Nou, John, wat zijn volgens jou de grootste uitdagingen om heel hard te kunnen rijden in auto’s voor de openbare weg?
‘Ten eerste moet je de banden op orde hebben, maar daar ben ik niet zo huiverig voor, want mijn auto weegt minder dan 1.400 kilo, dus de banden hebben niet zo veel te lijden. Voor mij is de aerodynamica het belangrijkst.’
‘Toen we 435 km/u reden in de GT was de luchtweerstandscoëfficiënt 0,44 – zoiets als die van een kleine pick-up. Als we met de Venom 300 mph willen rijden met die waarde, harder dan 480 km/u dus, dan zouden we 2.500 pk nodig hebben gehad. Het doel met de nieuwe auto was om onder de 0,4 te komen, maar dat is veel lager uitgepakt.’
Hoe veel lager?
‘Dat kom je te weten als we de auto op 1 november onthullen. [En dat is inmiddels gebeurd, zie onze nieuwspagina’s; de Venom F5 komt op 0,33 uit, red.] Wat ik wel kan zeggen: de kleinste details zorgen voor enorme verschillen als het erom gaat of je 400 of 435 km/u kunt rijden. Op de Venom F5 hebben we veel verschillende vormen voor de diffuser geprobeerd, en dat gaf grote, verschillende effecten. Het veranderde de aerodynamische balans, scheelde in de hitte van de banden, ga zo maar door.’
Deed je dat door middel van computersimulaties?
‘Ja. Computers zijn echt goeie dingen. Negen jaar geleden, toen we voor het eerst Computational Fluid Dynamics op de Venom GT toepasten, bleek daaruit dat de auto met 1.200 pk 438 km/u zou rijden. Toen we ‘m bij NASA testten, moesten we stoppen bij 435 km/u, maar de auto accelereerde nog, hij had nog wel een paar kilometer harder gekund – de weerstand en de stuwkracht zouden in evenwicht zijn gekomen bij 439 tot 442 km/u. Tegenwoordig zijn computers nog accurater.’
Hoe staat het met de motor voor de nieuwe auto?
‘Dat valt nog te bezien. Die zal een turbo hebben – twin-turbo’s zijn makkelijk te installeren en vergen niet veel ruimte. Mijn jongste zoon zei: waarom plak je er niet vier turbo’s op? Nou, dat kan, maar dat is wat ingewikkelder, en ik houd van eenvoud.’
Hoe groot zal het vermogen zijn?
‘De berekeningen zeggen dat we tussen de 1.550 tot 1.570 pk nodig hebben om 300 mph te rijden. Ik denk dat ik het zekere voor het onzekere zal nemen, dat ik dus een beetje extra vermogen zal toevoegen. En aangezien de Koenigsegg Regera en de Bugatti Chiron allebei al 1.500 pk hebben, is een beetje extra ook wel een extra goed idee.’ [We weten nu: het is 1.621 pk, red.]
Het klinkt alsof je denkt dat 300 mph, dus meer dan 480 km/u wel haalbaar is?
‘Zeker. En ik weet zeker dat ze dat bij Bugatti ook denken, wat ze ook zeggen. Hun uitdagingen zijn andere, ze hebben andere doelen, maar ik denk dat mijn auto straks 500 km/u zal rijden.’
500 km/u? Echt?
‘500 is een idioot getal, dus ik zet in op 300 mph, althans op het moment. Ik weet niet hoeveel vermogen we nodig hebben, maar zeg dat je 2.000 pk nodig hebt om 500 km/u te rijden, nou, dat moet wel haalbaar zijn.’
Waar kun je eigenlijk zo hard rijden?
‘Misschien moeten we naar de zoutvlakte van Bonneville, maar daar krijg je wel weer te maken met andere uitdagingen, want je rijdt op zout, op een hoogte van 1.200 meter, met gek weer, daar heb je soms wielspin bij 300 km/u. De landingsbaan van NASA is vijf kilometer, maar dat is niet lang genoeg. Toen we 435 reden, kostte het ons vier kilometer om te accelereren en meer dan een kilometer om te remmen. Afgesloten wegen zijn ook lastig te gebruiken, want je hoeft maar een oneffenheid te treffen en de gevolgen kunnen bij dat soort snelheden catastrofaal zijn. Een muis die de weg oversteekt kan bij zeer hoge snelheden al zorgen voor slecht nieuws.’
Hoe belangrijk is het voor jou om concurrentie te hebben?
‘Als we eropuit trekken om ergens een stukje te rijden, dan is dat cool, maar bij lange na niet zo cool als wanneer je de haas en de vos samen ziet. We hebben het nu over de 300-mph-club, en dat is cool. Het wordt de komende drie tot vijf jaar heel leuk. Ik heb gehoord dat Bugatti met de Chiron komende zomer een hogesnelheidstest gaat houden, en ik ga ervan uit dat ze mijn record van 435 km/u zullen breken. Daarna is het onze beurt en zal het wellicht een paar keer haasje-over zijn. Willen we de 300 mph volgend jaar al aanvallen? Nee. We doen het als we er klaar voor zijn, en als Bugatti het eerder voor elkaar krijgt, dan feliciteer ik hen. Het is moeilijk hoor. Maar als zij eerder 300 mph rijden dan wij, dan maken wij het af bij 500 km/u.’
En is dat dan het eind van het verhaal?
‘Vraag je nou of er ooit een 400-mph-club komt [644 km/u, red.]? Echt niet. In elk geval niet in de komende kwarteeuw. Ik keek pas eens naar de geschiedenis van de 200 mph [322 km/u, red.], toen had je de Porsche 959 en de Ferrari F40 en de Ruf. Nu rijdt elke auto 322 km/u. Dus 300 mph is momenteel de Mount Everest. Ik weet zeker dat de Mercedes Project One 6 minuut 30 zal klokken op de Nürburgring, en dan zullen mensen zeggen dat het nep is, omdat ze het met speciale banden hebben gedaan.’
‘Daarom houd ik van topsnelheden – daar valt niet over te twisten. Het snelste is het snelste, zo is het nou eenmaal, en ik houd niet van voorbehouden: de snelste op die baan, of op die baan, of de snelst accelererende van die naar die snelheid. Ik wil niet de snelste zijn op de Nürburgring; ik wil de absoluut snelste zijn. Dat is waar het mij en mijn klanten om gaat. Dus we hebben de Chiron, en ik verwacht dat de McLaren BP23 ook snel zal zijn, maar ik wil niet tegen die gasten racen, ik wil ze verpletteren. Ik wil de snelste zijn, punt uit.’
Reacties