Auto’s zijn duur en als je een auto met een zescilinder wilt, dan moet je helemaal diep in de buidel tasten. Vroeger daarentegen was een zescilinder een cadeautje van je baas. Iedereen had een Renault Laguna, Opel Vectra of Mazda 626 met viercilinder. De zescilinder was heen rijdend schouderklopje. Een soepele motor, vaak wat luxer uitgerust en natuurlijk de badge achterop. Tegenwoordig staat het nergens meer vermeld, maar vroeger stond ‘2.5 V6 24v’ trots op de achtersteven van je epische middenklasser.
Zescilinders zijn er nu alleen nog maar voor de happy few, de goedkoopste is al zo’n 80.000 euro. Gelukkig is daar de tweedehands markt. Stel, je hebt al een elektrische auto of plug-in hybride van de zaak en je zoekt er een leuke zescilinder sedan bij die je kunt gebruiken voor de weekend- en vakantiekilometers. Wat is er dan als je 6.000 euro wil uitgeven? Zie het als een bijtellingsvermijdende machine voor als je niet bij wil tellen met een viercilinder (of erger), maar lekker wil zoeven.
Zes zescilinders voor 6.000 euro: het aanbod is behoorlijk divers
Daarom gingen we even langs alle occasionsites om te kijken wat je tegenwoordig nog hebt voor 6.000 euro als het een zescilinder moet zijn. Zes zescilinders zoeken we dus (dat aantal was niet willekeurig) en het mag een best origineel of authentiek zijn. Uiteraard zijn het geen verstandige keuzes en in het eerste geval zelfs een slechte. Maar het zijn wel stuk voor stuk bijzondere auto’s met een uniek karakter. Dus voordat je een levensvreugdeslopende Nissan Pulsar overweegt, kijk dus eerst naar deze zes zescilinders:
Chevrolet Epica
Nee, niet Epica de rockband. De Chevrolet Epica is de opvolger van de Chevrolet Evanda, wat weer de opvolger is van de Daewoo Leganza. Zo, nu is je kennis voor grote Zuid-Koreaanse slagschepen bijgespijkerd. In principe waren het niet al te bijzondere auto’s: gewoon groot, veel uitrusting en een zacht prijsje. Maar bij de Epica was er wel wat bijzonders: je kon hem krijgen met een door Porsche ontwikkelde zes-in-lijnmotor.
Die koplampen hadden al ietsje weg van een BMW 5-serie van de E60-generatie, maar dat was dus geen toeval. In tegenstelling tot een BMW lag de motor dwars voorin. Er was zelfs keuze uit zescilinders: een 2.0 of 2.5. Qua vermogen maakte het verrassend weinig uit. De rest van de auto gaf een nieuwe betekenis aan het woord gemiddeld, maar die motor was echt iets bijzonders: trillingsvrij, soepel en boterzacht. De soundtrack van de motor van de Epica was het tegenovergestelde van de symfonische metalband.
Volvo S80 T6 Geartronic
Ja, ook Volvo heeft een zes-in-lijn gemaakt. Voor de 960 en S90 was dat niet vreemd: die hadden achterwielaandrijving. De Volvo S80 had voorwielaandrijving, dit betekende dat de lange zescilinder overdwars geplaatst moest worden, tussen de voorwielen. Hierdoor was er erg weinig ruimte voor de versnellingsbak, waardoor er een piepkleine automaat naast zit met slechts vier overbrengingen. Ook kan deze transmissie nauwelijks het koppel aan.
Daarmee is deze sedan met zescilinder heel erg uniek, want in principe is het blok sterk en dankzij de twee turbo’s moet je de druk redelijk ver kunnen opvoeren. Maar dat gaat dus niet, want de automaat kan het niet aan, net zoals in latere Volvo’s met deze motor. Deze S80’s koop je voor bijna niets tegenwoordig, voor 6 mille heb je echt een pareltje. Dus zoek er een van 2-3 mille en lepel dat blok in een Volvo 240 Estate met een sterke automaat erachter.
Lancia Thesis 3.0 Emblema
Nou, leuk en aardig die Chevrolet en die Volvo, maar dat zijn een beetje saaie auto’s met een aparte motor erin. Deze Lancia Thesis is een bijzondere auto met een eveneens bijzondere motor. De Lancia Thesis was de opvolger van de niet bijster succesvolle Kappa. Die was wellicht te anoniem, iets dat je van de Thesis niet kon zeggen. Het exterieurdesign was gebaseerd op de Dialogos-concept. Normaal gesproken vervallen de rare details bij de vertaalslag naar een productiemodel, maar niet hier.
Dus heeft de Thesis die bijzondere koplampen en smalle, verticale achterlichten. Die achterlichten heeft Morgan later nog kunnen gebruiken op hun Aeromax Coupé. Ook de motor is bijzonder, want het is een zogenaamde Busso-V6. Dat zijn de zescilinders van Alfa Romeo-origine en waarschijnlijk is het de best klinkende motor in dit overzicht. In dit geval heeft ie slechts 204 pk, maar dat maakt niet uit. De Thesis is weliswaar gebaseerd op de Alfa 166, maar allesbehalve sportief. Hij is vooral heel bijzonder.
BMW 325i (E90)
Het ware BMW-rijden bestaat bijna niet meer, eigenlijk. De E90-generatie is nu nog niet geliefd, maar dat komt nog wel. Achter het ietwat anonieme uiterlijk gaat namelijk nog een echte BMW schuil. In dit geval hebben we het over een zescilinder lijnmotor (in de lengte, zoals het hoort) met een handgeschakelde zesbak en achterwielaandrijving. Dat is precies zoal het hoort te zijn in deze wereld. Een geweldige wegligging, fijne gewichtsverdeling en de turbine-achtige loop van de motor zijn uniek tegenwoordig.
Bij de nieuwere generatie monteert BMW viercilinder turbo’s, lichte elektrische besturing en een koetswerk dat lekker overhelt. Er was een tijd dat 325i’s van de E30-generatie betaalbaar waren (nu niet meer het geval), nu is dat het geval met zescilinder E90’s. Over tien jaar is het niet meer te vinden voor dit geld, denken wij. Mochten we er naast zitten, heb je tien jaar nog wel echt BMW kunnen rijden zoals het ooit bedoeld is en dat is ook wat waard.
Opel Insignia 2.8 Turbo 4×4 Automaat
Heel leuk, zo’n BMW, maar voor die 6.000 euro heb je wel een kale uitvoering. Waarom neem je niet een superieure Opel Insignia? Zelfs met zescilinder vind je ze onder de 6.000 euro. De specificaties zijn lekker over de top: een 2,8-liter V6 mét turbo, automaat én vierwielaandrijving. Het is geen bijzondere sportieve auto, daarvoor was er de Opel Insignia OPC, die in basis gebruik maakte van dezelfde motor en hetzelfde vierwielaandrijvingssysteem.
Natuurlijk, als je op zoek bent naar een Opel Corsa van 6.000 euro moet je niet deze Insignia kopen. De gebruikskosten zullen hoger liggen. Deze Insignia is wel een goed alternatief voor een gebruikte dikke Duitser als de Audi A6 die het dubbele kost, ook gebruikt. Qua onderhoudskosten en verbruik zal het nog niet eens zoveel schelen qua uitgaven.
Jaguar XJ 6 Executive
Jaguar is tegenwoordig veelbesproken, waarbij men vaak verwijst naar ‘het echte Jaguar.’ Nou, dat is 100 procent deze auto. Dít is namelijk een echte Jaguar. Met die vier ronde koplampen en dat statige voorkomen is het overduidelijk een XJ. Ook in het interieur is typisch Jaguar qua vorm en het overdadige gebruik van zacht leer en een hoog tapijt. Ondanks de klassieke looks, is het eigenlijk een hypermoderne auto qua constructie.
De Jaguar heeft een aluminium exoskelet (de koets is onderdeel van het chassis als het ware, net als bij een kreeft) en is daardoor erg licht. Leuk weetje waar je niets aan hebt (tenzij je zelf MRB betaalt): de Jaguar XJ6 is zelfs 100 kilogram lichter dan de X-Type en 200 kilogram lichter dan de S-Type, ondanks dat ze dezelfde motor hebben. Daardoor is de XJ zuiniger, sneller en dus goedkoper in de motorrijtuigenbelasting. Van deze zes zescilinders ziet deze er wel het duurste uit. Zo rijdt het ook.
Fabian Alexander heeft op 27 december 2024 geschreven:
Ik heb een Jaguar S-type 3.0V6 en die is net zo zwaar als een XJ 3.0V6, heb ook nog een 2.5V6 X-type gehad en die was ook even zwaar dus 100/200 kg lichter is echt onzin.
Henk heeft op 26 december 2024 geschreven:
Die XJ is wel mooi oud geworden.Blijft een statige auto en verbazingwekkend dat die voor 6k te koop is.
Martin heeft op 26 december 2024 geschreven:
De 325i is er in 2 smaakjes; met een 2.5 maar ook met een teruggetunede 3.0.
Ik heb een 2.5 gehad met nogal een raar koppelverloop: onder de 3500rpm gebeurde er echt helemaal niks. Inhalen met passagiers, pure armoe. Ik moest 2 versnellingen terug om er een beetje vaart in te krijgen.
Ik ben er nooit achtergekomen of dat bij alle 2.5-jes zo is, maar ik zou iedereen van harte de 3.0 aanbevelen.