Vandaag gaan we het even hebben over opties. Of beter gezegd, de onzin ervan. De reden erachter is simpel: autofabrikanten gebruiken opties als middel om de marges van hun auto te vergroten. Op een auto zelf zit grofweg vijf tot 25 procent marge, en met de opties kan dat aanzienlijk vergroot worden. Met schitterende configurators wordt de consument verleid tot het selecteren van extra uitrusting, krachtigere motoren en andere opties. Maar heb je die nu écht nodig? Je voelt hem al een beetje aankomen: nee.

Auto’s worden namelijk telkens completer en sneller, dus meer opties en een grotere motor aanvinken is zeker niet altijd noodzakelijk. Natuurlijk zie je vaak dat de fabrikant adverteert met het aangeklede topmodel, met daar dan de prijs van het instapmodel ernaast. Alsof het een luxe stoel voor senioren is. Maar je moet dus gewoon heel selectief door de brochure lezen om te kijken wat je nu echt moet hebben. En in deze auto’s heb je gewoon niets nodig.

Om een goed beeld te geven, laten we de afbeeldingen van de auto in kwestie zien. Niet het superdure model met extra groene leren bekleding en 5 jaar garantie. Nee, gewoon zoals je hem standaard meekrijgt als je niets aanvinkt.

Hyundai Inster

Bij het instapsegment van elektrische auto’s is de prijs enorm belangrijk. Vaak zie je dat fabrikanten de prijs lekker laag houden met een onredelijk kale uitrusting. Of met een accupakket (in het geval van een EV) waarmee je net op en neer naar de laadpaal kan. Zo niet de Hyundai Inster. Die is standaard al top. De accu is 42 kWh, in plaats van de optionele 49 kWh, dus niet een groot verschil, en de elektromotor heeft maar een paar paarden minder: 97 pk in plaats van 115 pk. Dat zijn kleine verschillen.

Het grootste nadeel aan de instapversie is dat je nauwelijks opties en pakketten kunt selecteren, daarvoor dien je een duurdere uitvoering te kiezen. Onze tip: niet doen. Zeker niet omdat je dan 17 inch-wielen krijgt, die nogal stuiterig zijn. De standaard 15 inchers zijn al groot zat voor een A-segmentauto. Qua uitrusting krijg je al navigatie, elektrische ramen rondom, climate control, cruisecontrol, dimmende spiegel, Apple CarPlay en ga zo maar door.

BMW 420i Cabrio

De BMW met standaardaandrijving wordt met uitsterven bedreigd. Atmosferische zescilinders zijn er al een tijdje niet meer helaas. Ook is achterwielaandrijving geen vanzelfsprekendheid meer. Bij de BMW 4-serie is de instapper eigenlijk de beste. Dan heb je een relatief modale 2,0-liter viercilinder met turbo, goed voor 184 pk. Je zou denken: maak even de upgrade naar de 430i. In basis dezelfde motor, maar dan met 252 pk.

Tip: niet doen, want dan zit je automatisch vast aan xDrive-vierwielaandrijving. Het extra vermogen wordt dan een beetje tenietgedaan door de vierwielaandrijving. Nu kan dat erg prettig zijn voor mensen die veel op wintersport gaan, maar dat is net zoiets als dagelijks op skischoenen lopen. Het is heel specifiek geschikt voor een bepaald doel, maar verder vrij overbodig. Oh, en sla dat M Sportpakket over, zonder staat-ie er veel mooier bij. Geld besparen was nog nooit zo makkelijk.

Mazda MX-5

Het is niet dat we een keuze meer hebben. De Mazda MX-5 met 2,0-litermotor is niet meer verkrijgbaar in Europa. Maar ook al was die er, je moet de instapper hebben. De charme van de MX-5 is dat het een eenvoudige, lichtgewicht sportwagen is. Dus dan moet je zo min mogelijk poespas hebben. Dat draagt juist bij aan de beleving.

Een leuk aspect van die 1,5-liter grote motor is dat je geen turbo hebt. Je zult dus toeren moeten maken om een beetje vooruit te gaan. Dat betekent dat je zelf moet gaan schakelen om in het juiste toerengebied te blijven. Dat maakt de MX-5 niet per se snel (valt eigenlijk best tegen), maar je hebt wel het gevoel dat je sportief bezig bent. En eigenlijk is dat nog veel belangrijker dan hard gaan.

Audi A6 e-tron

Ja, je kan de Audi A6 e-tron bestellen als Performance en dan krijg je die enorme batterij mee waarmee je 750 kilometer haalt. Eigenlijk moet je die altijd doen, toch? Nou, nee. Het is natuurlijk lekker om die range te hebben, maar dat kost je wel 12.000 euro extra. Vergeet ook niet dat je wel altijd die accu mee moet nemen. Zie het als die collega die altijd een complete lasagne van 10 kilo meeneemt voor de lunch. Ideaal als je twee weken lang moet overwerken, maar doorgaans overkill.

Met de standaard accu haal je overigens ook al 600 kilometer, dus het is niet je dan tekort komt. Integendeel. Ook qua prestaties heb je weinig te klagen. Er zijn snellere EV’s, maar 286 pk is zat voor Nederland. De uitrusting is sober, maar alles dat je nodig hebt, zit er op.

Jeep Avenger Longitude

Je ziet bij veel auto’s dat je met een luxere uitrusting ook een fraaier uiterlijk krijgt. Meer carrosseriedelen zijn in kleur gespoten en er zijn grotere velgen. Op die manier kan de buurman zien dat jij nét even wat beter opgelet hebt op school. Maar bij de Jeep Avenger moet je dat eigenlijk helemaal niet doen. Die heeft namelijk grotendeels zwarte bumpers en kleinere 16 inch-wielen. Maar omdat het een Jeep is, staat dat juist heel erg cool.

Sterker nog, vaak zie je dat je voor de offroad-look extra moet betalen. Maar niet bij Jeep, daarbij is het standaard. Bijkomend voordeel is dat de plastic bumpers lekker functioneel zijn en de 16 inch wielen prettiger rijden. De banden zijn ook goedkoper om te vervangen. Dus voordat je alle opties aanvinkt en een uitvoering kiest met extra stoere bumpers, dat is standaard al gewoon aanwezig.

Porsche 911

Elke keer als er een nieuwe uitvoering van de 911 komt, zijn we enthousiast. Een goede auto maken kunnen die Duitsers wel. Maar in principe heb je absoluut niet meer nodig dan de basisuitvoering. De instap-911 heeft tegenwoordig al 394 pk en 450 Nm. Beide opgaven zijn overigens softwarematig laag gehouden.

Qua uitrusting heb je eigenlijk ook niets extra’s nodig, alhoewel een 911 voor het prijsniveau niet als luxe omschreven kan worden. Het is trouwens de enige 911 die minder dan twee ton kost. Nu wordt alles tegenwoordig duurder, maar meer dan twee ton voor een 911 is serieus geld. Dan komen er ook supercars van exotischere namen voorbij.

Mitsubishi Colt 

Als een Renault Clio net te duur of te luxe is, kun je kiezen voor een Dacia. Op zich ook een prima auto, maar je ziet wel meteen waar de lage prijs vandaan komt. Een andere optie is om een Mitsubishi Colt te kiezen. Dat is namelijk een Renault Clio met een iets ander logo. Het scheelt alleen 1.500 euro in het voordeel van de Mitsubishi.

Nog een voordeel is dat Mitsubishi een Japans merk is. Japanse merken houden van lange garantietermijnen en met de Colt stellen ze niet teleur. Je krijgt namelijk acht jaar (of 160.000 kilometer) garantie.

Lees ook: Waarom ‘Full Options’ bij een autoadvertentie eigenlijk altijd een misplaatste opmerking is

Uiteraard is dit een selectie van de mogelijke auto’s die standaard eigenlijk al helemaal top zijn. Mocht je zelf nog aanvullingen hebben, laat het weten in de comments! Ook als het om gebruikte auto’s gaat, horen we graag je mening over de zin en onzin van dikke uitvoeringen met rijke uitrusting en veel extra’s.

2 reacties op “Dit zijn auto’s waarbij de goedkoopste uitvoering eigenlijk de beste keuze is”

  1. Vermogen en koppel kun je nooit genoeg hebben. Hoe meer koppel des te relexter je rijdt en hoe meer vermogen hoe makkelijker je bijvoorbeeld even snel inhaalt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer van TopGear