Het is 14 april 1927. De Zweden Assar Gabrielsson en Gustaf Larson staan vol trots naast hun allereerste auto. De twee hadden samen al een kogellagerfabriek (vandaar ‘Volvo’: Latijn voor ‘ik rol’) en vonden dat geen enkele op dat moment verkrijgbare auto veilig genoeg was voor het brute (lees: veel steen- en gravel) Zweedse wegennetwerk. En dus besloten ze, zoals veel Groten der Aarde, het dan maar gewoon zelf te gaan doen.
De grap was dan wel weer dat hun allereerste en dus superveilige auto uitgerekend een cabriolet was. Misschien niet de handigste keuze in een land als Zweden, waar het ´t grootste deel van het jaar koud, donker en besneeuwd is. De ÖV4 (Öppen Vagn, wat open wagen betekent – de 4 betrof het aantal cilinders) werd dan ook geen succes. Er kwam al snel ook een gesloten versie, de PV4 (Person Vagn), die om niet geheel duidelijke redenen een carrosserie had die grotendeels van kunstleer was en een houten chassis had dat nogal snel wegrotte. Waaruit maar weer eens blijkt dat zelfs voor een stel doorgewinterde Zweden alle begin moeilijk is…
Wat maakte Volvo uiteindelijk een groot merk?
Wat altijd gebleven is (cliché-alert) is die haast maniakale obsessie met veiligheid. De lijst veiligheidsitems die door Volvo zijn uitgevonden is eindeloos, met als een van de onbetwiste hoogtepunten de veiligheidsgordel. Dat was al in 1953, en het siert (en kenmerkt) de Zweden dat ze het ding wel gepatenteerd hebben, maar vervolgens hebben toegestaan dat iedereen het concept kon gebruiken.
Het is natuurlijk de vraag of niet iemand anders er mee gekomen zou zijn, maar feit is dat zonder Volvo zaken als de veiligheidskooi, kreukelzones, kinderzitjes en -sloten, derde remlichten, balken in portieren en gelaagde voorruiten hun weg naar de auto niet of veel later zouden hebben gevonden. En geen ander merk heeft een speciaal team dat elk ongeluk waarbij een Volvo betrokken is tot in de puntjes onderzoekt, om te kijken hoe het ontstaan is en wat ervan geleerd kan worden. Volvo richtte dat team trouwens al in 1970 op.
Hoe zit het nu met veiligheid in Volvo’s?
Tegenwoordig is die veiligheidsmanie gegoten in een zeer ambitieus streven dat Vision 2020 is genoemd. Het houdt in dat in 2020 niemand die in een nieuwe Volvo bij een ongeluk betrokken raakt, aan de gevolgen daarvan mag overlijden. Ambitieus, zeker gezien het aantal idioten op de weg dat níét in een Volvo rijdt, maar daarom zeker niet minder loffelijk.
Je zou bijna vergeten dat de Zweden er daarnaast in zijn geslaagd in die 90 jaar een aantal bijzonder fraaie auto’s neer te zetten. Van de Amazon tot de 240, van de P1800 tot de C70 – Volvo’s bewijzen eigenlijk altijd dat veiligheid en comfort niet saai of lelijk hoeven te zijn. Een grote, alleszins incomplete, maar daarom zeker niet minder smakelijke verzameling voorbeelden daarvan werd onlangs door Volvo Nederland samengebracht, ter viering van het 90-jarig bestaan. Op naar de volgende 90.
i-dtec3 heeft op 20 juni 2017 geschreven:
Volvo is wel erg wollensok.
Ik mis dat jeugdige wat snelle Japanse coupéetjes wel hebben. Het racy.
Wel zijn Volvo’s veiligheidsuitvindingen overgewaaid naar andere autofabriekanten die daarom in dat frivole coupéetje 10 airbags zitten, een derde remlicht standaard, en achter op het bankje zit ook een isofix bevestiging. Pak um beet een Porsche 911 Carrera.
Franskr heeft op 20 juni 2017 geschreven:
Mijn ervaring met Volvo is de meeste gereden worden door mensen die beter niet op de weg kunnen komen. Niet doordat ze roekeloos zijn maar omdat ze gewoon naar mijn mening bang zijn om auto te rijden en daarom de keus maken om een Volvo te kopen