
Van veel auto’s weet iedereen wel dat ze technisch min of meer hetzelfde zijn. We noemen een Volkswagen Golf en een Seat Leon. Of een Hyundai i10 en een Kia Picanto. Maar er zijn wat auto’s waarbij de gedeelde genen beter verstopt zijn. Dit zijn zes voorbeelden van samenwerkingen waarvan je misschien niet wist dat ze bestonden.
De titel impliceert dat we de bekendste voorbeelden overslaan. We gaan je dus niet opnieuw vertellen dat de Ford Capri eigenlijk een Volkswagen ID.5 is. Of dat de Transporter eigenlijk een Ford Transit is. En we gaan al helemaal niet beginnen over de drie miljoen modellen van Stellantis die op hetzelfde platform staan zoals de Opel Corsa en de Peugeot 208.
Mercedes E-klasse (W210) – Dodge Challenger


Dit klinkt als een wilde combinatie, maar er zit een kern van waarheid in. De Dodge Challenger van de derde generatie (vanaf 2008) staat op het zogenaamde LX-platform, dat zijn oorsprong deels vindt bij Mercedes. Toen Daimler en Chrysler nog één bedrijf waren, leende Chrysler namelijk componenten van Mercedes voor zijn grotere modellen.
Zo waren onderdelen van de W210 E-klasse en de latere W220 S-klasse de basis voor het onderstel van de eerste LX-platform-auto’s. Resultaat? De eerste Challengers en Chargers hadden bijvoorbeeld een achteras die sterk leek op die van een oude E-klasse. Dus ja, onder al dat Amerikaanse spiergeweld zit een flinke scheut Duitse degelijkheid verstopt.
Ford Thunderbird – Jaguar S-Type


De Ford Thunderbird en Jaguar S-Type delen meer dan je op het eerste gezicht zou denken. Beide auto’s stonden namelijk op Ford’s DEW98-platform, dat speciaal werd ontwikkeld voor luxe achterwielaandrijvers. Ook de Lincoln LS maakte hier gebruik van. De Jaguar S-Type kreeg uiteraard een Brits sausje en een serie V6- en V8-motoren die deels uit Ford-stal kwamen.
De Thunderbird (de elfde generatie, vanaf 2002) gebruikte dezelfde basis, inclusief de 3,9-liter V8, maar was verpakt in een retro-roadster jasje. In die tijd had je de Chrysler PT Cruiser en de Volkswagen New Beetle, dus de auto ging lekker met de trend mee. Maar helaas sloeg de auto niet aan. Al na drie jaar stopte de productie van deze bijzondere auto.
Ford Focus – Mazda 3 – Volvo C30



Rond de eeuwwisseling had Ford een enorme portfolio aan automerken. Ze hadden bijvoorbeeld Aston Martin en Jaguar, maar ook Volvo en Mazda. Daarom kom je een hoop gedeelde onderdelen tegen bij auto’s rond die jaren. Zo staan de Mazda 3, Ford Focus en Volvo C30 allemaal op het C1-platform. Het was niet zo dat de auto’s verder helemaal identiek waren.
Zo kon je de C30 T5 met een vijfcilinder krijgen, maar Mazda ging juist voor een 2,3-liter turbomotor in de snellere MPS. Ook waren de interieurs compleet anders. Tegenwoordig zie je dat als auto’s een platform delen, dat ze ook identieke motoren hebben. Kijk maar naar de VW Golf en de Seat Leon, om maar iets te noemen.
Opel Adam – Alfa Romeo Mito


Opel en Alfa Romeo zitten inmiddels in hetzelfde concern, maar zelfs toen ze nog geen stiefbroers van elkaar waren, hadden ze innig contact. General Motors en Opel hadden in de jaren ’00 het Small Common Components and Systems platform (SCCS) ontwikkeld. Hier plaatste Opel de Adam en de Corsa van de D- en E-generatie op. Alfa pakte het platform voor de MiTo. Zelfs nu kun je nog de Tonale kopen op een doorontwikkeling van dit platform.
Citroën C4 Aircross – Mitsubishi Lancer Evo


Dit is eigenlijk de Mitsubishi ASX, maar dan met een Citroën-jasje. Dit is niet het interessantste, want de auto staat op het Mitsubishi GS-platform. Dit is hetzelfde platform als de Mitsubishi Lancer Evolution X staat. Als je nog meer bewijs zoekt: de Citroën was leverbaar met een 2,0-liter benzinemotor met de motorcode 4B11. De motor in de Lancer Evolution X was de 4B11T, dus dezelfde motor maar dan met een turbo.
Ford Ka – Fiat 500


Als je goed kijkt naar de tweede generatie Ford Ka, dan zie je al snel wat Italiaanse trekjes. Dat klopt ook, want deze Ka stond op hetzelfde platform als de Fiat 500. Sterker nog: hij werd gebouwd in dezelfde fabriek in Polen. Ook de Lancia Ypsilon werd daar gebouwd. Ford trok na acht jaar de stekker uit de Ka, maar de Fiat 500 werd nog tot vorig jaar gebouwd.
De samenwerking tussen Ford en Fiat leverde technisch gezien dus een tweeling op, al gaf Ford de Ka een compleet eigen carrosserie en interieur. Onderhuids was het verschil echter klein — zelfs de motoren kwamen van Fiat. De 1,2-liter viercilinder in de Ka was gewoon dezelfde FIRE-motor als in de 500. Toch voelde de Ka net even wat stugger en meer Duits aan dan zijn stijlvolle Italiaanse broer.