Tegenwoordig hoor je er als merk niet meer bij als het interieur niet minimaal voor 7 procent bestaat uit gerecyclede rietjes gewonnen uit de neuzen van zeeschildpadden. Vroeger lagen de prioriteiten wel anders: toen moest je hout in het aanbod hebben. Hieronder zie je negen voorbeelden van automerken die dat wel erg letterlijk namen. Dek je ogen even af voor de laatste.
Buick Roadmaster
De Buick Roadmaster Estate uit 1953 was de laatste met hout beklede auto die in Amerika op grote schaal werd gebouwd. Maar dat was écht hout, dus die doet hier niet mee. Dit is de wedergeboorte van de Roadmaster uit de jaren ’90, met een 5,7-liter V8 met 180 (!) hele pk’s en vreselijke nephoutstickers.
Chrysler LeBaron Town & Country Convertible
De tweede-generatie Chrysler LeBaron kon in zijn Town & Country Convertible-vorm zomaar eens een van de lelijkste auto’s ooit zijn, met zijn afzichtelijke carrosserie van glasvezel en vinyl. Tussen 1983 en 1986 werden er maar 1.105 van verkocht.
Porsche 911 (996)
In de late jaren ’90 kon je bij Porsche opteren voor een uitzonderlijk monsterlijke houtafwerking op je 996. Het spul zat dan op je stuur, dashboard, middenconsole, pook en deurpanelen. Zo bleek maar weer eens dat wat werkt op een luxe klassieker niet altijd werkt op een moderne sportauto.
Mitsuoka Viewt
De Viewt was een door het Japanse Mitsuoka van een nieuwe carrosserie voorziene K11 Nissan Micra die eruit moest zien als een Jaguar Mark 2. Je begrijpt: dat zag er niet uit. Het interieur was dat van de gewone Micra, maar écht gekke kopers konden nog meer uitgeven aan dit soort hout en leer.
BMW 3-serie (E90)
Toen de E90 3-serie verscheen, medio jaren 2000, kon je hem krijgen met diverse soorten hout op diverse plekken in het interieur. Het walnotenhout was extra wanstaltig en je kon zelfs nog eens wat dieper in de buidel tasten om je wansmaak meteen maar over het halve stuur tentoon te stellen.
Lincoln Blackwood
Geen zorgen als deze geen belletje doet rinkelen. Deze gepimpte Ford F-150 was in de VS maar één modeljaar in productie. Hij was vernoemd naar het nephout dat om de laadbak zat gedrapeerd en had de moderne trend van chique pick-ups af kunnen trappen – als hij niet zo afstotelijk was geweest.
Maybach 62
Uitmuntend kwaliteitsleer, stoelen met een ligstand achterin, gordijntjes voor de zijramen en al dat knalrode hout: het leek toentertijd waarschijnlijk een goed idee, maar we kunnen inmiddels wel stellen dat het interieur van de Maybach 62 uit de vroege jaren ’00 niet heel prettig op leeftijd is gekomen.
Ford Focus Ghia
Ford kocht Carrozzeria Ghia al in 1970 en de naam stond lange tijd voor de hoogste uitrusting op auto’s als de Granada en Escort. In feite bestonden de extra’s uit lappen nephout en een armsteun. De ergste was waarschijnlijk de eerste Focus Ghia, met zijn druipende halve cirkel ‘hout’ op het dashboard.
Chrysler PT Cruiser ‘Woody’
Alsof het ding van zichzelf niet erg genoeg was, besloot Chrysler dat de PT Cruiser echt niet zonder houtstickers kon. Waaruit bleek dat men niets van modellen als die hierboven had geleerd. Kostte je tussen 2002 en 2004 nog zo’n 800 dollar extra ook.
Reacties