Audi A3 1.0 TFSI: 1e rij-indruk

Testobject: Audi A3
Uitvoering: 1.0 TFSI
Locatie: München
Weersomstandigheden: Droog met een beetje zon

Wat reden we?

Het is de Audi die je opdrukt op de snelweg, maar die net niet imposant genoeg is om voor aan de kant te gaan. De droomauto voor elke junior accountmanager. We hebben het natuurlijk over de vernieuwde Audi A3.

Vernieuwd? Wat is het verschil?

Het gaat hier om een facelift, dus dit keer zullen we niet piepen over dat hij wel weer erg op zijn voorganger lijkt, het is tenslotte dezelfde auto met wat botox. De verschillen zijn goed te zien als je weet waar je moet kijken. De koplampen komen uit het A4-magazijn en achter accentueert een dikke diffuser de bips. De voorbumper is bovendien een stuk agressiever, als je tenminste de nieuwe S-Line, Sport- of Design-uitvoering neemt. Dan krijg je bumpers met grotere luchthappers waarmee je zelfs de nieuwe driecilinder op een RS3 kan laten lijken. Leuk hoor.

Huh? Een driecilinder?

Voor het eerst besloten ze in Ingolstadt dat de A3 ook best vooruitkomt met een cilinder minder. Natuurlijk hangen ze wel een slakkenhuis, eh, turbo aan de zijkant van het blok waarmee het vermogen uitkomt op 116 pk. Dat is 10 pk meer dan de 1.2 TFSI die geschrapt is.

Lekker dan, betaal je (minimaal) 26.000 euro, krijg je de motor van een Aygo

De tijd dat driecilinder synoniem stond aan trillende koekblikjes is voorbij. Ford en BMW bewezen dit al eerder. Ook Audi heeft die driecilinder prima voor elkaar. Onderin de toeren klinkt de TFSI meer als een diesel dan een benzinemotor. Maar wanneer de naald van de toerenteller klimt, hoor je duidelijk drie cilinders gretig op en neer springen. Dat toeren maken doet hij niet zo graag, de automaat houdt het toerental het liefst laag. Klaar met accelereren? Dan is de instap-A3 muisstil en trillingvrij. Snel is de gekortwiekte Audi trouwens niet, in 9 seconden bromt hij naar de 100 km/u vanuit stilstand. En omdat hij zo soepel en lineair optrekt, voelt hij zelfs wat langzamer dan de oude 1.2 TFSI, die een merkbaar turbogat had. Nog één zeikpuntje: dankzij het start-stop-systeem en de automaat komt hij soms vanuit stilstand wat langzaam van z’n plek. Irritant als je bij een rotonde nog even snel ervoor wilt schieten. Daar heeft trouwens elke automaat met dubbele koppeling last van.

Vooruit. Wat is er nog meer nieuw?

Audi spreekt van een technologieën-update (beeld je even een Duitse ingenieur in die dit uitspreekt). Het komt er eigenlijk op neer dat ze techniek uit de A4 in de hatchback hebben getransplanteerd. Bijvoorbeeld Active Lane Assist en Pre Sense Front met Predictive Pedestrian Protection. Fancy termen voor hulpmiddelen die zorgen dat je voetgangers en andere weggebruikers geen bumperkusje verkoopt.

Een mini-A4 dus, binnenin ook?

Binnen zien we hetzelfde strakke, tijdloze A3-interieur dat sinds 2003 langzaam geëvolueerd is tot het product van nu. Weinig schokkends. Wel is er één grote verandering: Audi’s virtual cockpit. We kennen het uit de TT en A4 en het ziet er gelikt uit. Wel een beetje dubbelop, want in het dashboard zit ook nog een scherm dat zijn koppie omhoogsteekt als je de motor start. En ja, wij zouden het ook gewoon aanvinken op de optielijst. Het is gewoon tof. De A3 was al een fijne auto en met de update is hij net wat dikker uitgevoerd. De driecilinder-versie is een prima instapper, als je geen haast hebt.