervolgens reden ze gelijk op om de snelheden te controleren; het wegdek en, het meest cruciale van dit alles, het rempunt aan het einde. Het was een lang stuk van bijna twee kilometer, en het liep in een flauwe bocht mee langs de kustlijn, compleet afgesloten en toch midden in de stad. De coureurs die de controles uitvoerden, hielden voldoende marge over bij het bepalen van het rempunt voor het geval er iets mis zou gaan. Verstandige jongens, coureurs.
 
Hammond arriveerde, verbaasd dat dit überhaupt gebeurde, zich hardop afvragend hoe gemakkelijk het zou zijn om een stuk weg langs de Thames in Londen voor een half zaterdagje af te sluiten, gewoon om een stukje te racen. Want dit was immers het Londen van de Verenigde Arabische Emiraten en deze rivier was de Thames van Abu Dhabi, alleen met een iets beter strand.
 
‘Rem bij de blauwe pijl’, zei de coureur.
‘En er is ruimte genoeg als ik daar rem, neem ik aan?’
‘Ja, ruimte genoeg.’
‘Het hele stuk plankgas?’
‘Plank.’
‘Okidoki.’
 

En weg was Hamster voor zijn eerste run, met naast hem de McMerc. Maximale toerentallen in z’n een, twee, drie, vier, en dan vijf, nog steeds plankgas, nog steeds verder klimmende toerentallen, en nog verder. En nog verder. De vijfde versnelling is goed voor ruim 290 km/u in deze auto. Daarna werden de koolstof remschijven met nietsontziende kracht geraakt door de remblokken. Hammond hield zijn voet naar beneden. Het hele stuk. En het resultaat? Het scheelde niets. Bijna niets.

Reacties