Nu hittegolven typerender voor het Nederlandse klimaat lijken te worden dan Elfstedentochten, wil jij natuurlijk ook een cabrio. Maar ja, geld. Snappen we. Daarom hierbij onze onmisbare en volkomen subjectieve selectie van onthoofden die je de kop niet hoeven te kosten. De lijst van betaalbare cabrio’s bestaat uit twee delen. Staat jouw favoriete auto er niet bij, dan staat hij misschien in het volgende lijstje. Het staat je uiteraard vrij om deze alinea over het hoofd te zien en verontwaardigd op Facebook te reageren waarom wij jouw lievelings zijn vergeten. Hierbij het eerste deel van de betaalbare cabrio’s.
Citroën Méhari – vanaf € 10.000
In 1968 bedacht Citroën dat je van een Lelijke Eend ook gerust een soort cabrio-jeepje kon maken, en voilà: de Méhari. De naam komt van het Franse woord méhariste, een soort cavalerie die zich per kameel verplaatst. Goddank lijkt de Méhari niet op een kameel, maar een kameel zou zo maar eens sneller kunnen zijn. Van 0 naar 100 duurt een eeuw, als ie de 100 al haalt. Maar ja, een luchtgekoelde 600-cc twee-cilinder met net geen 30 pk, wat wil je? Ondanks het gewicht waarop een Lotus jaloers zou zijn: 570 kilo.
Desalniettemin is het een heel vrolijke, fleurige en ook een tikje zwoele auto waarmee je echt de blits maakt. En natuurlijk een gepaste deelnemer voor de lijst met betaalbare auto’s. Met die maffe ribbelkoets (kunststof!) en lekkere jaren-zestig kleuren. Die koets zorgt er overigens wel voor dat een kartonnen doos waarschijnlijk meer kan opvangen bij een botsing dan een Méhari.
De b-stijlen zijn afneembaar, het dak en de zij-flappen zijn van tentzeil, wat lekker klappert als je er dicht mee rijdt. De zijruiten en achterruit zijn van doorzichtig plastic zodat je er bij oude modellen niet meer doorheen kunt kijken. Maar: de voorruit kun je plat leggen voor extra frisse lucht. Deuren heeft ie niet altijd, maar dan heb je touwtjes als een soort markering tot hoever je je benen buitenboord kunt hangen. Standaard worden de voorwielen aangedreven, latere versies waren ook als 4×4 leverbaar – en die zijn nog gewilder. Want Méhari’s zijn leuk bij een vakantiehuisje ergens in Zuid-Europa.
Wil je er eentje? Kunnen we ons zeer goed voorstellen. Maar die gewildheid heeft een keerzijde: er worden belachelijke prijzen gevraagd, tot voorbij de 25.000 euro. Maar een goede waaraan niet te veel geklooid is, moet je voor iets meer dan 10 mille op de kop kunnen tikken.
Audi TT – vanaf € 5.000
In 1998 lanceerde Audi de TT als designsnoepje en sportcoupé, een jaar later volgde de Roadster. Nou mag iets naar onze smaak pas een Roadster heten als de achterwielen
worden aangedreven, bij de TT zijn dat de voorwielen (of alle vier de wielen, als je dat wenste). Velen versleten de TT voor (gaan we weer…) een kappersauto, omdat ze vonden dat ie het meer van z’n uiterlijk dan z’n prestaties moest hebben. Maar daar maakte Audi met heel dikke versies (250 pk in de eerste generatie en tot 360 pk in de tweede) op resolute wijze een einde aan.
Ons gaat het om de eerste generatie, die naarmate je ’m langer bekijkt, fraaier wordt. Eigenlijk oogt ie, dik twintig jaar na de lancering, nog steeds fris en modern. Ook binnenin is ie echt heel cool. Bagageruimte heeft ie nauwelijks, maar rijplezier biedt ie met bakken. Hij werd heel even zonder achterspoiler geleverd, maar problemen met de wegligging zorgden voor een terugroepactie waarbij alle TT’s eind 1999 en begin 2000 werden voorzien van die lelijke spoiler. Daar moet je maar even doorheen kijken. Speur het web af en je vindt een leuk exemplaar voor pakweg 5 mille.
Daihatsu Copen – vanaf € 7.000
Ja, je moet gevoel voor humor hebben en zéker niet te lang zijn, want dan steekt je kop boven de voorruit uit. Verder één en al pret. Tip: let op dat het stuur aan de goede kant zit. Want ja, ook de Copen is met het stuur links geleverd. De Suzuki Cappuccino van ongeveer hetzelfde formaat is alleen gebouwd met het stuur rechts.
Een ‘sigaar’ – vanaf € 10.000
Als je je perceptie van snelheid een totaal andere dimensie wilt geven, moet je dit eens proberen. Je hebt nog de keus ook, want er zijn diverse bedrijven die ze maken. We noemen Westfield, Caterham (de Concurrent), Lotus (met de 7 hét Origineel) of een Donkervoort (de Top). Zo’n sigaar op wielen biedt een rijervaring die nergens mee te vergelijken is. Je zit extreem laag; in plaats van zitten kun je het beter over liggen hebben. Het zijn stuk voor stuk vlieggewichten, dus ze hebben geen enorme motoren nodig om tot krankzinnige prestaties te komen die nog vele malen krankzinniger aanvoelen.
Nadelen zijn er ook – te over. Zaken als stuur- of rembekrachtiging zijn voor watjes, tractie- of wat voor andere controle dan ook schittert slechts door afwezigheid. Comfort komt in de sigarenwereld sowieso niet voor. Je kunt ze alleen rijden als het absoluut droog is en dat blijft, want a) voor het opzetten van het dakje heb je een diploma Hogere Architectuur nodig, b) als het dak eenmaal zit, kom je de auto nauwelijks in en al helemaal niet meer uit, c) mét dak heb je in een gemiddelde atoomschuilkelder een beter zicht op de wereld om je heen, en d) als het regent, beginnen ze dankzij de brede banden en het ultralage gewicht al bij 15 km/u te aquaplanen. Bij wijze van spreken dan. Zonder dollen: dan zijn ze echt levensgevaarlijk. Die ene keer dat we in een Donkervoort op de A2 door een bui werden overvallen – nóóit meer, graag.
Oh, en e) door al het bovenstaande zijn ze vrij zeldzaam en dus vrij prijzig. Reken op minimaal 10k, tot minimaal 30k voor een Donkervoort. Of het een betaalbare cabrio is, ligt dus aan je wensen. En verdiep je goed in het exemplaar dat je op het oog hebt; sigaren zijn vaak gebruikt om aan te sleutelen en om mee te racen, en dat heeft zo zijn weerslag op de staat. Maar dan: puurder en enerverender rijden bestaat niet.
Jaguar XK8 Convertible – vanaf € 15.000
Wil je voor rond de 15 mille een cabrio én acht cilinders? Dan moet je bij Jaguar zijn. De eerste modellen uit 1997 hebben een 4,0-liter V8, later werd dat een 4,2-liter. Die 4.0 leverde 290 pk en weet je een XKR te vinden, dan krijg je zelfs 370 pk. Of wat er nog van over is.
Binnenin is ie lekker gedateerd, vrijwel altijd voorzien van old-school houtfineer, een J-gate-automaat en een apparaat waarin een soort USB-powerbankje-met-gaatjes gaat, waaruit muziek schijnt te komen. Cassettespeler, iemand?
Verwacht verder geen nek-verrekkende prestaties, je moet ’m een beetje met beleid rijden, van z’n comfort genieten en naar die zachtjes grommende V8 luisteren. En vooral hopen dat er niets kapot aan gaat, want reparaties kunnen duur zijn.
Alfa Romeo Spider – vanaf € 2.000
Ja echt, je kunt voor dit geld een Italiaanse volbloed oppikken. Je zult genoegen moeten nemen met een 2.0 Twin Spark en hij zal kapotgaan. Maar hé, het is een Alfa, dus dat hoort erbij.
Renault Mégane – vanaf € 1.000
De nogal seksloze Renault 19 werd in 1996 opgevolgd door de Mégane, en tjonge, zag die er even een stuk frisser uit. Hij was er zelfs als hippe driedeurs Coupé, en daarvan was er weer een cabrioversie – en die vinden wij dus best wel leuk. Hij heeft een kenmerkende hoge kont met guitige lampjes en een coole ‘double bubble’-afdekkap voor het dak. Maar ook gesloten is het gewoon een guitig ding. Motorisch was het allemaal niet heel spannend, maar daar staat tegenover dat dit waarschijnlijk een van de goedkoopste cabrio’s is die je kunt halen. De pret begint al bij 500 euro, maar denk voor eentje die niet uit elkaar lazert aan het dubbele. Latere open Méganes hadden een stalen origami-dak en de stijfheid van een jong boomtakje – laat die maar staan.
Mercedes SLK – vanaf € 2.500
Die is leuk oud geworden! Voor een bedrag als dit tikt ie de twintig jaar aan en heeft ie twee ton gelopen, maar het regent toch nooit in Nederland, dus wat maakt het uit dat het dak niet sluit?
Ford Focus CC – vanaf € 5.000
In de jaren nul werd het c-segment overspoeld met cabrio’s met harde vouwdaken, van de VW Eos tot de Peugeot 307 CC en Opel Astra TwinTop. Deze door Pininfarina getekende Ford Focus CC lijkt iedereen een beetje vergeten te zijn, maar wij niet. Want hij heeft wel iets – als cruiser dan. In tegenstelling tot z’n dichte broertjes is het niet de allerbeste gooi- en smijtmachine die er is. Dat ligt niet aan het ST-onderstel, wel aan het gewicht. De Focus CC werd geleverd met een 1.6 of 2.0 benzine (ga voor de tweede) of een 2.0 diesel, en hij overleefde zelfs een facelift voordat de hele klapdak-trend weer net zo plotseling verdween als ie was gekomen. Er staan er genoeg te koop, maar voor een belegen Ford moeten ze toch nog best wat opbrengen: reken op 5 tot 10 mille.
Dion heeft op 17 juni 2021 geschreven:
Opel astra cabrio mag er gerust bij hoor.
ProMeuk heeft op 16 juni 2021 geschreven:
Opel Cascada nog niet ontdekt zeker?
Jan heeft op 16 juni 2021 geschreven:
“maar het regent toch nooit in Nederland”
Hahahaha
Pieter heeft op 15 juni 2021 geschreven:
En een Saab?
Betaalbaar en genoeg keuze.
Marco heeft op 14 juni 2021 geschreven:
Doe mij de Alfa maar, stuk betrouwbaarder dan m’n huidige C 70
Balto van 't Hof heeft op 14 juni 2021 geschreven:
Ze zijn de BMW Z3 vergeten.